Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 6 van 1088

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] Toen zei Agricola: 'Heer, wat zou U ervan zeggen als ik al die mannelijke en vrouwelijke slaven zou kopen, en wel voor de prijs die de verkopers verlangen, en hen dan mee zou nemen naar Rome om hen daar goed te laten opvoeden en hun dan de volledige vrijheid en het Romeinse burgerschap te schenken?'
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Hij zei daarom tegen Mij (Lazarus): 'Heer, ik heb thuis kleren genoeg! Wat zou U ervan zeggen als ik iemand naar Bethanië stuurde om voor deze arme mensen kleren te halen? Misschien zou ook mijn zuster Maria mee kunnen komen, die het hier ook beslist naar haar zin zou hebben!'
Hoofdstuk 12: De maaltijd in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik heb mijzelf een paar dagen geleden direct na mijn aankomst ervan overtuigd hoe zij Hem, toen Hij in de tempel leerde, wilden stenigen, omdat Hij hun de volle waarheid predikte. Als je dat nu weet, zul je ook wel de reden zien waarom jullie tempelpriesters deze verheven man niet als de beloofde Messias en Heiland van de wereld willen aanvaarden, wat echter in feite niets uitmaakt, want of jullie tempeldienaren dat nu aannemen of niet, Hij blijft toch degene, die Hij volledig naar waarheid is. Lieftallige dochter, begrijp je dat nu goed?'
Hoofdstuk 23: De vraag van de Romein naar de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik had dat nauwelijks gezegd, of iedereen stond op en kwam achter Mij aan naar buiten. Toen wij allemaal buiten stonden, bewonderden velen de mooie tenten met hun zeer praktische inrichting en verbaasden zich over de snelle vervaardiging ervan, omdat zij er 's morgens nog niets van hadden bemerkt. Alleen kwam er aan deze verbazing snel een eind, omdat Ik de aandacht van alle aanwezigen meteen op iets anders wist te richten. Maar wat was het, waarop Ik alle aanwezigen opmerkzaam maakte?
Hoofdstuk 44: De zegen van het geduld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De ook al erg angstig geworden bewaker bedankte hem daarvoor, en onze Nikodemus ging snel de berg op en verbaasde zich er, boven aangekomen, niet weinig over, daar zo'n grote, vrolijk gestemde groep mensen aan te treffen, die met bewondering naar het indrukwekkende verschijnsel keken en het met een opgewekte gelaatsuitdrukking de schoonheid ervan aanschouwden.
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De waard zei: 'Heer en Meester! Ik was werkelijk reeds voor het aanbreken van de dag in de tempel, en wel naar aanleiding van de verschijnselen die deze nacht hebben plaatsgevonden en die dermate uitzonderlijk waren, dat geen jood of heiden ooit zoiets gezien zal hebben. Als ik ook maar had kunnen vermoeden, dat U Zich nog in Jeruzalem ophield, en wel hier op de Olijfberg, dan was ik met deze vriend, die U ook goed kent, in plaats van naar de tempel reeds tijdens de verschrikkelijke verschijnselen rechtstreeks hierheen gegaan. Mijn vriend verbleef deze nacht bij mij en wilde vanmorgen weer naar huis reizen -hij kwam uit Galilea, waar hij verschillende zaken te doen had - ; maar de verschijnselen die zich deze nacht plotseling voordeden, weerhielden hem ervan verder te reizen, en wij gingen op naar Jeruzalem om daar mogelijkerwijs iets meer te weten te komen. Toen we haastig de tempel binnenkwamen, was het daar zo'n herrie dat je jezelf niet kon verstaan.
Hoofdstuk 78: De waard uit het dal doet verslag over de gebeurtenissen in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Ik zei: 'Kijk eens naar de stenen die her en der op de grond liggen! Eerder overtuig Ik deze stenen ervan dat Ik Degene ben van wie Mozes en de profeten geprofeteerd hebben, dan jullie!
Hoofdstuk 188: De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar de meer gematigden zeiden: 'Jullie kunnen weliswaar doen watje wilt, maar wij kunnen jullie bij voorbaat verzekeren dat jullie niets tegen hem kunnen uitrichten. Want ten eerste heeft hij veel aanhangers onder het volk en ten tweede bezit hij een voor ons onbegrijpelijke tovermacht, waardoor alle krachten van de natuur en de geestenwereld hem schijnen te gehoorzamen. En ten derde is hij zo goed thuis in de schrift dat wij vergeleken met hem allemaal prutsers zijn; ten vierde staan de hooggeplaatste Romeinen aan zijn kant, want zij houden hem zeker voor een halfgod. Ook die oude, wonderlijke Egyptenaren, Perzen, Arabieren, Indiërs en nog andere oosterlingen heeft hij om zich heen en daarom zal het heel moeilijk worden om op succesvolle wijze iets tegen hem te ondernemen. En voor het geval jullie ons niet willen geloven moeten jullie naar buiten gaan om je zelfvan alles op de hoogte te stellen en je ervan te overtuigen!
Hoofdstuk 191: Een nieuw plan van de tempeldienaren om de Heer gevangen te nemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Er kwam een schriftgeleerde naar Mij toe, die zei: 'Meester, ik ben ervan overtuigd dat je werkelijk in alle ernst een zeldzaam wijs man bent, en zeer deskundig op het gebied van de schrift; zeg me daarom: Wat is eigenlijk het belangrijkste gebod van de hele wet?'
