Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10854 resultaten - Pagina 7 van 724

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] (DE HEER:) 'Ik heb jullie nu laten zien, wat en wie de mens is en wat hij moet doen om het eeuwige leven te bereiken. Van nu af aan hangt het helemaal van jullie af om daarnaar te handelen. Let echter op, dat jullie nu niet ter wille van de wereld weer in jullie oude onzin en daardoor in jullie oude dood terugvallen, want dan zouden jullie nog veel moeilijker op de juiste weg te brengen zijn dan nu! Ik kan nu persoonlijk niet langer meer bij jullie blijven; maar als jullie Mijn leer blijven toepassen, zal Ik ook in de geest werkend bij en in jullie aanwezig zijn, en wat jullie deze goddelijke geest van Mij zullen vragen in Mijn naam, dat zal jullie ook gegeven worden.
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Zo kunnen zich ook geheel in stilte twee, drie of ook meer mensen verenigen en voor zichzelf en de hele gemeente bidden - maar niet zo, dat de gemeente dat meteen ook weet -, en Ik zal zulke vragen zeker verhoren. Maar als er twee, drie of ook meer mensen aan de gemeente bekend zouden maken dat zij dat op een bepaalde dag of op een bepaalde tijd van de dag zullen gaan doen, opdat de gemeente dan tegen hen op zou zien en hen zou prijzen, ja uiteindelijk zelfs voor dit vrome bidden zou betalen, - heus, dan zal zo'n gebed nooit verhoord worden, en zodoende ook de gemeente en degenen die gebeden hebben niet helpen! Want dat alles en soortgelijke dingen hebben ook de heidenen gedaan, -en het gebeurt nog -, die bij dreigend gevaar in grote scharen van de ene afgodentempel naar de andere trokken, daarbij allerlei dom houtsnijwerk, vanen, vaten en nog een aantal andere zaken meedroegen en veel misbaar maakten, op horens bliezen, geweldig op cimbalen sloegen en met de schilden kletterden. Zij organiseerden ook verre pelgrimstochten naar buitengewone, bijzondere genadebeelden van afgoden, en als zij daar aankwamen deden zij op allerlei oerdomme manieren boete en schonken de afgoden grote en vaak zeer aanzienlijke offers. Dat was voor de afgodenpriesters natuurlijk erg voordelig, maar voor de domme pelgrims nooit. Dus dergelijke algemene gebeden en vragen worden door Mij nooit verhoord!
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Ik wil dat al die oude dwaasheden helemaal verdwijnen en de mensen geheel nieuwe, waarachtige, zuivere mensen zullen worden. En waar zij zo zullen zijn, zal Ik ook steeds temidden van hen zijn; maar de blinde, wereldse dwazen zullen voortaan gestraft worden doordat hun vragen niet verhoord worden!
Hoofdstuk 123: Over het gebed en de godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Dat ergerde NATHANAËL, en hij zei tegen de opdringerige mensen: 'Waarom vragen jullie dat toch? Loop heen en zoek Hem zelf! Wij zijn hier net zo goed bedevaartgangers als jullie, en jullie hebben geen reden om ons met wat dan ook lastig te vallen. Maar mochten jullie aan de gang blijven, dan zullen we je wel door de Romeinen bij ons laten verwijderen.'
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Een onweer ziet er op afstand ook altijd veel gevaarlijker en dreigender uit dan vlak daarna, wanneer het dichtbij is, en zo zal het waarschijnlijk ook in dit geval zijn. Natuurlijk is het vreemd dat wij hier in het joodse land nog vrijwel niemand erover hebben horen spreken. Maar ondanks dat zullen wij wat intensiever informaties inwinnen, en daarom zou ik jou, onze aanvallige gids, willen vragen of je iets hebt gehoord over een Joodse, sinds kort nieuw opgestane profeet, die ongelooflijke, wonderbare dingen moet kunnen doen.
Hoofdstuk 181: De aankomst van de Romeinse vreemdelingen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] En AGRICOLA kwam naar Mij toe en zei: 'Grote Meester, toon ons Uw talloze, machtige, geheime en onzichtbare begeleiders als U dat mogelijk is, dan zullen we zien 'Nat dat dan wel voor wezens zijn. Wij allen vragen U om ons te laten zien wat U ons daarnet in het vooruitzicht heeft gesteld!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Maak je daar maar niet druk over! Zo is het wel in orde; want als deze mensen gisteren helemaal nuchter geweest waren, had Ik Mij niet zo aan hen kunnen openbaren. Maar omdat ze in hun dronkenschap meer droomden dan waakten, is het toch heel goed gelukt. Pas er echter voor op dat je Mij niet verraad! Als zij een van jullie weer naar de beroemde jood zullen vragen, zeg hun dan dat hij vanmorgen in de tempel zal spreken! Dan zullen zij snel naar de tempel gaan en Mij willen zien en horen. Daarna zullen zij pas rijper zijn om iets meer over hun zogenaamde droomgezicht te ervaren.
