Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

384 resultaten - Pagina 7 van 26

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26
[5] IK zei: 'Laten we naar buiten gaan en die boze opzet van de ruwe aardgeesten bekijken, die dat gedaan hebben op aansporing van andere geesten van gestorven mensen. Deze geesten zijn als je vijanden naar gene zijde overgegaan omdat je hun boerderij tengevolge van een gerechtelijke beslaglegging vanwege niet betaalde grote schulden door koop in je bezit hebt gekregen! Laten we dus naar buiten gaan en de zaak in ogenschouw nemen!'
Hoofdstuk 70: Het verzonken land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar nu zal ik bij mijn rijke zieken wel moeilijkheden krijgen; want deze nieuwe geneeswijze zal snel in de hele stad bekend raken, en de rijken zullen dan ook op dezelfde wijze door mij genezen willen worden. Wat moet ik tegen hen zeggen, als zij van mij verlangen om datgene te doen wat U, o Meester, mij eigenlijk verboden heeft?'
Hoofdstuk 91: De dokter krijgt van de Heer de kracht om door handoplegging zieken te genezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen zei DE MINERVAPRIESTER: 'Luister, godmens, onze bezigheden bestaan ook voor een groot deel uit de dagelijkse tijdsbepaling, het rangschikken en tellen van dagen, weken, maanden en jaren, en wij moeten een studie maken van de planeten en de twaalf hemeltekens en vaststellen welke het jaar beheersen! Dat is een bezigheid die veel kennis, ervaring en werk vereist, en het is voor de gehele mensheid iets zeer noodzakelijks omdat zij zonder onze waakzaamheid, zorg en inspanning al gauw met al haar verschillende werkzaamheden in de war zou raken.
Hoofdstuk 96: Over de astrologie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Wel, hij stierf; maar het beloofde bewijs is hij ons tot op heden nog schuldig gebleven. Ja, we hebben heel vaak over hem gedroomd, en dan vroegen we hem wanneer hij zou komen om zijn belofte in te lossen. En hij bezwoer net zo levendig als tijdens zijn leven:'Ik kan niet anders dan alleen maar zo bij jullie komen!' Maar dan werden we wakker en dan beseften wij dat alleen onze steeds wakkere, levendige fantasie ons in de droom zijn sprekende beeld had laten zien, dat werkelijk niets anders was dan een in ons levende gedachte aan hem! Want dromen zijn immers niets anders dan zichtbare gedachten van de hersenen, die een vluchtig bestaan leiden zolang de oogleden van de mens gesloten zijn; maar wanneer de mens eenmaal volledig dood is en zijn hart niet meer klopt, houden ook zijn gedachten en dromen voor altijd op.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ten derde tenslotte zijn zij vrouwen van priesters en in zekere zin zelf priesteressen, en moeten daarom ex officio* (* Beroepshalve) zo verstandig en wijs zijn, dat geen enkel ander mens hen op een of andere wijze kan benaderen, -daarom gaan dan ook hun kinderen en bedienden hun als lichtende herauten, als uithangborden van hun wijsheid voor, zodat de mensen uiteindelijk zich zo moeten voelen dat ze zullen zeggen:'ja, als die al zo wijs zijn, hoe wijs zullen dan wel de priesters en priesteressen zelf zijn!' ja, Mijn vriend, bij die innerlijke levensgesteldheid verwaardigt de geest van hun mentor zich natuurlijk niet om bij hen zijn belofte in te lossen!
Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Daar komt nog iets bij, namelijk, dat ergernis helemaal niet bevorderlijk is voor je noodzakelijke, lichamelijke gezondheid; want daardoor ontstaat er te veel gal, en die verpest het bloed en brengt het menselijk leven ieder ogenblik in gevaar. Hoedje dus ook in dit opzicht met name voor te grote ergernis, omdat je anders al gauw je lichamelijk leven kwijt zou raken! Bedenk dat alles goed, dan zul je ook niet bang hoeven te zijn voor lichamelijke kwalen!'
Hoofdstuk 164: Lazarus' houding ten opzichte van de tempel. Ergernis en de kwalijke gevolgen ervan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Onthoudt allen goed, dat de kinderen van deze aarde niet door tekenen, maar alleen door het levende woord voor Mijn rijk gewonnen moeten worden! Want de meeste kinderen van deze aarde -als zij al niet door allerlei valse tekenen te veel bedorven zijn -zijn lichtgelovig en niet traag van begrip en kunnen daarom door de juiste woorden snel en gemakkelijk voor de waarheid gewonnen worden; maar door te opvallende tekenen zouden zij al hun eigen denken en willen volkomen kwijt raken. - Weet je nu, Lazarus, of je van boven of van beneden komt?'
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarmee wil Ik niet zeggen, dat iemand daarom niets anders moet doen dan vooral alleen maar proberen zijn huis, zijn tuinen en zijn akkers en weiden door allerlei aardse, kostbare middelen tot een dusdanige schoonheid te verheffen dat alle mensen daarover in opperste verbazing zouden moeten raken. Want zo'n onmetelijke schoonheidszin zou maar al te gauw ontaarden in de grootste eigendunk, eigenliefde, hoogmoed en heerszucht; het zou voor de armere mensen maar al te zeer een getuigenis zijn dat de eigenaar van die pracht overmatig rijk moet zijn. Men zou bijvoorbeeld om iets van hem gedaan te krijgen, hem kunnen gaan eren door zijn pracht te zeer te bewonderen, waardoor deze man maar al te gemakkelijk zich te veel zou gaan verbeelden en zich dan nog meer zou inspannen om te maken dat de mensen nog onderdaniger zouden worden, en tenslotte over de bewonderaars zelfs als heerser zou gaan optreden.
