Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 6 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[7] Geheel naar waarheid zeg Ik jullie: Ik zou net zo gemakkelijk en eigenlijk nog gemakkelijker in de gedaante van een mens van ontzaglijke grootte, begeleid door talloze engelscharen en door vuur, bliksem en donder en storm, op aarde hebben kunnen neerdalen en met een bergen verwoestende, donderende stem jullie het nieuwe genadewoord hebben kunnen verkondigen. Er zou zeker niemand onder jullie geweest zijn die in zichzelf ook maar de geringste twijfel had kunnen laten opkomen. Want de enorme schrik en de uitzinnige angst zouden hem ogenblikkelijk dermate bevangen hebben, dat hij niet eens tot de geringste gedachte in staat geweest zou zijn. Zou dat echter iemand van nut geweest zijn voor zijn innerlijke, ware vrijwording? O, zeker niet! Dat zou een gericht zijn geweest voor iedere mensenziel, en alle harten zouden zo gebiologeerd zijn geworden dat zij gewoonweg in de hardste steen veranderd zouden zijn!
Hoofdstuk 7: De Heer met de Zijnen op een heuvel bij Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar IK zei: 'Is er dan al iemand door de bliksem getroffen, dat jullie zo hard roepen?! Degenen, die bij Mij zijn, dreigt geen gevaar. Leer echter nu de macht van de Vader in de Zoon kennen; want dit onweer is ook een gericht en het staat onder Mijn gezag! Ik heb het opgeroepen en kan het ook weer laten verdwijnen, wanneer en hoe Ik maar wil. Maar voor jullie, twintig priesters, is het een symbool van jullie gemoed; want precies zo en nog erger dan het er nu boven ons uitziet, heeft het er nauwelijks drie uur geleden in jullie hart uitgezien.
Hoofdstuk 12: De nachtelijke storm tijdens het onweer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En zo hebben wij nog een hoop van dit soort dingen waarvan de experimenten het onwetende volk in grote verbazing moeten brengen. Daartoe behoren ook onze vaardigheden met vuur, waarmee wij ook de bliksem en alle uitwerkingen daarvan bedrieglijk echt kunnen nabootsen. -Daaruit bestaat dus het eerste deel van onze magie.
Hoofdstuk 38: De bekwaamheid en de daden van de drie wijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Maar toen Ik dat zei, sloeg er juist vlak voor ons een bliksem met een oorverdovende knal in de grond.
Hoofdstuk 62: De grote zeeslang - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Kijk, voor de hele, eindeloos grote schepping neemt God zowel wat tijd als ruimte betreft steeds een en dezelfde wijze orde in acht! Zou het God dan soms onmogelijk zijn, zonder verwekking en zonder moederlichaam een van alle wijsheid en kracht voorzien mens te scheppen, net zoals het Hem mogelijk is in een oogwenk de bliksem uit de lucht te laten komen?! Beslist niet, en Ik Zelf heb jullie daarvoor de overtuigendste bewijzen gegeven!
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen zei DE JOOD: 'O Heer, verlaat ons nooit in deze wereld, - dan zijn wij allen veilig! Heus, in de tempel zijn er nog wel zevenhonderd zoals wij; maar die zijn nog veel harder geworden dan wij, - laat die zelf maar zorgen voor wat hun te wachten staat! Wij zullen echter reeds morgen onze bezittingen halen en onze overvloed onder de armen verdelen. Dan trekken wij een ander gewaad aan en zullen U volgen, -ook al zou U ons met bliksem en donder willen wegjagen! Nu wij eenmaal Uw wil volledig onderkend hebben, zullen wij, oude joden, ook tonen dat oude bomen zich nog heel goed laten buigen. Wij hebben thans gezien dat er buiten U, o Heer, geen geluk en geen leven kan bestaan; daarom zal ons ook eeuwig niets meer van U afbrengen!
