Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

36210 resultaten - Pagina 6 van 2415

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] PHILOPOLD zegt: "Vriend! Wie Mozes goed begrijpt, vindt ook dat daarin. Maar daar is natuurlijk meer voor nodig dan het zich in het geheugen prenten van de woordelijke tekst! Wie maar ooit God boven alles liefhad, kreeg van de geest van God de juiste verklaring en zal dan ook weten dat de Genesis van Mozes niet zozeer de feitelijke schepping der werelden weergeeft, maar veeleer en eigenlijk vóór alles de geestelijke opvoeding en vorming van de gehele mens en zijn vrije wil, in en overgaande in de goddelijke orde. Wie dat begrijpt en inziet, ziet dan ook weldra het andere in omdat het langs de weg der onmiskenbare analogie daarin is te vinden, hetgeen ik jou zelf heel concreet en duidelijk zou kunnen aantonen. Maar daarvoor zou nu de tijd te kort zijn.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] MATHAËL zegt: "Het is helemaal geen vraag meer of jij alleen gelijk hebt! Mijn mening ging eigenlijk alleen maar dáár over, dat ik zelf vaststelde wat er in ieder geval nog nodig zou zijn om de mensheid blijvend het levenslicht te verschaffen. Maar ik stelde tevens vast, dat jullie beiden en in het bijzonder vriend Murel, veel verstandiger hebben geoordeeld dan ik. Overigens meen ik dat het ons alle drie niet ontbreekt aan goede wil en de Heer Zelf zal het beste wel doen! -Maar nu, vrienden, over iets anders!"
Hoofdstuk 230: De Heer zorgt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, zoals je hier nu met eigen ogen kunt zien, staan wij altijd klaar voor de eervolle dienst van de Heer en wij dragen Zijn wil van de ene oneindigheid naar de andere, en wees ervan verzekerd dat wij jou in je Pontus omgeving heel zeker zullen vinden en je altijd van alles op de hoogte zullen brengen wat je volgens Gods orde noodzakelijk moet weten! Wat er ook mag gebeuren, je zult, als je wil blijft zoals hij nu is, van alles wat voor jou nodig is ogenblikkelijk in kennis gesteld worden, en meer zul je voorlopig wel niet nodig hebben.
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] MATHAËL zegt: "Nee, ze zien er precies hetzelfde uit, alleen is de grootte natuurlijk verschillend! Maar er komt nu toch nog een vraag bij mij op en wel de volgende: "Voor jou is het zonder moeite mogelijk zo'n steen met ongelooflijke vaardigheid en kracht zodanig weg te slingeren dat de lucht door de ontzettende snelheid van de geworpen steen door de druk ontbrandt en de steen zelf meteen meer dan gloeiend wordt. Je hebt ons al zo vele proeven van je onbeschrijflijke vaardigheid en kracht gegeven dat wij aannemen dat het jou niet veel moeite kost. Bovendien ben je één van de machtigste engelengeesten, die met hele hemellichamen als met hazelnoten zou kunnen spelen en een zon zelfs in een oogwenk zo diep in de eindeloze scheppingsruimte zou kunnen slingeren, dat een bliksem honderdduizend maal honderdduizend jaar nodig zou hebben om haar te bereiken! Voor zo'n experiment heeft God je de ons natuurlijk nog zeer onbegrijpelijke kracht en macht verleend. Maar hoe kan de zon, die toch een traag natuurlichaam is, uit zichzelf ook zo'n kracht ontwikkelen?"
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] ZINKA zegt: "Nu goed dan, luister naar mij! Ik zei u reeds dat ik nu helemaal aan geen God meer geloof, want alles wat in de tempel over Hem geleerd wordt zijn leugens, de zwartste en schandelijkste leugens! Want zo'n God kan eeuwig nergens bestaan! Onze ongelukkige vriend Johannes leerde het volk werkelijk een ware God kennen, en zijn leer was nodig en deed ieder mens, die niet tot de tempel behoorde en geen Farizeeër was, heel veel goeds. Maar voor de tempel was zijn leer over de ware God een des te grotere verschrikking. Als verstandig man zult u nu zo zachtjesaan wel beginnen te snappen uit welke hoek de stormwind begon te waaien.
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Daarmee was Herodes meer dan tevreden en hij gaf de vijf het verzoek inclusief de zware lading, voor het dragen waarvan dertig kamelen nodig waren. Op die wijze ging het buitengewone verzoek volgens zeggen naar Rome, maar in werkelijkheid heel ergens anders heen, wat wij niet kunnen weten!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] ZINKA zegt: "Dat is ook genoeg, ik heb niet meer nodig! Nu zal ik hem wel ontdekken!"
Hoofdstuk 25: Zinka vraagt verder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] RAPHAËL zegt: "Ongetwijfeld, maar laat je ook nog gezegd zijn dat het beter is veel en goed te doen, dan veel en goed te spreken! Als de mensen je veel goede dingen zien doen, zullen velen het je ook nadoen. Maar als zij je veel en goed horen spreken, zullen zij je dat ook na willen doen. Omdat echter velen de ware wijsheid niet hebben om werkelijk goed te kunnen spreken, zullen zij zeker onzin uitkramen en daardoor veel zwakke harten schaden en ook zichzelf, omdat zij daardoor hoogmoedig en ingebeeld worden. Door onnodige lust tot spreken worden mettertijd allerlei valse leren verspreid en wordt de arme mensheid verblind en in diepe duisternis gedompeld, zodat het later moeilijk is hen weer te verlichten. Maar door veel goeds te doen, krijgt de mensheid edele en open harten. Een edel en open hart is zonder meer de beste kweekplaats voor de ware wijsheid en zal ook daar goed en juist weten te spreken waar dat nodig zal zijn.
