Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1535 resultaten - Pagina 52 van 103

...  40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65  ...
[9] Ik zei: 'Die vraag zou je eigenlijk zelf kunnen beantwoorden; want het spreekt toch vanzelf dat niemand gedwongen wordt! Maar als een land door een brede rivier gescheiden is, en er komt een bekwame bouwmeester die een brug bouwt, waarna hij allen bij elkaar roept die tot nu toe niet naar de andere oever konden komen, om er samen met hem overheen te gaan naar de andere oever -zullen allen hem dan volgen? In ieder geval het grootste deel, en de achterblijvers zullen zeker na enige tijd van wachten er ook overheen gaan, als ze zien dat de eersten niet terugkomen -en nog meer, wanneer ze zien dat de andere oever in de heldere zonneschijn ligt en er lieflijk uitziet!
Hoofdstuk 52: De wedergeboorte van de geest - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Hij (Judas) besloot met de woorden: 'O Heer, als ik maar een tiende deel van Uw kracht in Mij had, wat zou ik dan in korte tijd aan alle gewelddadigheid van de groten een einde maken en het volk, dat in boeien geslagen is en tot jehova om redding schreeuwt, bevrijden en blij en gelukkig maken, zodat het de naam van zijn Heer en God looft en juicht van vreugde! - O Heer, hoe lang kunt U nog talmen en hun beden ongehoord laten verklinken?
Hoofdstuk 61: De aankomst in Bethanië. Het verblijf bij Lazarus De terugkeer van judas. Zijn gesprek met de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[17] Bij het aanschouwen van de vele dingen die zich nu aan mijn geest vertoonden, heb ik reeds een deel van de toekomstige zaligheid genoten, en ik zal daarom steeds graag bereid zijn dit lichaam weer af te leggen, als U, o Heer, dat beveelt, en wel even bereidwillig als ik ook weer teruggekeerd ben toen Uw stem in het vertrek weerklonk en Mij aanspoorde terug te keren. Mijn vader had mij dat gebeuren reeds aangekondigd, zodat ik er helemaal op voorbereid was.
Hoofdstuk 64: De belevenissen van Lazarus aan gene zijde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Toen sprak de ziel van Jezus, de Mensenzoon: 'Vader, Uw wil is altijd de mijne, en alleen wat U wilt geschiede! Want wat de aarde mij kan geven, is eerst door U van de aarde geworden. Ik wil echter de rechte weg gaan en alleen uit Uw hand ontvangen wat mij ten deel zal vallen, en zodoende wil ik steeds alleen aan Uw wil gehoorzamen!'
Hoofdstuk 65: De Heer begeeft Zich alleen naar de top van de Olijfberg Het gesprek tussen de Godheid en de Mensenzoon Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[22] Terwijl wij nog met deze voorbereidingen bezig waren, kwam er een grote groep mensen over de weg van Jeruzalem aan. Toen ze ons in het oog kregen, snelden ze naar ons toe, en in de kortste tijd waren wij door enkele honderden mensen omringd, die Mij stormachtig verwelkomden en als redder van Israël begroetten. Het waren voor het merendeel Joden die naar het feest waren gekomen, waarvan een deel Mij kende van Mijn reizen door het land en Mij en Mijn leerlingen dus al eerder als heilbrengers hadden leren kennen. Deze mensen prezen Mij als hun koning, vooral omdat er velen onder hen waren die destijds op wonderbaarlijke wijze door Mij gespijzigd waren en toen al de bedoeling hadden Mij tot koning uit te roepen, om welke reden Ik Mij van hen terug had getrokken.
Hoofdstuk 66: De intocht in Jeruzalem - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Er ontbreekt hier evenwel nog een groot deel, namelijk dat wat zich in de geestelijke wereld afspeelde. - Om dat te begrijpen is de wereld nog veel te onrijp, en ook de enkelen die in Mijn directe Woord geloven, kunnen het nog niet in zich opnemen. Er zal echter een tijd komen, en die is niet al te ver weg, .waarin de mensen tot een meer zuiver geestelijk aanvoelen terugkeren. Dan is de tijd aangebroken ook dit te openbaren en dat zal dan ook gebeuren.
