Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 6 van 33

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] (DE HEER:) "Ik leg jullie dit echter niet uit in de gedachte, dat Ik jullie terug zou willen brengen naar die oertoestand van de eerste mensen der aarde, maar alleen om jullie bij zulke voorvallen die nog altijd mogelijk zijn, wat kennis betreft een zuiver standpunt in te laten nemen, zodat je dit alles niet meer bijgelovig wonderlijk, maar volgens de volledige en heel natuurlijke waarheid zult beoordelen en je daarnaar zult richten. Want zouden jullie, zonder deze uitleg van Mij, ooit tijdens de verdere uitbreiding van Mijn leer bij volkeren komen zoals deze zwarten hier, en zouden jullie hen dingen zien doen zoals jullie die nu in ruime mate hebben gezien, dan zouden jullie daarvan al gauw zo onder de indruk raken dat jullie je door zulke wonderdoende volkeren dan een ander evangelie zouden voor laten prediken en al gauw van Mijn wegen zouden kunnen afraken en daardoor waarschijnlijk nooit de wedergeboorte van Mijn geest zouden kunnen bereiken, in plaats van dat jullie de vreemde volken Mijn evangelie zouden overbrengen.
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] ROCLUS zegt: 'Ja, Heer en Meester over alles, nu is me ook dit werkelijk geheel duidelijk; maar nu nog een kleine vraag, en dat is, hoe namelijk een mens in de staat van geestvervoering kan raken, waarin hij alles ziet! Als ik dat nog zou weten, al zijn het alleen maar de wegen waarlangs dat mogelijk is, dan zou ik er al het denkbare voor over hebben om mezelf ook van tijd tot tijd in zo'n hoogst gelukkig makende toestand te brengen! Heer en Meester over alle dingen, wees zo goed om me ook wat dat betreft een paar goede aanwijzingen te geven!"
Hoofdstuk 72: Verklaring van het woord 'SHEOULA' (hel). Over helder zien - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Maar om de wil van de mens daartoe bekwaam te maken, moet men er naar toe werken dat de mens zich geheel vrijwillig op de wegen van het licht begeeft, en hierop zolang met alle liefde en wereldse zelfverloochening voortgaat tot hij door eigen werkzaamheid en volkomen zelfbestemming het juiste doel heeft bereikt.
Hoofdstuk 78: De ontwikkeling van de vrije wil. De nadelen van overdreven ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Voortaan kan niemand er meer aan twijfelen om de absoluut zuivere wil van God te herkennen, en ook te ondervinden hoe men God boven alles moet liefhebben en hoe men zijn hart tot deze liefde kan verheffen. Nu worden de wegen op z'n zuiverst getoond, en wie ze wil bewandelen kan nu onmogelijk verdwalen. Maar in latere jaren en eeuwen zal het weer moeilijker worden om vriendschap te sluiten met de allerzuiverste wil van de Heer; want er zullen behalve echte, ook veel valse profeten opstaan; ze zullen, zoals jullie dat tot nu toe hebben gedaan, wonderen verrichten en daardoor veel mensen geheel verkeerde begrippen van God en Zijn zuivere wil bijbrengen, zelfs onder dwang. Er zal dan grote droefheid en ellende onder de mensen van deze aarde ontstaan en niemand zal voor de ander als een betrouwbare gids kunnen dienen, omdat de een zal zeggen en onderwijzen: 'Zie, hier is de waarheid!' en een ander: 'Kijk, daar of ginds is de waarheid! ' Maar allen die dit zullen roepen, zullen niet waarachtig zijn, maar geheel en al verkeerd en vals!
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] De ziel heeft immers zonder meer al alles wat ze maar enigszins nodig heeft voor de eerste levensopbloei. Als ze zich in zichzelf door haar hoogst eigen wilskracht en door de vrijwillige liefde tot God in een machtiger levenslicht heeft geplaatst, beseft ze ook spoedig wat haar nog allemaal ontbreekt, en ze zal er dan ook vrijwillig naar streven om met inspanning van al haar levenskrachten datgene te bereiken, waaraan het haar nu juist nog ontbreekt; de wegen en de middelen daartoe zullen haar dan wel goed duidelijk worden, en met haar hoogst eigen wil zal ze deze ook willen hebben en er naar grijpen en zich verrijken met de schatten van het steeds hogere, meer geestelijke en meer volmaakte leven.
