Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6179 resultaten - Pagina 51 van 412

...  39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64  ...
[18] Zie je, dochter, hoe nu mijn spreuk die ik je zo vaak heb laten horen: 'Wie alles wil vinden, zoeke slechts God alleen!' heerlijk in vervulling is gegaan! Jij zuchtte, toen wij onze stad verlieten met de geheime bedoeling in het hart niet eerder terug te gaan dan wanneer wij de waarheid en de alleen ware God zouden hebben gevonden, en je zei weemoedig: 'Vader, we zullen onze stad en dit mooie land wel nooit meer terugzien!' En ik zei tegen jou: 'Wees gerust, mijn dochter, we gaan toch niet op roof uit en ook niet om een van onze buren met oorlog te dreigen, maar wij gaan om voor ons en ons land het hoogste geluk te zoeken! Geen god en geen macht ter wereld kan dit plan van ons slecht noemen!' Toen werd jij rustiger en wij gingen vol goede moed op reis. Maar ik vraag je of je vanaf dat moment ook maar het geringste vermoeden had van al dat overweldigend goede en dat grote geluk dat wij hier hebben gevonden!"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Wij kunnen Hem echter ook nu en eeuwig niets anders daarvoor terugdoen dan Hem zonder ophouden boven alles liefhebben. En onze onderdanen, die onze broeders en zusters zijn, zullen wij als ons eigen leven liefhebben door hen waarachtig en getrouw de naam van de verhevenste en heiligste, enig ware God te verkondigen en hun een zo zorgvuldig mogelijke grondwet te geven waardoor ze op de weg van de ware liefde en deemoed pas tot echte, God de Heer welgevallige mensen worden. En Mathaël, nu mijn liefste echtgenoot, zal ons met zijn broeders zijn sterke arm en zijn machtige, wijze hart schenken en zo zal in de naam des Heren ons welzijn ook het zijne en zijn welzijn het welzijn van al onze vele onderdanen zijn en worden.
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JARAH zegt: "Ik verplaats mij met al mijn gedachten en gevoelens in het diepst van mijn hart, waar Gods liefde woont. Daardoor wordt deze heilige liefde net zo gevoed als wanneer men op een zwakke vuurgloed die niet meer vlamt, goed, dor en zeer licht brandbaar hout legt.
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Het hout zal de zwakke gloed heel vlug zover brengen dat het kleine vlammetjes zal doen ontstaan. Deze vlammetjes zullen dan weldra op het hout overspringen en dan ontvlamt het geheel tot een helder vuur en het hart wordt helder verlicht en helemaal warm van leven. Dan pas spreekt de daardoor gewekte, op God gelijkende geest in het hart:
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Kijk, dat noem ik bidden. Maar dit bidden heeft voor God zeker slechts dan pas waarde, als eerst in het diepst van het hart op de hiervoor beschreven wijze de liefde tot God helder en vurig is gaan branden door de eenwording van alle gedachten en gevoelens in het goddelijke centrum van het hart. Als dat vooraf niet gebeurt, is ieder gebed van nog zulke mooie woorden, voor God een gruwel en het wordt niet aangezien en niet aangehoord.
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] JARAH zegt: "Wie God de Heer boven alles liefheeft, wordt weldra en gemakkelijk gewekt, wie Hem echter met het verstand zoekt, om Hem te gaan liefhebben als hij Hem met het verstand bewijsbaar heeft gevonden, die heeft een groot en vergeefs werk op zich genomen waarmee hij nooit op deze wereld aan het gewenste doel zal komen. Daarom hebt u ook zo snel Gods krachtigste genadelicht bereikt, want in het hart van uw ziel moeten de vlammen toch steeds hoog opgelaaid zijn, ofschoon u lichamelijk een hele tijd belegerd was door de kwade, helse geesten!"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] MATHAËL antwoordt: "Wel, wel, daar weten we alles van en jij hebt haar vader Ebahl, die hier ook aanwezig is, een herbergier uit Genezareth, al gisteravond beneden bij jullie drie tenten gezien en gesproken! Ben je dat dan al vergeten? Zeg me liever wat je van de buitengewoon kernachtige wijsheid van dit meisje vindt en of je niet ook zoals ik een levendig verlangen voelt om net zo wijs te zijn als zij, deze allerliefste, bevallige kleine! Heus, ik weet veel, -maar dit kind weet meer! In mijn hart zie ik dat haar reine borst dingen bewaart waar wij nog geen flauw idee van hebben. Maar Raphaël schijnt door haar niet zo hoog aangeslagen te worden! Wat denk jij daar nu van, liefste echtgenote Helena?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] HELENA zegt, in plaats van opgewekt en vrolijk, heel weemoedig: "O lieve Mathaël, zover zal de arme Helena het wel nooit brengen! Het lijkt wel of het hart van de Almachtige zonder meer in het hart van dit meisje zit, want zo'n ervaring in de sfeer van het meest innerlijke leven met God kan men slechts uit de mond van de Schepper Zelf vernemen! En dan is het heel begrijpelijk dat zij de engel niet zo hoog aanslaat, want wat echte wijsheid betreft zijn zij aan elkaar gelijk. Dat de engel daarbij door de Heer een oneindige macht en kracht ontvangt, daaraan valt niet te twijfelen, maar of hij uit liefde tot de Heer meer wijsheid heeft dan dit meisje, zou ik bijna in twijfel willen trekken.
