Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 6 van 1112

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Hoe hoger een leven eenmaal gepotentieerd is, des te krachtiger, machtiger en zwaarder is het, en al het leven dat nog op een heel lage trap staat, kan zich tegenover een veel hoger leven niet staande houden, tenzij er een zekere afstand is. Wat is een mug tegenover een olifant, wat een vlieg ten opzichte van een leeuw?! Wat is een heel teer mosschimmelplantje tegenover een honderden jaren oude ceder op de Libanon, wat is deze aarde vergeleken bij de grote zon?! Wat is een druppel water bij een machtig vuur?! -Als iemand van jullie op een olifant stapt, zal de olifant daar helemaal niets van merken; maar gaat iemand van jullie op een mier staan dan is het met haar natuurlijke leven helemaal gedaan.
Hoofdstuk 90: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Vervolgens moet het zijn levensgeesten of in zekere zin zijn geestelijke substantiële deeltjes afgeven aan de planten. Als de deeltjes zich in de planten langzaam maar zeker steeds meer ontwikkeld hebben tot vormen met een bepaalde intelligentie, dan worden zij weer door het water en de vochtige lucht opgenomen, en het water moet hun materiaal voor nieuwe en vrijere levensvormen verschaffen. Het water blijft zo dus nog steeds dienstbaar in zijn eigen sfeer, hoewel er uit dit water per uur myriaden maal myriaden kleine intelligentiedeeltjes van het zieleleven vrijkomen en steeds meer zelfstandig worden.
Hoofdstuk 94: De ontwikkeling van het ziele-leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar daarom kan ook slechts een ziel op deze aarde geïncarneerd worden, als deze afkomstig is van een zon waar zich nog alle oerelementen bijeen bevinden en waar zij reeds een lichamelijk bestaan heeft doorlopen en zodoende al die specifieke ziele-intelligentiedeeltjes in zich heeft die voor het voltooien van de hoogste vorm van geestelijk leven nodig zijn, -óf als deze direkt afkomstig is van deze aarde en voordien alle drie de zogenoemde natuurrijken heeft doorlopen, vanaf de grofste steen materie door alle mineraallagen, vandaar door de totale plantenwereld, en tenslotte door de gehele dierenwereld in het water, op de aarde en in de lucht.
Hoofdstuk 106: Betekenis en ontstaan van de aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daardoor werd echter het eigenlijke zwaartepunt van deze ronde klomp steeds meer naar die kant verschoven waar zich voortdurend alle vloeistof bevond, en zo moest in de loop van de tijd de te langzame eigen asrotatie tenslotte geheel ophouden toen door het vaster worden van de klomp het water niet meer zo snel door kon sijpelen en de meegenomen golven tegen de ontstane hoge bergwanden te veel braken en weerstand ondervonden. De gehele klomp begon toen de aarde, die hem uitworpen had, slechts één en hetzelfde gezicht te laten zien.
Hoofdstuk 107: Het ontstaan van de maan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Maar Ik voeg het volgende daaraan toe: "Voor degene die niet gelooft en niet in en door Mijn naam en Mijn woord gedoopt wordt met water en geest, zal alles bij het oude blijven! Zij zullen aan gene zijde niet in Mijn rijk komen en Mij aanschouwen, maar zij zullen aan de buitenste grenzen van Mijn rijk blijven, waar veel duisternis en nacht zal zijn en veel gehuil en tandengeknars. En het zuivere levenslicht van de hemel zal hen slechts bereiken zoals het licht van een kleine vaste ster tot deze aarde doordringt, en zij zullen van Mijn ware levenshemelen evenveel weten als de mensen hier nu van het uiterlijk van de vaste sterren en wat zich daarop bevindt. En ook al denken de mensen dag en nacht gedurende duizendmaal duizend eeuwen erover na wat die glanzende punten daar boven zijn, dan zullen zij na deze lange tijdsduur evenveel weten als nu. Wel zullen er in de loop der tijd mensen komen die apparaten uitvinden om ver verwijderde voorwerpen zo te kunnen zien alsof zij vlak bij staan; maar met de vaste sterren zullen zij dat nooit bereiken, omdat deze veel te ver van de aarde af staan.
