Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

793 resultaten - Pagina 52 van 53

...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53
[8] De kruising van stralen moet men zich zo voorstellen, dat wanneer je veel van zulke kruisen op elkaar zou hebben gelegd, er vanuit het middelpunt heel veel uitgaande stralen zichtbaar zouden worden. Deze doorlopende stralen neutraliseren de polariteit natuurlijk, en hinderen de andere hen dwars kruisende stralen, zodra zij weer terug zouden willen gaan. Daardoor ontstaat hier mettertijd een glanzende kluwen van licht, die met het voortduren van deze opeenhoping van stralen een soort dichtheid als van een fijne nevel krijgt, waardoor hij steeds zwaarder wordt.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] De reden schuilt in de eerder genoemde neutralisering der stralen. Door het verliezen van hun lading nemen de opeengehoopte stralen een negatief karakter aan en vormen tegenover de zon een tegenovergestelde pool. Een zodanige pool is door de eeuwige wet van Mijn orde in staat de positief polaire zonnestralen op te nemen, ze te neutraliseren en ze als eigen voedsel te gebruiken
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] Dat een komeet iets dergelijks doet, bewijst de hem omgevende vaak zeer uitgestrekte dampkring, welke zich gewoonlijk aan de van de zon afgewende kant uitstrekt in een lange staart. Deze staart is niets anders dan een vertraging van de van de zon uitgaande stralen. Ze worden door de negatieve polariteit in hun oorspronkelijke snelheid geremd en worden, doordat ze terug gaan naar het lichaam dat hen aantrekt, als een buitengewoon tere damp zichtbaar.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Kijk, hiermee heeft de zon een nieuwe kostganger erbij gekregen die vele van haar stralen zal verteren, totdat hij tenslotte een planetaire dichtheid krijgt. Wanneer hij die eenmaal heeft bereikt, dan geeft hij, doordat zijn centrum zwaar is geworden, zonder schade aan eigen vastheid aan de zon haar stralen overvloedig terug. Want hij neemt tijdens zijn planetaire reis niet alleen de stralen van de zon, in wiens gebied hij zich bevindt op, maar zuigt ook de stralen van andere zonnelichamen in massa's aan en leidt ze dan in zekere zin naar zijn moeder toe.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[19] In overeenstemming met de eeuwige orde wordt overal een trapsgewijze opklimming in acht genomen, waardoor een steeds meer volmaakte en grotere verdichting van het leven wordt bereikt. Evenals de terugkerende stralen die ook steeds intensiever worden naarmate ze hun oorspronkelijke uitgangspunt naderen verzamelt ook het leven zich in steeds dichtere vormen, totdat het tot zijn eeuwige oorsprong terugkeert. Wat is dus het eerstvolgende stadium waarin dit eerste positief polaire leven zich consolideert?
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[19] Wie het wezen van de deemoed niet bij de vlieg herkent, moet meer dan blind zijn! Nu is haar veelzijdig nut bekend: maar de wereld kent het niet. En daarom is de nijvere, in al haar bewegingen nuttige vlieg aan de verachting prijsgegeven, daar ze liever het leven in zich vermeerdert dan ermee pronkt. Nu is het standpunt zichtbaar, hoe vandaar uit stralen in alle richtingen uitgaan, opdat men duidelijk de overwinning kan zien, die dit diertje altijd moedig behaalt.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Zijn deze geesten reeds volmaakte geesten? Deze vraag moet volgens zeven verschillende aspecten worden beantwoord, want er zijn zeven verschillende soorten van geesten in de zon, die gezamenlijk het grote licht van de zon veroorzaken. Willen we de innerlijke aard van deze geesten nader Ieren kennen, dan moeten we zien naar de zeven geboden van de naastenliefde en naar de drie, die aan deze zeven ten grondslag liggen, waardoor de mens zijn verhouding tot God'zijn Schepper, kan kennen. Daarmee is de volledige cyclus van de geestenformatie op een zonnelichaam aangegeven. Ook de kleuren van de regenboog Iaat deze orde zien. Wat volgt hieruit? Niets anders dan dat de zon in haar innerlijke sfeer de verzamelplaats van zeven soorten van geesten is. Daaronder zijn er, die door de zon ter beproeving eerst op de planeten geplaatst worden en ook zulke die als voltooid zijn teruggekeerd. De eersten die nog onvolmaakt zijn, vormen de binnenste massa van het zonnelichaam, de tweede reeds voleindigde groep vormt het buitenste lichte omhulsel van het zonnewezen. Het zijn deze geesten, die door hun liefdesvibraties het stralen van de zon bewerkstelligen.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] We hebben gehoord dat na de gevangenschap weer bevrijding komt, zodra de zo tot bezinning gebrachte geesten, als ze zich verbeterd hebben, bij de vredesgeesten van de onderste trap worden opgenomen of dat hen een nieuwe termijn van vrijheid wordt gegeven.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Zo eindigt het oproer van deze geesten: de bozen worden naar een veilige plaats gebracht, de goeden worden echter opgenomen om veel nuttig werk te doen. Waaruit bestaat dat?
