Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 51 van 103

...  39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64  ...
[3] Daarom is menig mens die heel royaal, maar niet overdreven, met zijn bezit omgaat Mij liever dan een al te spaarzaam mens; want een kwistig mens laat ook zijn medemensen eraan deel hebben, en het slechte aan hem is enkel het vaak te onverstandige gebruik dat hij van zijn aardse goederen maakt; want daardoor richt hij meer kwaad aan dan dat hij goed doet.
Hoofdstuk 225: Over spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Kijk eens naar een ei! De schaal ervan is van kalk en de inhoud, wat het materiële deel betreft, bestaat ook uit nog wat kalk, zout, koolstof, ijzer en zwavel. Hoeveel van elk daarvan nodig is weet iedere vogel zelf precies, alsook waar hij het moet halen; want daarvoor heeft ook een vogel, net als ieder ander dier en ook de mens zelf, de vijf zintuigen, en een plant heeft zijn voeldraden zowel aan de wortels als aan de takken. En ik ben nu van mening dat ik jou deze voor mensen moeilijk te begrijpen kwestie heel in het kort zo duidelijk mogelijk heb getoond.'
Hoofdstuk 228: Waarom de vogels water opnemen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] je zult daarom wel inzien, Mijn beste vriend, dat in die tijd een van de allergrootste overstromingen van de aarde, dat wil zeggen van het grootste deel van Azië, in zeer hoge mate noodzakelijk was; want anders zou nu het grootste deel van de aarde een woestijn zijn, zoals dat nu ook het geval is vanaf de Mare Caspium tot bijna aan de oostelijke rand van Azië, in een gebied van tweeduizend uur gaans lang en gemiddeld ongeveer vijfhonderd uur gaans breed.
Hoofdstuk 236: Het ontstaan van de Kaspische Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Als de spijzen eenmaal hun belangrijke deel aan het lichaam, de zenuwen en de ziel hebben afgegeven, wordt het in feite onzuivere deel van de materie, die je tot je hebt genomen om je lichaam in leven te houden, via de twee natuurlijke uitgangen uit het lichaam verwijderd.Als een mens echter in ieder opzicht een zwelger is geworden en zijn buik tot afgod heeft gemaakt, dan kan het tot zich genomen voedsel alsook de teveel in de maag gegoten wijn niet meer volledig afgescheiden worden in de twee magen, die Ik je heb uitgelegd. Daardoor komen er nog veel delen -die het lichaam, de zenuwen en de ziel in leven moeten houden maar die niet aan het voedsel onttrokken zijn -in de grote buik en de darmen terecht en voor een ander deel via de lever en de milt in de urineblaas; daar veroorzaken ze opnieuw gistingen, waaruit zich mettertijd allerlei ziekten voor het lichaam ontwikkelen en die de ziel traag, afgestompt en gevoelloos maken.
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Die gelijkenis heeft de scherpzinnige waard voor ons opgehelderd, welke opheldering Uzelf als goed en waar hebt bevestigd, en wij waren daar allemaal volkomen tevreden mee. Maar met het genoemde verminken van het lichaam wil het ons nog niet zo goed lukken, en als wij die bergrede verder onder het volk verbreiden, zouden er echt hier en daar zwakke mensen kunnen zijn die dat onderricht letterlijk ten uitvoer zouden kunnen brengen; het wijzere deel van de mensen zou die leer dan als wreed en onwijs noemen, en wij zouden daar niet veel goede vruchten mee oogsten.
Hoofdstuk 214: De beelden van het uitrukken van de ogen, het afhakken van de handen en van het eten en drinken van het vlees en bloed van de Heer (20.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Simon Juda zei: 'Och, Heer en Meester, dat loont de moeite eigenlijk niet, maar omdat U het wilt: het gaat om Uw lof over de ontrouwe rentmeester en het wegsturen van de gast aan de maaltijd, omdat hij geen feestkleed aan had! Want daar komen twee onbegrijpelijke dingen in voor: ten eerste hoe en waar de gasten, die door de dienaren van de gastheer, die bij hekken en stegen werden opgevangen en naar binnen werden geduwd om aan het gastmaal deel te nemen, van de vereiste feestelijke kleding voorzien zijn, en ten tweede waarom die ene arme duivel, die ook door de dienaren van de gastheer naar het gastmaal werd gestuurd, eruit gegooid moest worden omdat hij geen feestkleding aanhad. Kijk, o Heer en Meester, die man die eruit werd gegooid en Uw lof over de onrechtvaardige rentmeester zijn voor mij nog twee kromme lijnen, die ik nog niet recht heb kunnen krijgen!'
Hoofdstuk 216: Over de ontrouwe rentmeester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Wij fokken schapen, runderen en varkens. Die laatste gedijen hier in de buurt van de Jordaan bijzonder goed en leveren ons behoorlijk veel op. Om de varkens echter tegen roofdieren te beschermen hebben wij ook een groot aantal zogenoemde varkenshonden nodig. Ikzelf heb er veertien - maar ik verzeker u, mijn edele, wonderbaarlijke vriend: de slechtste van mijn varkenshonden is veel beter dan de Jeruzalemmers! Ik wil daar niet echt alle Jeruzalemmers mee bedoelen -want er is misschien zo hier en daar ook wel een beter of edeler mens bij -maar mij is nog nooit het geluk ten deel gevallen ooit zo iemand te ontmoeten, en omdat ik in de wereld veel ervaring heb opgedaan, waarschuw ik u voor Jeruzalem en de bewoners ervan.'
