Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1562 resultaten - Pagina 6 van 105

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] "'Hoe kan dat echter erfelijk zijn?' - zal men vragen. Oh, heel gemakkelijk, vooral bij de organische zielvorming. Wat deze eenmaal opgenomen heeft kan zij duizenden jaren behouden, als dat niet door de geest in haar weer helemaal in orde gebracht wordt. Kijk eens naar het type mens binnen een volk! Als Ik jullie nu de gestalte van zijn oerstamvader laat zien, zullen jullie allen al gauw beamen dat er een belangrijke overeenkomst bestaat met al zijn nakomelingen. Als de stamvader een goed en meegaand man was en zijn vrouw ook, dan zal daarna op een paar uitzonderingen na dat hele volk meegaander en beter zijn dan een volk met een opvliegende, trotse en heerszuchtige stamvader.
Hoofdstuk 225: De macht van de erfelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Kijk, alles wat er is, bestaat en een bestaan heeft, kan niet anders bestaan, zijn of een bestaan hebben dan door een zekere doorlopende strijd.
Hoofdstuk 228: Kracht is afhankelijk van weerstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Deze toestand moet daarom in alles wat bestaat in voldoende mate aanwezig zijn, omdat het er anders eigenlijk niet zou zijn.
Hoofdstuk 229: De aard van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De materiewereld bestaat daarom voor ruim twee derde deel uit zielen, en één derde deel is omhulsel zonder ziel, als drager van de eerst afzonderlijke, en vervolgens steeds meer verzamelde, en tenslotte reeds heel concrete en rijpe zielelevens. De materie der omhulsels, of de vaste vorm aangenomen hebbende wil van God, is derhalve een verlossingsinrichting, waardoor de door de val van satan meegevallen afgezonderde geesten volgens de bestaande orde weer een volkomen zelfstandige vrijheid kunnen bereiken, -hoewel natuurlijk via een langere weg dan het tijdens de eerste periode zou zijn geweest.
Hoofdstuk 232: Omhulsel en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Want ook al hebben de wezens na hun geestelijke voleinding een volkomen vrij bestaan, dat als het ware geheelonafhankelijk van God bestaat, dan zou zo'n op zelfstandigheid lijkende onafhankelijkheid toch geen duurzaamheid krijgen en kunnen hebben, als die niet al eeuwig door God, door middel van en samenhangend met Zijn orde, vooraf vastgesteld zou zijn. Deze eeuwige vaststelling is voor alle geschapen wezens eigenlijk datgene, wat ieder geschapen wezen een constante eeuwige duur verschaft en deze onderhoudt.
Hoofdstuk 232: Omhulsel en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Als er nog een ware en almachtige God is, dan zal Hij die onbetamelijkheden toch wel snel feestelijk laten eindigen; maar als er geen echte God is, en als alles wat wij kennen en weten verder uit niets anders bestaat dan alleen maar oude verdichtsels en fabels, wel dan dichten en fabelen wij ook mee. De wereld, die het bedrog toch al liever heeft dan de waarheid, is daar volkomen tevreden mee, en wij kunnen dan toch noch van ons, noch van de blinde wereld onmogelijk meer verlangen."
Hoofdstuk 235: Marcus redt schipbreukelingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] CYRENIUS zegt: "Ik heb er nu enig idee van gekregen, en het lijkt mij toe alsof ik er iets van zou begrijpen, maar van een zekere duidelijkheid is nog lang geen sprake. Het geheel schijnt in een geestelijke verfijndheid over te willen gaan, die een geheel andere realiteit oproept dan die, waarbij men ten naaste bij kan bepalen dat twee peren plus twee peren samen vier peren zijn. In dit opzicht bestaat er bij mij nog lang geen helder inzicht. want het afwegen van de krachten ten opzichte van elkaar is zo sub;iel, dat ze in een wezen zoals ik moeilijk een geordende verhouding kunnen bereiken, en in één en hetzelfde wezen zich zo kunnen verhouden dat daaruit in alle doen en laten een volmaakt op God gelijkend wezen ontstaat.
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "Toch is er iets in de materie dat nooit geheel in een ziel gevonden zal worden, en dat bestaat uit de bekende stof waaruit omhulsels gevormd worden. Binnen deze stof wordt steeds een afgezonderde geestelijke potentie opgesloten tot zij tot een zekere zelfstandigheid gerijpt is. Als de afgezonderde geestelijke potentie eenmaal de vastgestelde rijpheid bereikt heeft, verscheurt zij het omhulsel en verenigt zich dan ogenblikkelijk met andere al vrijgekomen soortgelijke of minstens erop gelijkende vrije afgezonderde potenties en maakt dan uit de geschikte elementen van lucht, water en aarde meteen weer een omhulsel, zoals jullie dat bij het zaad van planten, bomen en struiken, alsook voor iedereen zichtbaar bij de eieren van insecten, vogels en tenslotte bij de waterdieren enz. kunnen zien.