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Liggen op deze manier de zwarten overwonnen op de grond, dan laten de witte geesten nog een regen, die al uit vredesgeesten bestaat, over de overwonnenen naar beneden vallen. Zij zelf lossen zich op in een snijdend koude wind en binden daardoor de overwonnenen voor lange tijd aan het vroegere ijs van de troon. Daardoor komen de boze wezens weer tot rust en langzamerhand bezinnen deze zich gewoonlijk weer en komen mettertijd tot betere gedachten. Gebeurt dat, dan wordt de ijzige band weer tot stromend water en de verdeemoedigde geest wordt het weer mogelijk gemaakt van zij n vrijheid gebruik te maken. Verbetert hij zich, dan wordt hij weldra in de laagste rijen van vredesgeesten opgenomen. Verbetert hij zich echter niet en neemt hij weer deel aan een nieuwe aanval wat helaas meestal het geval is -dan wordt hij op dezelfde manier opnieuw gevangen genomen, maar elke keer langer in gevangenschap gehouden.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Als de natuurlijke geestelijke potenties weer tot vloeiend water worden, worden zulke vrijgekomen geesten als het ware door het water gebonden en moeten dan de reis tot in de zee meemaken. Waarom dat? Om dezelfde reden als wanneer op aarde iemand die schade heeft aangericht een zodanige straf ter verbetering wordt opgelegd, dat hij de schade kan herstellen en daarbij ook nog voor zijn boze opzet boete moet betalen. Daarom moeten ook zulke geesten elke veroorzaakte schade -evenals die, welke ze hebben willen toebrengen -weer geheel en al goedmaken en daarbij nog een aangepaste boete doen. Pas als deze geheel is nagekomen, kunnen ze tot de eerste trap van geestelijke voleinding opgenomen worden. Natuurlijk kunnen ze in de wereldzee moeilijk iets goedmaken. Maar daar niemand als geest goede werken kan doen als hij zelf niet goed is, bewijst dit verschijnsel dat de geesten zich in deze toestand volledig moeten verdeemoedigen, voor ze in staat zijn de boze daden weer goed te maken. En omdat de bodem der zee het laagst liggende deel van de aarde is, moeten zulke hoogmoedige geesten deze reis ter verdeemoediging maken om daardoor mettertijd als nieuw en wedergeborenen op te stijgen in de hogere sferen voor het verrichten van nuttig werk. Worden zulke geesten door die volbrachte reis ook werkelijk verbeterd? De resultaten zijn verschillend; enkele verbeteren zich onderweg al en mogen dan van deze vochtige weg terugkeren, als er niets kwaads meer in hen wordt gevonden. Zulk een uittreden kun je daaraan herkennen, dat er 's morgens uit de beken, rivieren en stromen witte nevelen opstijgen. Deze worden door de zon aangetrokken, treden in de hoge regionen weldra uit hun natuurlijke potentie en worden voor het oog zichtbaar.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Wat kun je verder nog leren van de bergen? Elk onbevangen mens die de bergen bestijgt kan in zijn gevoel heel duidelijk deze woorden horen: 'Kijk naar ons, jij pelgrim op aarde, hoe vrij en onafhankelijk wij vanaf onze hoge top in de wijde verte de scheppingen van God aanschouwen! Vrije lucht waait ons om het voorhoofd en de stralen van de zon worden op onze hoge ruggen zacht gebroken. Daarom ben jij, wandelaar, op onze hoogten volkomen thuis!'
Hoofdstuk 37: De sterking van het gemoed in de bergwereld - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Juist om deze reden is ook in zeer veelopzichten een goede homeopathie te verkiezen boven de allopathie. Want door de homeopathie wordt meteen het geestelijke dat aan de ziel verwant is naar de ziel toegevoerd, en wanneer van de ziel zelf ergens iets verloren is gegaan of verzwakt is door iets wat ze van buiten af heeft opgenomen, dan wordt de ziel de arts van haar eigen lichaam.
Hoofdstuk 2: Algemene beschouwing over de geneeskracht van de zon - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[32] Deze opmerking is volkomen juist en tot nu toe heeft bijna elke geneeskunde zich daarop gebaseerd. Want wie op een of andere manier bekende geneeskrachtige kruiden gebruikt, zal zeker altijd een werking daarvan bespeuren; geen enkel kruid is echter zo geaard, dat het in staat is om de gezond makende lichtstof uit de stralen van de zon in zijn geheel op te nemen. ledere plant neemt alleen het met haar overeenstemmende op en kan verder niets opnemen, omdat haar bouw van dien aard is, dat zij alleen wat bij haar past en met haar overeenstemt uit het zonnelicht kan opnemen.
Hoofdstuk 2: Algemene beschouwing over de geneeskracht van de zon - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[3] In de zomer, wanneer de zon het sterkste werkt, is het voldoende, wanneer de bovengenoemde melksuikerkorreltjes een maanomlooptijd lang buiten aan de zon worden blootgesteld. Ze mogen echter overdag niet zo lang in de zon blijven, als de zon aan het firmament zichtbaar is, maar alleen zó lang, als de zon nog 45 graden hoog staat. Onder de 45 graden wordt, wegens het schuin invallen van de stralen, haar licht en haar werking te zwak en oefent zij op de korrels weinig of helemaal geen werking meer uit. Daarom moeten ze dan met de boven beschreven deksel zorgvuldig worden afgedekt en op een droge, koele plaats tot de volgende dag bewaard worden.
Hoofdstuk 3: De eerste manier om de zonnestralen op te vangen - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
...  28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34 - 35 - 36 - 37 - 38 - 39 - 40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53