Hoofdstuk 232: Het oordeel van de waard over de Joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Bij de wetten hoort echter ook een overeenkomstige opvoeding -maar in wat voor handen ligt de opvoeding dikwijls! Wie zijn de voornaamste opvoeders van de kinderen? Dat zijn de ouders, die voor het grootste deel, met uitzondering van de taal en enkele ervaringen, even dom zijn als hun pasgeboren kinderen -en de kinderen groeien op zonder enige kennis, wetenschap of ervaring.
Hoofdstuk 237: De waard vraagt naar de reden voor het verwoesten van Babylon en Nineve - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Dat dergelijke mensen dan ontaarden, zowel op het platteland als in de steden, is vanzelfsprekend en behoeft geen verdere toelichting, en de van God bezielde profeet en leraar kan bij zo'n dom geworden volk geen wonderen meer doen. Uiterst weinig enigszins goede mensen zullen naar hem luisteren en zijn leer aannemen; maar het allergrootste deel van de mensen zal hem grijpen en doden.
Hoofdstuk 237: De waard vraagt naar de reden voor het verwoesten van Babylon en Nineve - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Kijk, jij bent van geboorte weliswaar een Griek, maar wat je hart betreft Romeins gezind; doe nu voortaan ook je best om wat je geest betreft alleen Mijn leer te volgen! Want bij Mij bestaan er geen Romeinen, Grieken,joden, Perzen of andere volkeren. Er bestaan alleen mensen, die allemaal deel zullen krijgen aan het Godsrijk in het hart en ook op aarde. Eén volk moest echter worden uitgekozen waar het heil uit voortkomt, en dat kon alleen het joodse volk zijn, omdat alleen daar reeds door Mozes en de profeten de juiste basis was gelegd. Daarmee heeft dit volk echter niets voor op andere volkeren, o nee; alleen als het de leer aangenomen zou hebben en de echte Messias, die Ik eeuwig ben en zal blijven, erkend zou hebben, zou het het machtigste en ook het edelste volk zijn geworden, want de voorwaarden daartoe zijn door de eeuwenlang bewerkte bodem in dat volk aanwezig. Maar omdat dat niet zal gebeuren, zal het ook hier zijn: 'De eersten zullen de laatsten zijn'.
Hoofdstuk 14: De Heer neemt afscheid van de herberg - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Toen weerklonk Mijn stem in jou, die sprak: 'De volheid van Mijn geest werkt met jou en in jou, en alle eigenschappen die in Mij rusten, vormen op en neerwaarts een ladder in de oneindigheid. Ik wil je geven een deel van Mijn kracht, zodanig, dat ieder zal heersen vanuit zijn meest innerlijke begrenzing, die een diep van binnen gelegen punt vormt, dat van twee kanten uit de oneindigheid stroomt. Zo kun jij, terwijl je als eindig wezen van Mij bent uitgegaan, toch oneindig samen met Mij werkzaam zijn, als tegenpool die gerechtvaardigd tegenover Mij staat.'
Hoofdstuk 16: De Heer en Lucifer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Maar je sloeg geen acht op de waarschuwing; want jouw kracht schiep talloze wezens vanuit jezelf, en zij volgden jou en werden machtig, omdat Ik de nieuw geschapenen, die een deel van jou waren, niet wilde vernietigen. Steeds machtiger groeide die schare aan, en zij maakten jou tot hun god. Toen zondigde je nogmaals en zei: 'Ik ben God; want nergens zie ik de kracht die iets schept! ' - Dwaas, alsof het eindige het Oneindige ooit zou kunnen zien en begrijpen!
Hoofdstuk 16: De Heer en Lucifer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[22] Nicodemus, die ook aanwezig is, om wellicht een woord ten gunste van Mij in te brengen, zegt: 'Beste vrienden,jullie weten toch dat een groot deel van het volk Jezus aanhangt; want van de velen die hij gezond heeft gemaakt, is hier misschien maar het kleinste deel bekend geworden. Zou het niet beter zijn om hem aan het volk over te laten vanwege zijn wonderkracht, die toch een grote zegen verspreidt?'
Hoofdstuk 41: De tempeldienaren smeden boze plannen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Daarnaast dient echter ook opgemerkt te worden, dat hij niet weinig bijdroeg aan het bekend worden van Mijn leer, die hij vaak met veel vuur en redenaarstalent naar voren bracht -maar altijd met een zekere bijbedoeling, dat hij namelijk een deel van de bewondering voor Mijn wijsheid naar zichzelf toe wilde trekken. Zo werd hij toch juist voor dat soort mensen in Jericho een heel goed instrument, ondanks al zijn bijbedoelingen - zoals ook niet vaak genoeg benadrukt kan worden dat judas geenszins een slecht mens was, maar alleen iemand die tegelijkertijd zichzelf, en daarmee de wereld, én de geest wilde dienen, maar daardoor in een erge tweestrijd raakte waar dan andere, veel slechtere mensen later gebruik van wisten te maken.
Hoofdstuk 43: De betekenis van de opwekking van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Efraïm was een kleine, onbelangrijke stad, die zelfs in Mijn tijd nauwelijks meetelde en velen geheel en al onbekend was. Het lag niet ver van de Dode Zee, midden tussen de bergen, totaal afgelegen. Als jullie de plaats ervan nauwkeuriger willen weten, omdat tegenwoordig geen enkele geleerde meer enig vermoeden heeft waar die plaats gezocht moet worden, trek dan vanaf het bovenste deel van de Dode Zee -daar waar de kaarten een enigszins sterke kromming tonen -een lijn naar links tot aan het begin van het gebergte, dat als 'woestijn van Juda' wordt aangeduid, dan hebben jullie de streek gevonden waar vroeger Efraïm te vinden was, waar nu echter geen spoor meer van te ontdekken is.
Hoofdstuk 44: De Heer in Efraïm (Joh. 11 :54) - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64  ...