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Als het meisje arm zou. zijn, zou ik het alle schatten willen geven die ik bij mij heb. Maar gezien de tamelijk kostbare kleding schijnt het een kind van welvarende ouders te zijn en een geschenk van mij zou bij haar zeker niet in goede aarde vallen. Haar ongelofelijke wijsheid veracht iedere wereldse pracht nog veel meer dan wij, terwijl ik die al zo veracht, hoewel ik haar zelfs nog niet eens een wijsheid ter grootte van het kleinste waterdruppeltje aan zou kunnen reiken!
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JARAH zegt: "Denk daar maar niet aan, want dat is een zaak van de Heer, die de mensen afhankelijk van hun mogelijkheden verschillende genadegaven.geeft en net als een zaaier de tarwe bij hen op een geploegde akker uitzaait. Daar waar het zaad op een goede bodem valt, brengt het ook gemakkelijk en snel, veel vrucht voort. Ik geloof dat jouw hart ook een goede akker is!?"
Hoofdstuk 124: De juiste wijsheid verschaft de juiste middelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] JARAH, die intussen met Raphaël in gesprek was, zegt.: "Lieve, geëerde koningin, houd van mij zoals ik van u houd, - meer is met nodig! En hoe ik over alle wereldse schatten denk, weet u wel en dat heeft u ook al heel wijs aangegeven. Als het werkelijk nodig was dat wij elkaar door middel van grofstoffelijke schatten tegemoet moesten komen, dan zou ik u beslist veel grotere kunnen geven dan u mij. Maar wat is al deze wereldse pracht vergeleken bij het kleinste vonkje van de ware, levende liefde tot God in ons hart!? Vriendin, dit juweel moeten wij zuinig in ons hart bewaren, behoeden en verzorgen, opdat het niet van ons vervreemdt! Als de pracht, de reinheid en de levensintensiviteit daarvan steeds in ons toeneemt, bezitten wij meer dan wat alle hemelen kunnen bevatten! -Begrijpt u dat?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] RAPHAËL zegt glimlachend: "Dat is niet erg, als je hart Hem maar ziet, zullen je ogen al gauw daarna ook niets te kort komen! Als de zon op is zal Hij hier zijn!"
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] OURAN, die ook wakker was, keek de twee na en zei toen zij in het bos verdwenen: "Zullen ze straks niet verdwalen? Het gebergte gaat daar naar het schijnt in zuidelijke richting tamelijk steil omhoog en kon zich wel eens over een paar uur gaans uitstrekken!? Zij zullen in hun haast verkeerd lopen en de Meester kan van een andere kant komen en zij zullen Hem zoeken en tenslotte toch niet vinden!"
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] RAPHAËL zegt: "Maak je daar maar niet druk over! Die beiden zullen net zo min verdwalen als ik zou of zou kunnen verdwalen. Als het hart door de liefde zo geweldig verlicht is, is van verdwalen nooit enige sprake! Ze zullen best behoorlijk diep het bos ingaan, maar zij zullen de Meester vinden!"
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Er was er niet één onder de vele gasten, die niet begrepen had wat Marcus bedoelde, en allen prezen Mij in stilte in hun hart. Maar MATHAËL zei hardop: "Ja, ja, oude Marcus, waar de Heer de keukenmeester van alle leven is en alles in alles is, is het zeer goed te leven, want daar moeten geest, ziel en lichaam de beste kost krijgen! Je hebt er heel goed aan gedaan dat je de aan jou gegeven lof terug verwezen hebt naar de Heer , maar juist daarom zal ook jóuw naam niet worden uitgewist in de harten van die mensen, die jou als een vriend van de Heer hebben leren kennen!"
Hoofdstuk 134: De reden van de verwoesting van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64  ...