Hoofdstuk 77: Slotwoord - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Dus let op: de liefde woont alleen in de Vader en heet de Zoon. Wie deze versmaadt zal in de handen vallen van de machtige Godheid en zal voor eeuwig van zijn vrijheid worden beroofd en de dood zal zijn deel zijn; want de Godheid woont ook in de hel, maar de Vader woont alleen in de hemel. God berecht alles naar Zijn macht; maar de genade en het eeuwige leven berusten slechts bij de Vader en heten de Zoon. De Godheid doodt alles; maar de Zoon ofwel de liefde in Mij heeft leven, geeft leven en maakt levend.
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, gewis en getrouw: Mijn genade is een rijke schat; wie deze ten deel valt, zal nooit te eniger tijd, noch in der eeuwigheid, aan iets gebrek hebben. Daarom moet iedereen zijn best doen, zich deze in ieder geval meteen eigen te maken; want Ik geef haar aan iedereen die ze maar hebben wil.
Hoofdstuk 4: De ware kerk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Pas toen herkenden zij in zich hun grote macht en hun alles overstralende heerlijkheid en majesteit en in de hoogste van de drie, die aan het Licht van de Godheid gelijk was, ontstak de begeerte om de Godheid geheel te overmeesteren. Door hem ontvlamde een groot deel van de geesten die uit hem voortkwamen; en door hen ontstak ook de Godheid in woede, evenals de twee lagere van de drie geesten en Zij slingerde de boze troep in het diepste der diepten van Haar toorn.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Toen wij bij de poort van Jeruzalem kwamen die vanaf de Olijfberg de hoofdingang vormde, probeerde de Romeinse poortwacht die te sluiten, omdat de wachters vreesden dat er een opstand werd voorbereid. Ze werden daarin echter gehinderd door het enorme gedrang van het volk, dat de stad uit wilde, omdat het vanaf de tempelvoorhof voor een deel de naderende stoet had gezien en ook het geroep gehoord had. Toen de Romeinen bovendien zagen dat het volk vreedzaam naderbij kwam met boomtakken en palmbladeren in de handen, lieten ze ieder verzet varen en keken veeleer met verbazing naar de stoet als iets dat ze nog niet kenden en dat wellicht bij het feest hoorde. Zo kwamen wij allemaal ongehinderd de stad binnen en trokken direct in de richting van de tempel.
Hoofdstuk 66: De intocht in Jeruzalem - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[14] Herodes is Hem welgezind. De macht van de Romeinen is hier juist nu minder, omdat ze hun strijdkrachten elders nodig hebben; alles ligt dus gunstig voor Hem, de machtigste Man - als Hij maar wilde! Maar dat willen in Hem wakker te roepen, daar gaat het om! Want hoezeer Hij aarzelt hebben wij gezien, en wat de tempel wil hebben wij gehoord. -Als ik slechts een heel klein deel van Zijn kracht bezat, dan zou ik evenzeer met de listen van de tempel de spot drijven als Hij tot nu toe gedaan heeft! Dat erbarmelijke gespuis heeft beslist geen macht over Hem; dat heeft het vroeger niet gehad en zal het nooit hebben. Maar het valt te vrezen dat ook God Zelf Hem die kracht eens zal ontnemen, als Hij Zich verzet tegen Gods wil, Zijn volk gelukkig te maken.
Hoofdstuk 69: Het gesprek tussen judas en Thomas. Het afscheid van Bethanië Verblijf aan de Jordaan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Nadat wij op de traditionele wijze het lam hadden gegeten, stond Ik op, omgordde Mij en begon aan de voetwassing (Joh. 13:4-12), waarmee de diepste verdeemoediging van de Mensenzoon werd uitgedrukt, omdat dat een taak van de laagste dienaren en slaven was. Tegelijkertijd wordt daarmee gezegd dat niemand Mijn wegen kan bewandelen, zonder dat Ik eerst de instrumenten voor hem heb gereinigd, die het hem mogelijk maken ook deze weg te gaan - dat wil dus zeggen: zijn hart moet volledig gereinigd zijn van al het stof van de wegen van de wereld, die hij tot dan toe heeft bewandeld, en Ik ben degene die hem daarvoor de middelen aan zal reiken. Daarom moet niemand die wassingen vrezen, anders zal hij geen deel aan Mij hebben.
