Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

290 resultaten - Pagina 6 van 20

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20
[3] .Roclus werd nu stil en wachtte op wat er ging komen. De vijftig Fanzeeën wachtten echter niet, maar gingen door met hun beraadslagingen.
Hoofdstuk 99: Floran verwijt de Farizeeën hun liefdeloze kritiek op de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] STAHAR staat nu op en zegt een beetje verstoord tegen Roclus: 'Over het algemeen heb je het huidige Farizeeërdom niet bepaald onjuist beoordeeld; maar wat jouw oordeel over mij betreft, daarin heb je je behoorlijk vergist! Want ik heb in het geheim evenzeer als jij duidelijk de waarheid van het leven gezocht en heb die ook pas nu hier in overvloed gevonden, en niemand deed dat meer goed dan mij, -en misschien was ook niemand van jullie stil in zichzelf daar zo gelukkig mee als juist ik! Voor mij was en is de waarheid een edelsteen van onschatbare waarde die ik nooit meer kwijt wil, al kreeg ik er de hele aarde voor!
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Oei, dat is werkelijk een heel kwalijke zaak, en dat kan zeer hinderlijk voor mij worden nu ik me vast heb voorgenomen om voortaan alleen nog maar in Uw naam te werken! Hoe kan ik dat nu verstandig oplossen? Daar staat mijn verstand bij stil! Heer, U zou ons natuurlijk uit de verlegenheid kunnen helpen, als het Uw heilige wil was, en U zou het ook kunnen doen omdat wij in ieder geval met ons instituut nooit willens en wetens ook maar in het minst één echte kwade bedoeling hebben gehad!
Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Toen werd Roclus stil en zei helemaal niets meer.
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk, dat is de eigenlijke moeilijkheid! Wel, om ons daar zonder leugen om bestwil met de zuiverste goddelijke waarheid uit te redden dat zal moeilijk gaan! Maar een leugen moet volgens de wil van de Heer nooit meer over onze lippen komen! Wat moeten we dan doen?! O, wat een wanhopige geschiedenis! Zoals gezegd, deze keer staan mijn ossen stil op de berghelling en willen de wagen niet verder omhoog trekken over de steile rotswanden!"
Hoofdstuk 142: Roclus' voorstellen voor de hervorming van het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Hierop wilde ook Thomas Judas Iskariot nog enkele woorden in het oor fluisteren; maar Ik keek Thomas aan en hij hield zich stil en bleef geduldig.
Hoofdstuk 190: Johannes is bang voor Hirams scherpe verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Deze keer was het Jacobus die hem een wenk gaf en hem aan Mijn eerdere vermaning herinnerde. Toen werd hij stil en zei geen woord meer.
Hoofdstuk 192: Het wonderbaarlijke nachtmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] DE MOEDER zei: 'Wees nu maar kalm en stil! Dat zullen de vaders wel met hen bespreken; want wij begrijpen daar te weinig van."
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Daarop werd het stil in de hut en wij verorberden met Aziona en Hiram ons avondmaal, dat de beiden buitengewoon goed smaakte, en met name de wijn en het brood, die Hiram niet genoeg kon prijzen. Toen we de vissen gegeten hadden, bracht Aziona de mand weg en kwam weer bij ons terug; we bleven toen met brood en wijn meteen aan tafel zitten en niemand bespeurde ook maar iets van slaap. Tot een uur voor middernacht brachten we de tijd door met allerlei niet zo belangrijke verhalen.
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] De buren vroegen wat er in deze nacht dan gebeurd was; want ze hadden in hun hutten zelfs in hun slaap een hevig gehuil en geschreeuw vernomen. Ook was het hun voorgekomen alsof het de hele nacht zo half licht was geweest. Enkelen van hen waren wel hun hut uitgegaan om te zien wat er aan de hand was, -maar ze hadden vanwege de kleine heuvels en hopen losse stenen tussen de hutten niet kunnen ontdekken wat het was. Ze hadden zich stil gehouden, deels hun hutten en vrouwen en kinderen bewaakt en ook met de gebruikelijke cynische gemoedsrust daarbij gedacht: 'Wel, de spoedig aanbrekende dag zal ons daarover wel de nodige opheldering geven!"
Hoofdstuk 207: Het strandgoed wordt verzameld en opgeborgen. De nieuwsgierigheid van de dorpsbewoners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Toen werden ze stil en niemand durfde Mij meer iets te vragen.
Hoofdstuk 234: De verheerlijking van de Heer op de berg Tabor (Ev. Matth. 17, 1-2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Enkele leerlingen dachten nu stil bij zichzelf, dat het nog lang zou duren tot ze zelf wijs en vol inzicht zouden zijn als ze zichzelf nu nog als even dom en onverstandig moesten beschouwen als deze domme, onervaren, haveloze kinderen, van wie er niet één op een of andere school de alpha, laat staan de omega had leren kennen!
Hoofdstuk 246: Kinderen als voorbeelden voor de leerlingen. God en mens in de Heer (Ev. Matth. 18,10) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Er ontstond een regelrecht opstootje in de tempel en sommigen maakten aanstalten om Mij vast te grijpen. Ik gebaarde echter dat ze stil moesten zijn.
Hoofdstuk 2: De Heer getuigt van Zichzelf en van Zijn zending als Messias 5,14-27) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Ja, als hij met zijn wonderdaden bijvoorbeeld uit Egypte of Perzië naar ons toe was gekomen, dan zou zijn hele persoon voor ons kortzichtige mensen duidelijk belangrijker zijn en ook zeker gemakkelijker een sterkere aantrekkingskracht op ons uitoefenen; maar wij kennen hem al vanaf dat hij een kind was en hij heeft vroeger zolang zijn vader leefde, nooit ook maar in het minst laten merken dat hij iets meer was dan een heel gewoon, stil, vlijtig en uiterst welgemanierd mens! Nu heeft hij zich opeens opgeworpen tot leraar en buitengewoon genezer van zieken en zelfs schijndode mensen, wat des te opvallender is en moet zijn omdat hij vroeger van dat alles nooit iets heeft laten blijken, en wij heel goed weten dat hij voorheen nooit een school heeft bezocht en nooit in het buitenland is geweest, waar hij zich zoiets eigen had kunnen maken.
Hoofdstuk 58: Petrus en de rijke inwoner van Kapérnaum - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Hij lijdt echter ook als wakende onder de vele slapers, en derhalve verliest hij weinig of niets. Of is het soms prettig om zich in een vertrek als enige wakende tussen louter slapenden te bevinden en stil te zijn?!'
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20