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Ja, het behoort wel niet bepaald tot de onmogelijkheden om op de wereld ook van een zandsteppe vruchtbaar land te maken; maar daar is veel werk en geduld voor nodig! Men zou eerst goede putten moeten boren, en dan van ver, van een ander gebied goede grond moeten halen en daarmee het zand overal dik genoeg moeten bedekken; dan zou men vanuit de putten waterleidingen naar alle kanten moeten aanleggen en de grond die over het zand heen ligt flink water moeten geven, op die manier zou een voormalige zandsteppe zeker spoedig in een paradijs veranderd kunnen worden. Maar wie zou er voor zo'n werk genoeg tijd en zin hebben, en wie de vereiste middelen?
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En als het aantal zuivere en goede mensen zoals in de tijden van Noach sterk zal afnemen, dan zal de aarde nogmaals geteisterd worden door een algemeen gericht, waarbij noch de mensen, noch de dieren, noch de planten gespaard worden. Dan zullen de mensen niets meer hebben aan hun vuur en dood spuwende wapens, niets aan hun vestingen en hun IJzeren wegen, waarop ze met de snelheid van een afgeschoten pijl zullen voortsnellen; want uit de lucht zal een vijand komen en allen vernietigen die steeds kwaad hebben gedaan. Dat zal werkelijk een tijd zijn van ware zuivering, zoals destijds in de tempel.
Hoofdstuk 108: Het tijdperk van de techniek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Natuurlijk is daar ook die resolute moed voor nodig, die geen vrees heeft voor de dood van het lichaam; maar waarom zou iemand daar ook bang voor zijn, als het hem uiterst duidelijk is, dat hij het eeuwige leven in zich draagt en volkomen heer is geworden over het leven in zichzelf en daarom ook heel goed moet weten, dat ten eerste degenen die wel zijn lichaam kunnen doden, aan de ziel en haar eeuwige levensgeest absoluut geen schade meer kunnen toebrengen, en dat ten tweede de ziel met het wegvallen van het zware lichaam voor eeuwig een onuitsprekelijke winst ten deel valt, waar alle schatten van deze aarde eeuwig nooit tegenop zouden kunnen wegen!
Hoofdstuk 133: De houding van Gods kinderen tegenover politieke staatswetten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] HIRAM, die zich het gemakkelijkst uit kan drukken, zegt: 'Beste vriend van een helder inzicht in hetgeen jij hebt gesproken is bij ons nog geen sprake, - maar wij geloven je vanwege je grote wijsheid; want wie eenmaal van alle mogelijke verschijnselen op deze aarde zo'n alles doordringende kennis en inzicht heeft en zelfs de geheimste gedachten van de mensen als uit een open boek kan oplezen, moet ook in alle mogelijke sferen en op alle wegen van het leven het diepst en waarachtigst thuis zijn, waarover ook niet de minste twijfel meer kan bestaan.
Hoofdstuk 185: Hirams bezwaren tegen het eeuwige voortbestaan van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Door deze weinige, ware, echt gebeurde feiten zul je wel begrijpen, dat een schifting van de zondige mensheid absoluut niet zo'n positieve werking heeft als jij je dat voorstelt; want de verslechtering van een mens alsook van een heel mensengeslacht vindt haar oorzaak niet zozeer in een fundamenteel kwade wil van de mens, zoals jij dat nu denkt, maar veeleer in de voor het leven noodzakelijke gevoeligheid van de ziel, die te traag is om zich serieus op de erkende wegen van het licht te begeven.