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[22] Door al die gesprekken was het al laat geworden, en nu nam Ik nogmaals het brood, waarvan Ik de eerste stukken had toebereid, en zei tegen de elf: 'Laat ieder nog een stukje nemen, dat Ik hier klaarmaak. Het is Mijn lichaam, het vleesgeworden Woord, dat in jullie levend moet worden. Neem ook deze beker, drink allen daaruit; het is Mijn bloed, dat voor jullie vergoten zal worden ter vergeving van jullie zonden. Wie niet Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, zal nimmer zalig worden. Jullie weten nu hoe jullie dat moeten begrijpen en zullen Je met meer aan zulke woorden ergeren. * (* Zie hiervoor o.a. deel 9, hfdst. 73:2, Wie in Mijn woord het brood der hemelen eet en door te leven naar Mijn woord, dus door de werken van de ware, geheelonbaatzuchtige liefde tot God en zijn naaste de wijn van het leven drinkt, die eet ook Mijn vlees en drinkt Mijn bloed. Want zoals het natuurlijke brood dat de mens eet in de mens tot vlees wordt en de gedronken wijn tot zijn bloed wordt omgevormd, zo wordt in de ziel van de mens ook Mijn woord brood tot vlees en de wijn van de werken van liefde tot bloed.) Eet en drink, en doe het, steeds als jullie dat doen, ter gedachtenis aan Mij .Waar er twee dit ter gedachtenis aan Mij zullen doen en in Mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik ook onder hen'
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] God was, voordat de inkleding in het vlees als Jezus plaatsvond, onpersoonlijk. * (* Voor Zijn menswording in Jezus woonde God in een ontoegankelijk licht en was voor geen enkel geschapen wezen zichtbaar. Zelfs de meest reine engelgeesten konden de Godheid nooit anders zien dan als een zon (Die geistige Sonne, dee12/13:7). In Zichzelf en op Zichzelf is God echter van eeuwigheid af aan een mens (Het grote Johannes evangelie, deel 6/88:3) naar wiens evenbeeld de mens door Hem geschapen werd. (Genesis 1 :27. De Huishouding van God, deel 2/139:20 en 138:26. Aarde en maan 54:9. Het grote Johannes evangelie, deel 1/1:13-16; 2/144:4; 4/88:7; 5/70:3; 6/135:1 en 230:6; 7/121:3 en 219:11; 8/24:6; 9/58:7)) Daarom kon ook niemand Hem aanschouwen, maar alleen Zijn Wezen voelen, dat zich natuurlijk alleen maar als Licht merkbaar kon maken, omdat God in Zichzelf puur licht is, dat zijn stralen uitzendt. Maar waar licht is, is het overal; het doorstroomt alles en wekt alles tot leven. De onpersoonlijkheid van God veronderstelt echter niet één punt van uitstraling, zoals vanuit een zon, maar een zee van licht, waarin geen concentratie is. Diegenen die geestelijk tot het goddelijke Wezen doordrongen, konden het goddelijke Wezen dus ook niet anders gewaarworden dan als een leven in het licht, het zweven en rusten in het licht, het wensloze één worden met het licht. Toen nu de mens Jezus de personificatie van God werd, was het ervaren van de Godheid voor degene die Haar naderde, heel anders -eenvoudig het naderen van de ene mens tot de andere. Derhalve hebben de oude zieners gelijk; maar de nieuwere, die na Mij leefden, hebben eveneens gelijk.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[32] Het vaste deel van de aarden is het door de erbarming getemperde deel van de toorn van de Godheid en het omsluit de verdwaalde geesten met stevige banden tot aan de voor hun onbewuste verlossing bepaalde tijd waarin zij dan verblijven in een mildere, maar toch steeds voor hen voldoende vaste materie, en wel afzonderlijk gebonden. Daaruit kunnen zij dan pas door de eeuwige Liefde opgewekt wederom tevoorschijn komen. De zeeën en wateren zijn vol van hen, opdat zij gedeemoedigd zullen worden en de lucht is vol van hen, opdat zij gelouterd zullen worden. En de vorm voor allen is de eeuwige liefde; maar de toorn van de Godheid is slechts getemperd op de aarde, maar daarom niet opgeheven.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  40 - 41 - 42 - 43 - 44 - 45 - 46 - 47 - 48 - 49 - 50 - 51 - 52 - 53 - 54 - 55 - 56 - 57 - 58 - 59 - 60 - 61 - 62 - 63 - 64 - 65  ...