Hoofdstuk 232: Omhulsel en ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] De GEREDDEN zeggen: "Heus, uit wat je zegt blijkt dat je een Jood en geen heiden bent; want zo waarheidslievend hebben wij een heiden nog nooit horen spreken. Oh, wij zullen je daarvoor nooit kwaad aanzien. Wij zijn het ook helemaal niet zo door dik en dun eens met datgene, waarvoor je ons met recht laakt en wat je bij ons afkeurt. Maar we zitten nu eenmaal in de stroom en moeten op z'n minst binnen gezichtsbereik van de tempel mee blijven zwemmen. Als wij andere kansen zouden hebben, dan zou geen mens de tempel eerder de rug toekeren dan wij, want wij geloven dat God nergens minder aanwezig is dan in onze tempel. Maar wat moeten en kunnen wij daartegen doen? Oh, wij zien net zo goed als jij maar al te goed dat de tempel te Jeruzalem nu niets anders meer is dan een reusachtig instituut van bedrog, waarachter nauwelijks één ware lettergreep, laat staan één waar woord nog bestaat. Maar dit instituut is nu door de grote macht van Rome bekrachtigd, en dat is niet meer te veranderen.
Hoofdstuk 235: Marcus redt schipbreukelingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] EEN van hen zegt: "Vriend wij zijn wel hongerig en dorstig, maar ons hele bezit bestaat alleen nog maar uit negen armzalige groschen. Daarvoor zal in deze als zeer arm bekendstaande omgeving, zeker niet veel besteld kunnen worden. Maar als je ons daarvoor toch iets kunt geven wat de moeite waard is, geef het ons dan, dan zullen wij jou de negen groschen geven!"
Hoofdstuk 236: De uitoefening der naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] De FARIZEEËR doet dat meteen en zegt heel verwonderd: "Hm, merkwaardig, ik voel eigenlijk helemaal niets behalve mijn eigen geheel gesloten hand, waarin nog geen mug, laat staan jouw hele hand, zich zou kunnen bevinden! Kortom, ik pak je door en door vast en ontdek daardoor dat je niet zoals wij uit vlees en bloed bestaat."
Hoofdstuk 242: Het wonder met de steen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Kan de ziel van de mens zich nog sterker met het vlees verbinden dan bij mensen, waarvan de ziel niet alleen geen enkel besef meer heeft van de goddelijke geest, maar zichzelf tenslotte zo zeer verliest dat zij zelfs in volle ernst haar eigen bestaan begint te ontkennen en er niet meer van te overtuigen is dat zij bestaat!?
Hoofdstuk 11: De aanleiding tot de zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Daar wordt dan weer gejammerd en geklaagd en de ene halfgelovige mens na de andere doet zijn mond open en zegt: 'Wat kan God er toch voor genoegen in scheppen om de mensen aan één stuk door steeds maar met allerlei plagen te kastijden?!' Ofwel God bestaat helemaal niet, of God is te verheven en bekommert Zich niet meer om de aardwormen, of God wil meer offers en wierook zodat men Hem weer moet sussen met rijke offers, magische spreuken en wierook! Of God is in toorn ontstoken en wreekt zich nu op de onschuldige, zwakke mensheid; men zou daarom in zak en as boete moeten doen en minstens twaalf zondebokken de Jordaan in moeten werpen!
Hoofdstuk 12: Vrijmaking van de ziel en de in de ziel begraven geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Deze dodelijke vloed bestaat echter. geestelijk nog steeds op deze aardbodem en Ik zeg je dat deze geestelijke en blijvende zondvloed van Noach voor het leven van de wereldmensen minstens zo gevaarlijk is als de natuurlijke van toen ten tijde van Noach.
Hoofdstuk 13: Noach en de ark. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Of er is geen God en alles wat bestaat is het werk van de ruwe, blinde natuurkrachten die door de eeuwen heen al het bestaande hebben doen ontstaan, óf er is een allerhoogst, goddelijk wezen, dat wel de grote aarde, de zon, de maan en de sterren bestuurt, maar op zichzelf te groot en te verheven is om zich met ons, vergankelijke schimmelluizen van deze aarde, te bemoeien. De gehele Schrift is dus alleen maar van mensen afkomstig en er staat eigenlijk ook meer kwaads in dan goeds. En wat er nog aan goeds in staat, daar let geen duivel en geen mens op; alleen het kwade daaruit wordt door de duivels op de brede rug van de mens gelegd!
Hoofdstuk 23: De nasleep van de demoneninvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...