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'O, zeker; maar zet het in een andere kamer, zodat we niet in het zicht van de Romeinen zitten! Er zullen er al gauw een aantal naar buiten komen en van alles vragen. Mijn leerlingen hebben al orders wat zij moeten doen; Ik zal geen moeite met hen hebben. Zet jij intussen onze ochtendmaaltijd in een andere kamer, dan zullen wij meteen komen om te eten, waarna we naar de tempel zullen afdalen!'
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] DE TOLLENAAR zei: 'O Heer en Meester, wij danken U uit het diepst van ons hart voor deze grote troost! Wij zullen er alles aan doen om alles heel secuur uit te voeren, maar vragen U toch nog of U ons nog heel genadig een advies wilt geven. Kijk, wij hebben als joden erg tegen de tempel gezondigd! Bedoelt U nu dat wij de tempel ook alles moeten vergoeden wat wij door onze afvalligheid nagelaten hebben?'
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen bond de Romein wat in en zei heel beheerst: 'Dat jullie je de messias zo voorstellen, is ons vandaag tijdens de maaltijd door die Messias waaraan jullie niet geloven en die jullie niet aannemen exact aangetoond. Maar ik zeg jullie: Op zo'n messias zullen jullie tevergeefs wachten! Als jullie echter beweren dat deze Messias ons Romeinen te pas komt omdat Hij zwak is en geen macht heeft, dan zijn jullie kwaadwillige leugenaars en verloochenen jullie wat je maar al te goed van deze man weet! Ik zeg jullie: Deze Ene heeft eindeloos meer macht en kracht in Zijn wil, dan alle rijken van de hele wereld, ook al zijn ze nog zo machtig! Dat weten wij en is ons bekend, omdat wij het van zeer geloofwaardige oog en oorgetuigen tot zelfs in Rome gehoord hebben. En jullie zijn hier en zeggen ons Romeinen onbeschaamd in ons gezicht dat wij Hem goed gezind zijn vanwege Zijn zwakte?! Nu, wacht maar, als Hij terugkomt zullen wij Hem vragen om jullie een proefje van Zijn almacht te geven, dan zullen we eens zien of jullie nog zeggen dat Hij zwak is!'
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Toen de Farizeeër met het antwoord treuzelde, zei DE ROMEIN: 'Ja vriend, als je de overige negen vragen ook zo zult beantwoorden, zullen onze scheidsrechters het makkelijk hebben met hun gericht! Ken je jullie Schrift dan niet?'
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE ROMEIN zei: 'Ik wist wel dat jij en waarschijnlijk heel veel van je soortgenoten niet in een god geloven, maar toch het volk dwingen om in jullie te geloven, en het alleen maar allerlei wetten voorschrijven die jullie voordeel brengen! Maar daar gaat het nu niet om; de voorwaarde van de weddenschap moet nagekomen worden! Als je dus uit de bijbel beslist geen vragen meer wilt hebben, dan zullen we meteen andere vragen stellen. Hier komt dus de vierde vraag!
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] DE SCHRIFTGELEERDE zei: 'Dat je deze vierde vraagbuitengewoon goed beantwoord hebt, moeten wij allen toegeven. Maar wij geven ook toe, dat wij je geen vraag meer kunnen stellen; want je bent een uitermate geleerd man met erg veel ervaring, bij wie wij allen in de leer zouden kunnen gaan. Wat moeten of kunnen wij je nog verder vragen?! We zullen je de honderd pond goud betalen en daar houdt de zaak mee op.'
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] DE ROMEIN zei: 'Deze verontschuldiging van jullie is zo waardeloos en zo leeg als een uitgeblazen ei en bevat niet de minste reden om jullie van het aannemen van de waarheid af te kunnen houden. Want nu jullie weten en wel moeten erkennen wie deze godmens is, kunnen jullie toch onmogelijk vragen wat jullie zullen eten, waarmee je je zult kleden en waar je zult wonen. Als de hoogste geest van God in Hem woont, die hemel en aarde geschapen heeft en alles onderhoudt en bestuurt, en als iedere ademhaling en iedere polsslag alleen van Hem afhangt, dan zal Hij ook wel degenen die in Hem geloven en Hem liefhebben alles geven wat zij voor hun lichamelijke levensonderhoud nodig hebben.
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Ja, Ik zeg jullie nog meer: Doe je vijanden goed, bid voor hen die je vervloeken, en zegen die je haten en achtervolgen, dan zullen jullie daardoor het snelst gloeiende kolen op hun hoofden stapelen en hun slechte gemoed het snelst naar het betere en hogere keren! Leen je overbodige geld aan hen die het je niet met rente terug kunnen betalen, en nodig diegenen te gast die je niet terugkunnen vragen, dan zul je daardoor in de hemel grote schatten voor je ziel verzamelen!
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...