Hoofdstuk 109: Verlossing, wedergeboorte en openbaring. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Wie zich dus met water laat dopen met het ernstige voornemen zich te verbeteren, begaat daarmee geen fout; alleen moet hij niet geloven dat het water zijn hart zal reinigen en zijn ziel zal sterken. Dat gebeurt slechts door de eigen, geheel vrije wil; het water is slechts een teken dat aangeeft dat de wil, die het levende water is van de geest, nu de ziel op gelijke wijze van de zonden heeft gereinigd zoals het natuurlijke water het hoofd en het overige lichaam reinigt van stof en andersoortig vuil.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Toen Johannes doopte, brachten zij hem en ook zijn leerlingen kinderen om te dopen en hij doopte hen ook als er zich voor het kind gewetensvolle plaatsvervangers aandienden, die heilig beloofden voor de geestelijke opvoeding alle zorg te dragen. Wel, in dat geval kan een kind ook wel vanwege de naam met water gedoopt worden; maar de doop heiligt de ziel en het lichaam van het kind niet langer dan tot het kind tot de ware kennis van God en zichzelf, en tot het gebruik van de vrije wil komt. Tot die tijd moet de plaatsvervanger zeer gewetensvol ervoor zorgen dat het kind in alles wat ter verkrijging van de ware heiliging nodig is, ruimschoots voorzien wordt, -omdat anders de ziel van de plaatsvervanger alle verantwoording op zich geladen krijgt.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Alleen MATHAËL en zijn vier metgezellen zeiden: "Dit wonderlijke zien is ons volstrekt niet vreemd; want op deze wijze zagen wij vaak de merkwaardigste dingen en liepen wij vaak over plaatsen waar in de natuurlijke waaktoestand geen sterveling langs zou kunnen komen zonder een gruwelijke val te maken en wij zagen daarbij de gehele lucht alsook het water van de zeeën en meren, rivieren en beken steeds wemelen van allerlei wonderlijke vormen en vreemd uitziende larfjes, die zich sneller of langzamer in de lucht in alle windrichtingen voortbewogen; ook zweefden zij op en neer, draaiden nu eens langzaam dan weer vlug in kringen rond. Sommige zaten zogezegd als sneeuwvlokken op de aarde en kropen als het ware vlug in haar voren weg; sommige werden als dauw door de planten opgezogen, andere door de grond en nog enkele door allerlei gesteente.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Veel van zulke vormen haastten zich ook naar het water en zwommen licht glijdend een tijdlang over het oppervlak heen en weer. Sommige doken daarop vastberaden onder water, andere dromden wat meer samen tot een nevelige massa en doken pas dan onder wanneer zij tot een nieuwe vorm waren samengesmolten die niet zelden leek op een waterdier .
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Maar wat het wonderlijkste was, wij zagen dat zich nu voortdurend duizenden vreemd uitziende larfjes en figuurtjes uit het water verhieven die ongeveer leken op allerhande vliegende insecten en ook op kleine en grote vogels van alle mogelijke soorten en vormen. Zij hadden zonder meer goed gevormde vleugels, poten en andere ledematen; maar zij gebruikten die niet zoals vogels doen, maar het hing er allemaal bij, en zij zweefden meer als donsveertjes of sneeuwvlokken door de lucht. Alleen als er een zwerm werkelijke vogels in hun buurt kwam, zag je echte tekenen van leven aan deze nevelige figuren en vormen; zij trokken dan ook met de zwerm mee en werden daardoor in korte tijd als het ware verzwolgen.
Hoofdstuk 114: Een blik in de wereld van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Nu zie ik die vuurslangen ook in de lucht rondzwermen, alleen veel kleiner en minder vurig; boven het water zijn de zwermen het dichtst. Vogels, die gewoon zijn' s nachts boven de waterspiegel hun vertier te zoeken, schijnen er niet erg van te houden; maar de vissen springen hen uit het water tegemoet. Die op het water rondzwemmen lichten het sterkst en bewegen zich ook pijlsnel! Wat, o Heer, is dat nu? Wat moeten wij daarvan denken?"