Hoofdstuk 11: De goede voornemens van de pasbekeerde joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar JOHANNES stapte naar voren en zei: 'Jullie zijn toch met veel meer mensen dan wij! Waarom konden jullie Hem dan niet tegenhouden? Houdt de storm en de bliksem maar eens tegen! Beveel de golven van de zee, wanneer zij jullie woedend trachten te verzwelgen! En ik die slechts leerling ben kan jullie zeggen: Gemakkelijker en met meer succes kunnen jullie de woedende elementen tot rust brengen dan de wil van de Godmens buigen! Luister dus en koester niet zulke dwaze plannen! Hoe kunnen jullie Hem dan werelds.koning over de Joden willen maken, wiens geest eeuwig Heer is over alles in de hemel en op aarde! Dat hebben jullie immers toch duidelijk kunnen afleiden uit de vele tekenen die Hij jullie heeft laten zien. Hij hoeft alleen maar te willen, en het is er en er gebeurt wat Hij wil. Maar Zijn alziendheid en Zijn wil reikt niet slechts tot hier, maar ook eindeloos veel verder; wees daarom niet dwaas, en ga slapen opdat je niet iets onaangenaams zal overkomen!'
Hoofdstuk 42: De leerlingen varen over de zee naar Kapérnaum (Ev.Joh. 6, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Toen zei DE WAARD: 'O ja, Heer en Meester! Maar voor zo'n stimulerende beschouwing heb je ook Uw wijsheid nodig; ik zou wel een eeuw kunnen kijken en dan zou ik dat wat U nu aan ons heeft uitgelegd, toch niet ontdekt hebben! Van nu af aan zal het bij mij ook wel beter gaan; want ik ben een vriend van de natuur en verlustig mij graag in haar scheppingen en vormen. Alleen wanneer zij eens hier of daar uit de band springt, blijf ik daar graag zo ver mogelijk vandaan. Als er zware stormen komen en de wolken ons met bliksem en donder dreigen te vernietigen, dan houdt mijn vriendschap voor de natuur op; maar als zij zo rustig bezig en aanwezig is, houd ik bijzonder veel van haar. Weliswaar is nu deze golvenstorm op zee ook geen rustige bezigheid van de natuur, maar voor ons bewoners van het vaste land is het in ieder geval niet gevaarlijk en daarom nog met een gerust hart aan te zien; maar zou een geweldige orkaan de zee zo in beweging brengen, dan zou het hier niet zo erg behaaglijk zijn om de natuur in haar doen en laten gade te slaan en daarin de door Zijn wil tot leven gebrachte, grote goddelijke gedachten te herkennen.'
Hoofdstuk 75: Over het juiste bekijken van de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Wat zouden jullie ervan zeggen als Ik jullie meedeelde dat het over ongeveer 2000 jaar vanaf nu gerekend, met Mijn leer in het algemeen nog veel slechter gesteld zal zijn dan met het ergste heidendom van nu, en nog erger zal zijn dan het domste wat de Farizeeën nu voorschrijven in Jeruzalem, dat vanaf heden geen vijftig jaar meer zal bestaan?! Wat zullen jullie zeggen als Ik jullie openbaar dat de mensen in die tijd grote kunstmatige ogen zullen uitvinden en maken, waarmee zij in de diepste diepten van de sterrenhemel kunnen kijken, en heel andere berekeningen zullen maken dan de Egyptenaren gedaan hebben?! Ja, de mensen zullen ijzeren wegen aanleggen en met stoom en vuur in ijzeren wagens rijden zo snel als een afgeschoten pijl door de lucht vliegt! Zij zullen elkaar met metalen vuurwapens bevechten, en hun brieven door de bliksem over de hele wereld laten verspreiden, en hun schepen zullen zonder zeilen of roeiriemen door de kracht van het vuur over de grote wereldzee varen zo snel en gemakkelijk als de arend door de lucht vliegt; -en nog duizend en één andere dingen waarvan jullie je geen voorstelling kunnen maken.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Weliswaar bent u nu een mens die vervuld is van Gods macht, en een Meester; maar over enige honderden jaren zal de wereld over u hoogstwaarschijnlijk ook niet veel meer weten dan dat u er eens was. Onze nakomelingen zullen in ieder geval, zoals wij al gezegd hebben, deze herinnering zo levendig mogelijk bewaren, hoewel uw woorden nog meer dan uw wonderbare daden een geest uitademen die buitengewoon getuigt van Gods geestelijke aanwezigheid in u. Er zijn echter al heel veel grote geesten als mens op deze wereld geweest, en ook hun werkelijk onbegrijpelijk grote wonderdaden getuigden ervan dat zij meer dan gewone mensen waren; maar ook zij zijn allemaal gestorven, en geen van hen liet zich ooit weer als voortlevende geest zien om daardoor de volle waarheid te bevestigen van zijn leer, die hij de arme mensen vaak onder donder en bliksem gegeven heeft.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Terwijl Ik nog sprak, klonk er een harde knal alsof vlakbij de bliksem was ingeslagen. De muren trilden en de deur van de kamer ging open en slingerde heen en weer. Toen hadden de leerlingen opeens helemaal geen slaap meer, en allen wilden naar buiten om te onderzoeken wat daar wel gebeurd mocht zijn.