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Ik heb je dit gezegd omdat je vaak te veel wilt zeggen terwijl je nog lang niet alles bezit wat voor een echt goede toespraak nodig is. Spreek daarom weinig, maar luister en doe daarentegen des te meer, dan zul je ook een echte leerling van de Heer zijn, geheel volgens Zijn wil en naar Zijn welgevallen!
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] O vriend, ik zie nu met de ogen van mijn hart de totale materiële schepping! Deze aarde, haar maan, de grote zon en de talloze sterren die je ziet, en waarvan sommige er voor je oog uitzien als een zwakke, wazige punt, maar die elk een onmetelijk groot zonnen en wereldgebied vormen van miljarden maal miljarden zonnen en nog meer planeten, zijn, vergeleken met de totale aanwezige schepping, nog niet wat het kleinste en fijnste zonnestofje is ten opzichte van deze hele voor jou zichtbare sterrenhemel! En toch kan ik je zeggen, dat er onder de vele sterren die je oog ontwaart, ettelijke zijn, waarvan de doorsnede nog vele duizenden malen groter is dan de lijn tussen de voor jou nauwelijks zichtbare, verst verwijderde ster en de van deze ster even ver verwijderde tegenpool, -een afstand, waarvoor je zelfs met de snelheid van de bliksem meer dan een miljard maal miljarden aardse jaren nodig zou hebben om die te overbruggen!
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Waar de slechte, zogenaamd wijze mensen zelf niet genoeg wetten hebben kunnen bedenken om de mensheid onder druk te zetten, stelden zij denkende en zeer spitsvondige leiders aan, die, rondgaande met in extase vertrokken gezichten, met veel zelf verzonnen godenwetten te voorschijn kwamen om daarmee de arme en zwakke mensheid opnieuw te plagen. Daarbij bedreigden zij hen op de belachelijkste manier met verschrikkelijke, eeuwige straffen en beloofden zij hoge beloningen, natuurlijk pas na de lichamelijke dood, waar je goed kunt belonen omdat de doden niets meer nodig hebben.
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ja, als ik uit luiheid zou stelen en blijven stelen, zou geen verstandig mens het erg vinden als ik daarvoor ter verantwoording geroepen zou worden. Maar wanneer ik mij in uiterste noodzaak iets wat ik dringend nodig heb, in zekere zin onwettig zou toeëigenen, dan kan en zal toch geen God mij daarvoor ter verantwoording kunnen roepen, -laat staan een zelfzuchtig, zwak mens, die in veelopzichten op één dag meer onrechtvaardigheden begaat dan ik in een heel jaar! Ik wil mij weliswaar niet smalend uitlaten over de wet ter bescherming van het bezit, die men voor goddelijk houdt; door haar algemeen geldende onverbiddelijkheid maakt deze de mensheid echter niet beter en menselijker, maar slechts harder en liefdelozer!
Hoofdstuk 60: Zorels kritiek op moraal en opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Ja, kijk, deze orde heeft de Schepper van de werelden en van alle wezens ook bij de dieren ingevoerd! leder dier krijgt reeds in het moederlijf jouw gevraagde vooropvoeding netjes in zijn gehele natuurlijke aard mee en het heeft voor later helemaal geen wet meer nodig, want het brengt door de vooropvoeding in het moederlijf reeds alles met zich mee wat het voor het gehele leven nodig heeft! Maar Hij, Die de engelgeesten, de hemelen, de werelden en de mensen schiep, wist heel goed wat ervoor nodig is om de mens als een vrij mens en niet als een onder het oordeel vallend dier te scheppen en daarna op te voeden.
Hoofdstuk 61: Materialistische dwalingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Alleen de mens die door zijn energieke, verlichte wil der waarheidsliefde de wereldse wil der genotzucht geheel heeft overwonnen en zo in het licht en in alle waarheid in zichzelf een eenheid vormt, is daardoor geheel licht en waarheid en dus ook het leven zelf. Daarvoor is echter, zoals ik je al eerder zei, een waarachtig stoïcijnse zelfverloochening nodig, - maar niet de op zichzelf hoogmoedige verloochening van jullie Diogenes, die zich meer en hoger acht dan een van goud blinkende koning Alexander, maar de deemoedige van een Henoch, een Abraham, Isaäk en Jacob. Als je dat kunt, dan zul je in het tijdelijke en voor eeuwig gered zijn; kun je dat echter niet, en niet uit je eigen kracht der waarheidsliefde, dan is het gedaan met je en dan kun je noch aan deze, noch aan gene zijde geholpen worden. Ik ben echter van mening dat je daartoe bij jezelf in staat bent; want aan inzicht en kennis ontbreekt het je niet. Wat zegt je innerlijk gevoel daar nu over?"
Hoofdstuk 73: De zucht naar kennis en de zucht naar genot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] U, geëerde Cyrenius, heb ik echter slechts in mijn domheid en geestelijke armoede gevraagd om ondersteuning; nu neem ik echter mijn ontijdige vraag terug! Want nu ik de hemelse schatten in zo rijke mate heb gevonden, heb ik de aardse niet meer nodig; ook mijn akker en mijn verbrande hut heb ik niet meer nodig, omdat ik Gods hut in mijn hart herkend en gezien heb. Verkoop alles en betaal hun, die ik hier op aarde iets schuldig ben! Ik zal echter werken en de mensen in alles wat in Gods ogen juist is, dienen. Want ik kan immers werken, ik heb gedurende mijn leven heel wat vaardigheden verworven en daarom ben ik een bruikbaar mens. Men zal mij toch overal wel voldoende tijd gunnen om door mijn daden te laten zien waarvoor ik nu voor altijd en voor eeuwig gekozen heb?!"
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...