Hoofdstuk 118: Het wezen van de zuurstof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] En wij zien dan een volgroeide, vruchtbare hen voor ons, die nu wederom het vermogen heeft ten dele uit de lucht, ten dele uit het water en voor het grootste deel uit de voor haar geschikte organische voeding, die reeds zieledelen bevat, de haar voedende, specifieke zieledeeltjes in zich op te nemen. De geestelijke gebruikt zij voor de verdere ontwikkeling van haar levensziel en de grovere zowel voor het in stand houden van haar organisme: als ook voor het scheppen van het prille begin van nieuwe eiklompjes, waaruit na het ordelijke verloop van wat jullie nu beschreven is weer een haan of een hen tevoorschijn komt.
Hoofdstuk 119: Raphaël toont het scheppen van organische wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Kijk, ik heb nu volgens de wil van de Heer door de vele ondergeschikte dienstgeesten de grote en, zoals jullie zien, zeer helder licht gevende, vurige, tongvormige levensgeesten van de oergedachten die daar aan het water speelden, hierheen gehaald! Let maar eens op hoe druk zij om de vrij voor ons zwevende vrouwelijke levensklomp beginnen te draaien! En kijk, daar beginnen alle kleinere vrouwelijke levensgeesten zich weer te bewegen en zich in te spannen om deze onrustige, mannelijke levensgeesten kwijt te raken; maar die weten van geen wijken en de opwinding van de vrouwelijke levensgeesten verspreidt zich verder en verder, tot in het hoofdlevenscentrum!
Hoofdstuk 120: De verwekking bij het dier en bij de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Zo bijzonder moeilijk als het voor iedere dokter is om zulke oude kwalen van het lichaam te genezen, net zo moeilijk en vaak nog moeilijker is het om zulke oude verwondingen van de ziel te genezen. Als de schipper zijn schip wil behoeden voor beschadiging, moet hij niet daarheen varen waar in zee allerlei klippen en koraalbanken voorkomen, maar alleen daarheen waar het water de geschikte diepte heeft. En zo moet de opvoeder van kinderen als een echte, het leven kennende stuurman zijn kleine levensscheepjes ook niet rond laten varen over alle wereldse, klippenrijke ondieptes, maar zich meteen meer op de innerlijke levensdieptes wagen en dan zal hij de kleine scheepjes voor gevaarlijke beschadigingen behoeden, en daardoor de kroon verwerven van een echte levensstuurman
Hoofdstuk 126: De gevolgen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als echter tienmaal honderdduizend mensen druk bezig zijn om bergen af te graven en grote meren op te vullen, of om zeer brede heerbanen aan te leggen teneinde gemakkelijker oorlogen te kunnen voeren; als mensen hele bergketens dagreizenver afschuinen tot een hoogte van vierhonderd tot vijfhonderd manslengten, of grachten om de bergen graven van tweehonderd tot driehonderd manslengten diep en daardoor de inwendige watersluizen van de aarde openen, zodat de bergen beginnen te verzinken in de leeg geworden grote waterbekkens en het water zo begint te stijgen dat het in Azië bijna boven de hoogste toppen der bergen als een zee begint voort te golven -waarbij nog komt dat bij deze grote verwoesting van de bergen vele honderd duizendmaal honderdduizenden hectaren van de bosrijkste streken mee vernietigd werden, waardoor talloze myriaden aard en natuurgeesten, die voordien de handen vol hadden aan de mooiste en weelderigste vegetatie, nu opeens vrij en werkloos geworden zijn -, vraag jezelf dan maar eens af, hoe de geesten toen in de luchtregionen tekeer zullen zijn gegaan! Wat een stormen en massale wolkbreuken, wat een hagelmassa' s en hoeveel ontelbare bliksems zijn er toen meer dan veertig dagen lang uit de wolken naar de aarde geslingerd en wat een watermassa' s zullen zich toen over bijna geheel Azië verspreid hebben, en dat allemaal door louter natuurlijke oorzaken! Zeg eens, was dat weer Gods toorn en Zijn onverzoenlijke wraak?!
Hoofdstuk 143: De zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...