Hoofdstuk 167: Lazarus wordt eigenaar van een oliebron - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Een mens, die zo wijs en goedhartig spreekt, en zelf ook daarnaar handelt, en zulke grote tekenen doet, is toch waarlijk een groot profeet, en dan geeft het toch niet waar hij vandaan komt! En als de Messias zal komen, dan is het maar de vraag of Hij grotere tekenen zal doen! Als Hij niet met donder en bliksem en zwavelregen komt, zullen de Farizeeën net zo min in Hem geloven als in deze man!'
Hoofdstuk 196: De Heer onderricht in de tempel. Het oordeel van het luisterende volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Maar deze blinde nakomelingen van degenen die reeds in de woestijn aan de voet van de Sinaï, terwijl Jehova op de berg onder bliksem en donder de heilige wetten aan Mozes gaf, het gouden kalf aanbeden en Jehova niet geëerd hebben -ofschoon Hij vlak voor hun neus luid Zijn wetten verkondigde -, zijn nu voor het aangezicht van God nog dezelfde aanbidders van hun gouden kalveren, en bij al hun mateloze domheid toch nog brutaal genoeg zich zelfs aan U o Heer te vergrijpen. O Heer, laat ze gaan, en leer ons U beter en dieper kennen - en ook onze erge zonden die wij zo vaak tegenover U begaan hebben! ,
Hoofdstuk 200: Het wezen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Dat doet hun zelfzucht, hun onbegrensde hoogmoed en hun eveneens onbegrensde heerszucht. Naar hun idee moet de Messias met een alle begrip te boven gaande hemelse pracht onder donder en bliksem, uit de hemelen neerdalen, Zijn intrek in de tempel nemen en de hogepriesters, Farizeeën en schriftgeleerden bekleden met alle macht en alle luister, de Romeinen het land uitjagen, en de tempeldienaren aan Zijn zijde met alle macht en gezag uitrusten, zodat zij dan weldra over de hele wereld zouden kunnen heersen.
Hoofdstuk 203: De reden van het ongeloof van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] U alleen, o Heer, heeft de mensen de ogen geopend, met het doel om hun nu te laten zien waar zij met de tempeldienaren aan toe zijn. Maar ook dat helpt slechts weinig, want desondanks doen zij toch op de brutaalste wijze van de wereld wat zij willen, en geen straffende bliksem schiet uit Uw wolken op hen neer! U, o Heer, bent nu Zelf aanwezig op deze aarde als mens met een lichaam, -een verschijnsel dat zijn weerga niet vindt in de hele voorbije eeuwigheid, en dat de hoogste genade is die God Zijn schepselen heeft geschonken. Duizend en nogmaals duizend mensen, waaronder zelfs vele heidenen, erkennen dat met de grootste vreugde en dankbaarheid, en die daar beneden horen luid van alle kanten en van groot en klein deze heilige waarheid bevestigen. Maar in plaats van deze boodschap met alle blijdschap als volledig waar aan te nemen, vervloeken zij nog het volk dat zich wil inzetten voor die waarheid! Je vraagt je af: Wat zijn zulke beestachtige mensen dan waard?'
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23