Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 6 van 92

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Zelf heb ik gisteren en ook al vandaag op een afstand in 't geheim geobserveerd wat er allemaal in en buiten het huis van de oude Jozef is gebeurd. Ik zeg je: alleen maar wonderen en nog eens wonderen! Twee zichtbare volmaakt levende engelen dienen hem! De vrouw van Faustus was in Kapérnaum en de timmerman wilde haar bij de ochtendmaaltijd hebben, maar het zou wel bijna vier uur gekost hebben om haar van Kapérnaum naar Nazareth te brengen. Maar wat gebeurt er? De timmerman wenkt de twee engelen. Die verdwijnen slechts enige ogenblikken en verplaatsen heel blijmoedig de mooie Lydia, de vrouw van Faustus, naar Nazareth! - Wat zeggen jullie daarvan? Dat gaat toch duidelijk boven ons verstand?!"
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Maar als dat zo is -wat zijn daden en leringen aantonen -dan weet ik werkelijk niet waarom wij voortaan nog de dode ark blijven aanhangen, terwijl de levende hier handelt en wandelt! Voor de schijn kunnen wij Voor het volk zelfs blijven wat wij nu zijn, zodat het niet te veel opvalt, maar in het hart zouden wij allemaal definitief zijn zijde moeten kiezen!"
Hoofdstuk 53: De oudsten kunnen geen besluit nemen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De ENGELEN zeggen: "Daar heb je helemaal gelijk in! Ieder mens blijft in zoverre wel een waardig meesterwerk van God, omdat hij door zijn vorm, deugdelijkheid, kunde en levende vrijheid In zekere zin een echte machine is, waarin de geest zich vrij en levend kan uiten.
Hoofdstuk 58: De omgang van de aardse mens met de hemelse Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Want als de mens door de een of andere dwang van buitenaf of van binnenuit volmaakt zou kunnen worden, dan zouden wij meer dan genoeg macht hebben om alle mensen zo te binden en te dwingen, dat zij onmogelijk ooit tegen welke wet dan ook zouden kunnen Ingaan! Maar daardoor zouden wij van de in alle vrijhield volledig aan-God-gelijk-moeten-wordende mens slechts een stomme levende machine maken, die zich zelf net zo weinig ooit zou kunnen opwerken tot doelmatige vrije bezigheid -als het zo scherp mogelijke zwaard der gerechtigheid dat met door een geoefende hand wordt vastgehouden!
Hoofdstuk 58: De omgang van de aardse mens met de hemelse Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Zulke geesten gebruiken soms ook voedsel uit de natuur, en wel uit het plantenrijk. Dat doen zij in het bergengebied bij het verrichten van zwaar werk tijdens het omvormen van de rotsen, bij het losslaan van grote delen der bergen, bij het leegscheppen van inwendige, teveel water bevattende holen en bij meer soortgelijk werk waarmee deze geesten vaak overladen worden. De bedoeling daarvan is dat ze door het vele werk hun liefde voor de bergen zullen kwijtraken en zich in het vlees zouden laten verwekken, omdat vooral vanaf nu geen geest de volle levende vrije zaligheid kan bereiken als hij niet de weg van het vlees heeft doorgemaakt.
Hoofdstuk 64: Essentie, leven en werk van de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] IK zeg: "Vriend, dat gebeurde, gebeurt nog en zal in de toekomst nog heel vaak gebeuren, en toch zullen de mensen niet ophouden met het bouwen van tempels! Die te Jeruzalem zal verwoest worden, en van de afgodentempels zal niets teruggevonden worden. Maar in plaats van dit geringe aantal zullen er vele duizenden komen, en zolang er op aarde mensen zullen wonen, zullen zij ook tempels bouwen, grote en kleine, en zij zullen daarin hun heil zoeken. Maar slechts weinigen zullen voor God een levende tempel in het hart bouwen, de enige plaats waar Hij waardig beleden, vereerd en aanbeden kan worden en ook moet worden, omdat dat alleen de voorwaarde is voor het eeuwige leven van de ziel!
Hoofdstuk 72: Het echte dienen van God. In Nazareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Als jouw plaats in het vervolg hier is, laat mij dan maar mijn gang gaan, en dan is Galiléa op zichzelf binnen enkele jaren volkomen onafhankelijk van de tempel! Galiléa staat in de tempel toch al helemaal op het laatste perkamenten blad! Wat maakt het nu uit of we ook dit laatste blad eruit scheuren? De Romeinen en Grieken staan aan onze kant, dat is zeker, daarbij nog een beetje van de almachtige, levende genade van God, en het zal voor de tempel heel moeilijk worden om onze hysopstruiken af te likken!"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] De Esseen bracht mij in een grote donkere kamer, waarin op z'n minst honderd lijken afzonderlijk op doodsbedden opgebaard lagen, en een heel duidelijke lijkengeur doordrong mij ervan dat de daar in een lange rij naast elkaar liggende lijken geen levende mensen meer waren. Terwijl wij beiden tussen de vele lijken doorliepen en ze ook hier en daar bevoelden, brachten vier dragers er nog twee, legden de ziellozen op nog lege bedden en verlieten toen de kamer .
