Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6281 resultaten - Pagina 6 van 419

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[10] Waar kunt u Mij het eerste echte geloof aanwijzen, waar het echte leven uit het geloof? Waar houdt de een van de ander, zonder dat hij er iets voor terug vraagt? Waar zijn zij, die van hun vrouw hielden om haar levende vruchtbaarheid? Ze houden van de jonge meisjes vanwege de wellust en bedrijven ontucht met hen en het is letterlijk hoererij. Want als je het andere geslacht domweg verafgoodt terwille van de wellust en de ontucht, dan maak je je schuldig aan hoererij en dat is het slechtste van al het slechte! -Waar vind je een dief, die een lamp zou nemen en openlijk ging stelen?!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Volg echter de ingeving van uw hart, dat zal u in één oogwenk meer zeggen dan alle vijf de boeken van Mozes en alle profeten! Want zie, alleen de liefde is het echte in de mens! Houd u daarom aan haar vast en u zult bij dag wandelen! -Nu echter een ander onderwerp!
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar jammer genoeg neemt nog bijna niemand dit getuigenis aan! Want wat vuil is, dat blijft vuil en wil de Geest niet aannemen, tenzij het eerst door het vuur zou gaan en aldaar zelf geest worden; want een echt vuur verteert alles tot op de geest na, die zelf een geweldig Vuur is. Daarom zal de geestelijke doop van de Heer velen vernietigen, en dat is de reden waarom velen bang zullen zijn om haar aan te nemen.
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Er komt een vrouw uit Samaria om water uit de bron te putten. Jezus zegt tot haar: 'Vrouw geef Mij te drinken'. Want zijn leerlingen waren de stad ingegaan om voedsel te kopen. Joh. 4:7-8) Terwijl Ik nog steeds tevergeefs wacht op een kruik uit het dorpje om water mee te putten, komt er als geroepen een Samaritaanse uit Sichar met een kruik om voor zichzelf op deze hete dag een kostelijke dronk uit de Jacobsbron te halen, waarvan het water zeer koel was. Toen ze haar kruik met water aan een touw uit de bron getrokken had, terwijl ze daarbij helemaal niet op Mij lette, zei Ik tegen haar: 'Vrouw! Ik heb erge dorst, geef Mij uit je kruik te drinken!'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Johannes antwoordde en zei 'Een mens kan niets aannemen, tenzij het hem uit de hemel is gegeven.' Joh. 3:27) Johannes wordt kalm en zegt tegen zijn leerlingen: 'Luister, het lijkt mij toe dat het zo is: Een mens kan, speciaal wat betreft geestelijke dingen, zich niets toeëigenen, wat hem niet eerst uit de hemel gegeven wordt! De bijzondere mens, Die Zich door mij aan de overzijde van de Jordaan liet dopen, en boven Wiens hoofd ik de geest van God heel zachtjes, zoals een duif zich op haar nest neervlijt, als een lichtend wolkje uit de hemel zag neerdalen, en van Wien ik dat getuigenis gaf, zou niet kunnen hebben wat hij heeft, als Hij alleen maar mens was. Maar Hij is meer dan alleen maar mens en schijnt de macht te hebben om wat Hij maar wil uit de hemel te kunnen nemen, en daarbij het genomene te behouden of te geven aan wien Hij maar wil! En ik denk dat wij allen, dat wat wij hebben, door Zijn genade ontvangen hebben, en het is dus onmogelijk dat wij Hem voor kunnen schrijven wat en hoe Hij moet doen! Hij geeft, - wij zijn degenen, die het van Hem aannemen. Hij heeft Zijn grote korenschop in Zijn hand; Hij zal Zijn dorsvloer vegen zoals Hij wil en Hij zal het koren in Zijn schuur verzamelen, het stro echter verbranden met het eeuwige vuur, en uit de as maken wat Hij wil!'