Hoofdstuk 136: Het gevoel voor schoonheid, een bloem van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] DE REUS zei: 'Ellendige schurk, je bent het ook eeuwig nooit waard deze ware Godmens ook maar op tienduizend passen te naderen, laat staan met Hem te spreken! Ik weet precies wat de ellendige schurken in Jeruzalem en jij en je kwaadaardige handlangers tegen de hoogst verheven Godmens hebben. Wee jullie, als jullie het ooit zouden wagen Hem met jullie Beëlzebubklauwen aan te raken! Dan zullen jullie de grote Romein leren kennen!' - Daarop zette hij de overste weer op de grond en zei toen nog tegen hem: 'Heeft deze pure, almachtige Godmens hier bij jullie dan nog geen tekenen gedaan, zodat jullie hadden kunnen geloven dat Hij dezelfde Messias is als waarvan al jullie profeten voorspeld hebben dat Hij juist in deze tijd en in dit land ter wereld zou komen om de mensen van de eeuwige dood te verlossen? Spreek, ellendeling!'
Hoofdstuk 141: De mislukte overval van de overste van de synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Datzelfde is dan ook met jullie allen het geval. Jullie zijn nu door Mijn daden natuurlijk meer gedwongen te geloven dat Ik de Christus ben en dat Mijn woorden Gods woorden zijn, dan degenen die slechts mondeling het evangelie van jullie zullen horen. Maar daarentegen zal er bij jullie nog genoeg twijfel over Mij opkomen, waardoor jullie gelegenheid zullen hebben jezelf in je geloof te versterken. Want wanneer de herder verslagen zal zijn, zullen de schapen vluchten en helemaal verstrooid raken; maar op het juiste moment zal Ik hen wel weer verzamelen en hun geloof versterken. Dus valt niemand die de verantwoordelijkheid draagt van een ware openbaring, onder het gericht. Want ten eerste komt zo iemand altijd van boven en kan een openbaring hem niet extra dwingen, omdat zijn ziel reeds een voorproef gehad heeft van het lichamelijke leven op een andere aarde en daarom beslist veel gedegener en vaster is dan een ziel die zich pas op deze aarde tot een geheel heeft gevormd; en ten tweede worden aan de ziel van zo'n profeet ook grotere geloofsproeven opgelegd dan aan een ziel van deze aarde, die vaak maar al te lichtgelovig is. Een ziel van deze aarde heeft genoeg aan het woord en heeft nauwelijks een teken nodig. Maar zielen die van boven komen, hebben meer nodig, want zij geloven niet zo snel en hebben ook duidelijker en grotere bewijzen nodig voor zij van geloof vervuld worden en daardoor tot daden overgaan.
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Toen Ik dat heel ernstig tegen de Joden gezegd had zetten VELEN grote ogen op en zeiden: 'Heus, die man spreekt als iemand die macht heeft, en niemand durft hem aan te raken of te verbieden zo in de tempel te spreken! Als iemand van ons dat openlijk in de tempel tegen de Farizeeën gezegd zou hebben, zouden zij hem al tien keer gestenigd hebben, - en hem laten ze duidelijk in hun nadeel spreken en ze durven niet meer dichterbij te komen. Dat is echt iets bovenmenselijks, dus geloven wij wat hij zegt! '(Joh. 8,30)
Hoofdstuk 199: De Heer en Zijn tegenstanders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] DE SCHRIFTGELEERDE zei heel verlegen: 'Ja, - jammer genoeg maar al te precies en waar! Ik geloof dat ik je nu maar helemaal geen tweede vraag meer moest stellen. Want aan een man met zo'n uitgebreide kennis is het moeilijk vragen. We kunnen je maar beter meteen de honderd pond goud betalen dan je nog meer vragen te stellen! Met iedere vraag verraden wij ons immers zelf opnieuw en raken we voor het volk, dat daar zeker zijn mond niet over zal houden, in steeds grotere verlegenheid. ,
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Stel je twee mensen voor, bijvoorbeeld twee naburige, trotse en heerszuchtige koningen! Uiterlijk zijn ze zeer vriendschappelijk. Als de een de ander bezoekt, overbieden zij elkaar in voorkomendheid en zij omarmen en kussen elkaar als de beste en intiemste vrienden; maar heimelijk denkt en wenst ieder voor zich: '0, zag ik je maar zo gauw mogelijk onder mijn voeten in het stof vertrapt liggen! ' leder loert slechts op een geschikte en voor hem gunstige gelegenheid om zijn buurman, die hij boven alles haat, helemaal te kunnen vernietigen. Wie er echter op uit is met zijn buurman een oorlog te beginnen, vindt ook al gauw een reden daarvoor. Kortom, beiden raken al gauw met elkaar in oorlog, en de sterkere overwint de wat zwakkere, en deze blijft niets anders over dan te vluchten.
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Rafaël zei: 'Laat jij deze zaak maar rusten, dat zal ik wel met deze mensen afhandelen, want jij zou wel eens wat in de war kunnen raken en deze mensen of teveel ofte weinig zeggen en geen van beide zou juist zijn! Laat jij dus, zoals gezegd, deze zaak maar rusten, want dat zal ik wel allemaal doen!'
Hoofdstuk 40: Lazarus en Raphaël bedienen de vreemdelingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Toen begon de Romein opnieuw de engel aan te raken, maar nu voelde hij geen lichaam meer en waar hij de engel beetpakte, gingen zijn vingers daar even gemakkelijk doorheen als door de lucht.
Hoofdstuk 68: Het wezen van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26