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De Esseen hief zijn handen op en riep met verheffing van stem: 'Doden ontwaak, leef verder en verdien met je levende handen eerlijk je brood! Maar geef ook voor alles de eer aan de goddelijke geest omdat hij ons mensen deze wijsheid en kracht gegeven heeft!'
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Het zou echter over 't algemeen goed zijn als Romeinen zoals u, in plaats van de vele afgodentempels, herbergen voor armen zouden stichten, want uw goden uit hout, metaal en steen zijn dode beelden, door mensenhanden gemaakt. Ook al lag u er jarenlang voor op uw knieën, dan zullen ze u toch niet kunnen helpen, omdat ze dood zijn. Maar als u de vele armen, zieken, gebrekkigen, kreupelen, lammen, blinden en doven in goed ingerichte herbergen verzorgt, en tracht de zieken genezing te brengen, dan zal de ene, ware, levende God uw goede werken aanzien en u daarvoor veelvoudig zegenen. Maar uw dode goden zullen u voor het goede wat u doet niet zegenen en voor het kwade niet straffen.
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] In de loop van de tijd zullen weliswaar de eigenlijke wereldmensen van Mijn leer grotendeels hetzelfde maken wat de Egyptenaren, Grieken en Romeinen van de oerleer hebben gemaakt, die Adam en zijn eerste nakomelingen kregen. Maar naast die afgoderij zullen er toch velen zijn, die Mijn leer en Mijn macht net zo rein zullen bewaren en bezitten, als ze nu uit Mijn mond komt, en daardoor zullen zij ook steeds de macht hebben en bezitten, die hen door het levende geloof in mijn woord tijdelijk en in het hiernamaals voor eeuwig verleend wordt! Zo ben Ik dus Heer en vrees daarom geen heer en diens wetten! "
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Hij was, zoals hij me vaak heeft verteld, iedere week viermaal dood! Eerst in de zaal van de pasgestorvenen en daarna meteen nog een keer in de zaal van de geraamtes. Daar staan in rijen, zwarte onderstellen, met deksels waarop de geraamtes merendeels slechts geschilderd zijn. Alleen op de eersten zijn uit hout gesneden geraamtes bevestigd, voor het betasten door de rondgeleide vreemden. Deze onderstellen bestaan uit banken met halfronde bovendeksels, die door banden aan de onderbank bevestigd of daarvan weer losgemaakt kunnen worden. De levende mensen moeten op de onderbank gaan liggen, dan worden de beide zijvleugels, die van buiten voor het merendeel slechts een geschilderd doodsgeraamte hebben, over hen heen geslagen. Als er dan een of meer vreemden in de zeer donker gehouden kamer komen, wordt er opgewekt. Het bevel om op te staan is dan niets anders dan een teken waarop eerst twaalf, buiten de wanden van de ruimte voor bepaalde openingen wachtende knechten, fijn gemalen hars, dat in een buis is gestrooid, over kleine vlammende pekpannen in en door de openingen moeten blazen, wat altijd veel vlammen en rook veroorzaakt.
Hoofdstuk 98: Het bedrog van de Esseense wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] IK zeg: "Nu, straf dan het meisje niet, dat jullie allen moed gaf om bij mij op het water te komen! Hier heeft ze jullie weer moed gegeven om Mij lief te hebben! Oh, Ik houd dan ook erg veel van dit meisje! Zij heeft, wat jullie nog moeten zoeken en niet zo vlug zullen vinden! Streef echter naar de ware levende liefde tot God en de naaste, dan zul je rijkelijk genade en zegen ontvangen!"
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De OVERSTE van de Farizeeën zegt: "Heer, ikzelf als overste uit Jeruzalem ben de levende reispas voor allen, en een andere hebben wij niet nodig! Want ik ben óók een machthebber en ik bezit een keizerlijk privilege om bij dag en bij nacht in geheel Israël te reizen! Wij zijn door God gezalfd - en wee degene die een hand naar ons uit zou steken!"
Hoofdstuk 118: De Romeinse hoofdman en de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Geheel anders gaat het echter met een mens, wiens ziel door een juiste koers vanaf zijn prilste jeugd naar de geest geleefd heeft! Dan ziet de ziel in der eeuwigheid geen mogelijke vernietiging voor zich! Haar gevoel lijkt op de geaardheid van haar eeuwige onverwoestbare geest. Zij kan geen dood meer zien en voelen omdat zij één is met haar eeuwig levende geest, die heer is over de gehele zichtbare natuurwereld. En het begrijpelijke gevolg voor de nog in het vlees levende mens is dat hij geen angst heeft. Want waar geen dood is, is geen vrees!
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...