Hoofdstuk 204: Messias en verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Dat we daardoor zeer verrast waren, zal hopelijk niet moeilijk te begrijpen zijn, als men bedenkt dat de Romeinen gewoonlijk niet van grappen houden en iets serieus met hen niet bereikt kan worden. Wij merken al sinds geruime tijd dat de Romeinen ons nauwelijks dulden en dat alleen nog doen vanwege het volk, maar dat ze in het geheim de Essenen begunstigen, die er natuurlijk het grootste genoegen aan beleven om van alle kanten de grond onder onze voeten weg te halen. Wij kennen het gegoochel van de Essenen en weten van hun bedrieglijke wonderen; maar wij mogen geen vin verroeren en moeten ons dingen laten welgevallen die regelrecht ingaan tegen onze religieuze voorschriften, zoals bijvoorbeeld de volkstelling, de individuele belastingheffing en het invoeren van de tolheffing, ook aan de wegen. En ofschoon er in hun wetboek staat, dat de kinderen van Abraham in het land vrij zijn, wordt daar toch geen rekening mee gehouden en de kinderen van Abraham worden voor de tolbomen evengoed aangehouden als de vreemdelingen.
Hoofdstuk 162: Cyrenius onthult de mening van de Farizeeër over de wonderwerken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] DE FARIZEEËR zegt: 'Wat moeten wij nu? Wij hebben thuis in de tempel een eed tegenover de hogepriester af moeten leggen dat we niet eerder zullen rusten en terugkeren voor we de Nazarener volledig onschadelijk hebben gemaakt. Wel, dat is nu totaal onmogelijk geworden! Ten eerste zijn jullie, machtige Romeinen, zijn vrienden, dat hebben we allemaal maar al te duidelijk vernomen; tegen jullie kunnen wij niets ondernemen en dat zullen we ook niet doen; ten tweede is hijzelf, zoals blijkt uit alles wat hier van zijn macht is te zien, zo onoverwinnelijk in alle dingen en op al zijn wegen, dat geen aardse macht iets tegen hem kan uitrichten; en ten derde zijn wij zelf diep vanuit onze innerlijke levensgrond allemaal vrienden van hem geworden vanwege zijn zo onvergelijkbaar hoge eigenschappen, die nog nooit eerder zijn voorgekomen, en daarom kan er bij ons in de verste verte geen sprake van zijn dat wij zijn persoon verder vervolgen.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] JOHANNES zegt: 'Luister! Zulke mensen zijn er op aarde nog altijd geweest, en ze hebben dit en vergelijkbare zaken de mensen van deze aarde door allerlei symbolische beelden bekend gemaakt -in het Hooglied van Salomo komen dergelijke aanduidingen meermaals voor -; maar de mensen, respectievelijk hun zielen, hebben hun zinnen te veel naar buiten, op de materie van de wereld gericht en zo hun geest van gene zijde de rug toegekeerd, daarom kunnen ze van de hoogste en puur geestelijke dingen ook niets meer begrijpen en vatten. Juist daarom zijn wij nu in deze wereld gekomen, om de door hun hoogst eigen schuld verwaarloosde zielen weer op te richten en hun de juiste wegen te tonen naar hun geestelijke en eeuwige levensheil.
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] De Messias zal zodoende lijken op een rijke en goede huis en gastheer, die een groot maal voor de gasten toebereidt en zijn knechten en dienaren naar alle plaatsen, wegen, straten en stegen stuurt om vriendelijk allen uit te nodigen om te komen en deel te nemen aan het grote gastmaal. Armen en rijken, kleinen en groten, zwakken en sterken, en ook machtelozen en machtigen zullen de uitnodigende stem horen uit de mond van de boden. Die zullen komen, zullen ook verzadigd worden, maar op hen die niet willen komen, zal geen dwang worden toegepast om te komen. Of ze komen of niet komen zal voor de gastheer niet uitmaken; maar de zegen van de grote maaltijd zullen natuurlijk alleen diegenen krijgen, die aan de uitnodiging gevolg hebben gegeven.
Hoofdstuk 204: Messias en verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Hoe wijzer nu de bemiddelaar is, des te betere resultaten zal hij ook zeker behalen bij degene die hij leidt. En bewandelt zijn leerling dan vastberaden de wegen van het innerlijk geestelijk licht, dan zal hij ook in het licht blijven en zich het leven van het licht eigen maken, waarop geen dood kan volgen, omdat het leven van het geestelijk licht de eeuwige, onveranderlijke en onvergankelijke waarheid is, die datgene wat zij is ook eeuwig moet blijven; want twee en nog eens twee zal in alle eeuwigheid als som vier hebben.
Hoofdstuk 205: De verklaring van het begrip Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...