Hoofdstuk 198: De Heer vraagt aan de Farizeeën wat ze van Christus vinden Het wezen van de mens. Over het drie-enige wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Julius Caesar zei: 'Ook dat, ten dele; maar ik zou hen zonder dat zij dat willen niet voor de geest kunnen halen en nog minder met hen kunnen omgaan, hen zien, horen en spreken. Maar dat lijkt ook heel sterk op het zien, horen en voelen van je medemensen op deze aarde. Want jij ziet de werkelijke mens ook niet, maar alleen een afbeelding ervan in jezelf, je voelt hem slechts door je eigen gevoel en hoort het geluid van zijn woorden in je oor, dat zo is ingericht dat het het geluid dat er door de lucht naar toe komt, nabootst. Maar wanneer jij blind, doof en zonder gevoel bent, bestaat er voor jou geen medemens, ook al zou hij zich heel dicht in je buurt bevinden. Maar al hoor, zie en voel jij nog zo veel mensen en stel jij je hen in gedachte voor, dan zul je toch in werkelijkheid niemand zien, horen en voelen als er niemand is.
Hoofdstuk 219: Het leven van Julius Caesar aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Zeker niet wat jij ervan vindt, ofschoon er wel iets van waar is watje denkt! Onze buurman, voor wie de kist is, heeft een boze knecht, die liever die oude kist heeft waar hij naar believen graan uit kan halen om het dan 's nachts heimelijk aan voorbijkomende graanhandelaren te verkopen en het geld zelf te houden. Ofschoon we meestal door andere voorvallen van het werk zijn afgehouden, was ook die boze knecht meermaals de oorzaak dat we het werk aan de kist moesten staken. Ook nu is hij de schuld van deze brand, ofschoon hij nu zelf het hardst bezig is om de brand te blussen.
Hoofdstuk 225: De dood van de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[24] Een andere Farizeeër zei: 'Luister, jonge wijze redenaar, wij vragen je nu alleen nog maar, ons weer ongedeerd naar de stad te laten gaan, en wij geven je de volledige verzekering, dat wij, die nu hier zijn, nooit meer aan de vervolging van de wonderbare profeet uit Galilea ook maar in het minst deel zullen nemen! Ja, wij zullen dat de anderen zelfs zoveel mogelijk afraden! Of wij echter onze ambtgenoten welwillender zullen kunnen stemmen ten opzichte van de wonderdoener, daarvoor kunnen wij natuurlijk niet instaan; maar dat wij onze uiterste best zullen doen, om de vervolgingswoede van onze collega 's te temperen, daar staan we borg voor! Want wij hebben nu ondervonden en onszelf ervan overtuigd, dat ons blinde vervolgen van de Galileeër een van de grootste dwaasheden is, die tot niets anders dan alleen maar onze ondergang leidt. En dus willen en zullen we ook doen, wat wij hier beloofd hebben; maar laat ons nu, zoals we je al gevraagd hebben, ongedeerd de stad weer bereiken!'
Hoofdstuk 1: Er komen verklede priesters bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Als men jullie zal opnemen, blijf daar dan, leer hun de waarheid inzien en handelen volgens de gemakkelijk te begrijpen principes ervan! Als ze die blijmoedig hebben aangenomen en weldra ook bereidwillig begonnen zijn er naar te handelen, spreek dan een gebed over hen uit en leg de zieken jullie handen op, opdat ze genezen worden van hun kwalen, en doop hen dan op de waarachtige wijze, die Ik jullie al eerder heb aangegeven; dan zullen jullie daardoor volgens Mijn wil een Mij welgevallig werk hebben verricht, en jullie loon in de hemel zal daardoor sterk vermeerderd worden.
Hoofdstuk 23: Hoe men een einde kan maken aan het heidense priesterdom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kijk, ik ben net als vriend Agricola iemand die heel veel weet en ook in vele zeldzame dingen zeer ervaren is, en kan daarom ook over veel dingen spreken, wat zeker niet ieder mens mogelijk is. Een aantal jaren geleden moest ik in verband met hoge ambtsbezigheden naar Illyrië* (* Klein staatje op het Balkan-schiereiland aan de Adriatische Zee; later Istrië genoemd.) in Europa. Dit Illyrië is een zeer bergachtig land en voor het grootste deel ook woest en hard, en de bewoners ervan zijn daarom ook weinig ontwikkeld en hebben veelovereenkomsten met het door hen bewoonde land. Ze zijn hard, weinig vruchtbaar in de geest, maar daarentegen sterk in allerlei sagen en speciaal in allerlei bijgeloof, en evenals hun land zeer vruchtbaar voor allerlei onkruid.
Hoofdstuk 31: Agrippa vertelt zijn ervaring met een bezeten Illyriër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Ik zal in de geest, in het woord en in de waarheidbij de Mijnen blijven, en degenen die grote liefde voor Mij zullen hebben, zullen Mij af en toe ook enkele ogenblikken persoonlijk te zien krijgen. Met degenen echter, die volgens Mijn woord zullen leven en zorgvuldig naar de innerlijke waarheid ervan zullen zoeken, zal Ik zo spreken dat ze het in hun hart begrijpen en zo zal Ik Mijn woorden in hun gemoed leggen; en jonge mannen en vrouwen die in Mijn naam goed opgevoed zijn, zullen visioenen krijgen waarin hun Mijn wezen, de hemelen en het eeuwige leven verklaard worden evenals het lot van de afvalligen en kwaden, en ook op die manier zal Ik bij de Mijnen blijven tot aan het einde der tijd van deze aarde. Begrijp dat nu allemaal goed en vraag Me daar niet meer naar!'
Hoofdstuk 55: Op het landgoed van Lazarus (17.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...