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] (Jezus antwoordde en zei tot haar: ' Als je de gave van God kende en Wie Hij is die tot je zegt: Geef Mij te drinken, dan zou je Hem smeken en Hij zou je levend water te drinken geven'. Joh. 4: 10) Ik zeg: 'Omdat je niets beseft, daarom praat je zo; maar als je een beetje inzicht had en je zou de gave van God herkennen en Degene, die tegen je spreekt en gezegd heeft: 'Vrouw, geef Mij te drinken!', dan zou je voor Hem neervallen en Hem smeken om het echte water, en Hij zou je levend water te drinken geven! Ik zeg je, wie gelooft wat Ik tegen hem zeg, uit diens lichaam zullen stromen van hetzelfde levende water stromen, zoals dat geschreven staat in Jesaja 44 vers 3 en in Joël 3 vers I.'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] (Jezus antwoordde en zei tot haar: 'Ieder, die van het water uit deze bron drinkt, die zal na een poosje weer dorst hebben.' Joh. 4:13) Ik zeg: 'Ik zei al dat je geen besef hebt en daarom is het ook wel begrijpelijk dat je Mij niet verstaan kunt en wilt. Kijk, Ik zei je ook: Wie Mijn woorden gelooft, uit diens lichaam zullen stromen levend water stromen! Nu, Ik ben al dertig jaar in deze wereld en heb nog nooit een vrouw aangeraakt; waarom zou Ik dan nu opeens jou begeren?! 0, jij begripsloze zottin! En gesteld dat Ik het met je aan wilde leggen, dan zou je dorst toch weer terugkomen en zou je weer moeten drinken om je dorst te lessen. omdat Ik je echter levend water aanbood, daarom is het wel duidelijk dat Ik daarmee jouw levensdorst voor eeuwig wilde lessen! Want weet je, Mijn woord en Mijn leer is dat water!'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] (Jezus zegt tot haar: 'Ga heen en roep je man en kom hier.' Joh. 4:16) Ik zeg: 'O vrouw, je bent bijzonder dom, er is met jou niet te praten, want je hebt geen besef van geestelijke dingen! - Ga maar naar de stad en roep je man en kom met hem weer hierheen; met hem wil Ik praten, hij zal Mij zeker beter begrijpen dan jij! Of is je man soms net eender als jij, dat hij zijn natuurlijke dorst zou willen lessen met het geestelijke water van de deemoed?'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (De vrouw antwoordde en zei tot Hem: 'Ik heb geen man.' Jezus zegt tot haar: ' Je hebt terecht gezegd: Ik heb geen man.' Joh. 4: 17) De vrouw antwoordt daarop heel bits: 'Ik heb geen man', waarop Ik dan enigszins glimlachend tegen haar zeg: 'Kort, goed en waar, je hebt nu helemaal de waarheid gesproken.'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Jezus zei tot haar: 'Vrouw, geloof Mij, er komt een tijd dat je noch op de berg, noch in Jeruzalem God de Vader zult aanbidden.' Joh. 4:21) Ik zeg: 'Vrouw, Ik ken je armoede, je nood en je slechte lichaam wel; maar Ik ken ook je hart, dat nu juist niet best, maar toch ook niet slecht te noemen is, en kijk, dat is de reden waarom Ik nu met je spreek. Waar het hart ook nog maar een beetje goed is, daar is ook nog iedere hulp mogelijk! -Maar je bent wel heel verkeerd bezig als je twijfelt over waar men God waardig zou moeten aanbidden, om door Hem verhoord te worden!
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Hierdoor raakt de vrouw helemaal in verwarring en weet niets uit te brengen; want haar hart was erg vurig en haar liefde groeide zichtbaar.
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Na haar hart even de tijd gegund te hebben, vroeg Ik haar of ze niets wist van de Messias, Die komen zou.
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] (Jezus zegt tot haar: 'Ik ben het, die nu met je spreekt.' Joh. 4:26) Liefdevol en ernstig zeg Ik kort en duidelijk tegen de vrouw: 'Ik ben het, Die nu met je praat!'
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (Komt en ziet een mens, die mij alles heeft gezegd wat ik ooit gedaan heb, Is Deze niet de Christus?' Joh, 4:29) Op dit moment vallen de mannen haar in de rede en vragen vol ongeruste nieuwsgierigheid: Nou, nou, wat is er dan, trekken vijanden ons land binnen of is er een sprinkhanenzwerm op komst?'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Velen nu van de Samaritanen uit die stad geloofden in Hem, terwille van de vrouw, die getuigde: 'Hij heeft mij alles gezegd, wat ik heb gedaan'. Joh. 4:39) En zo ging het tot aan de avond, en heel veel van degenen, die uit de stad tot Mij waren gekomen, geloofden nu in Mij, eerst vanwege het getuigenis van de vrouw, die het stadsvolk in vurige bewoordingen wist te vertellen, hoe Ik haar alles vertelde wat ze ooit gedaan had; vervolgens echter geloofden velen ook aan de hand van wat de leerlingen over Mij getuigden. Het grootste geloof echter hadden die Samaritanen, die zo dicht bij Mij waren, dat ze Mij zelf konden horen spreken.
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...