Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1782 resultaten - Pagina 7 van 119

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Bekijken we nu de hartstocht van de lichamelijke zinnelijkheid. Denk deze hartstocht eens geheel weg en stel je de mensheid eens zo hemels kuis voor als maar mogelijk is, en dan zul je een lofwaardig behagen scheppen in een tot de grijze ouderdom durend zo rein mogelijk maagdelijk en een zo kuis mogelijk vrijgezellenleven. Stel je nu echter alle mensen in zo'n zeer kuise toestand voor en vraag je dan eens af: Hoe zal het dan gaan met de in de orde van God vereiste voortplanting van het mensengeslacht? Hieruit kun je dus opmaken dat ook deze hartstocht bij de mens behoort, omdat de aarde anders maar al te gauw ontvolkt zou worden! Dat er te veel mensen zijn die jammer genoeg bezeten zijn door deze hartstocht, zoals dagelijks te zien is, is zonder meer waar, en zo'n ontaarding is altijd tegen de orde van God en dus een zonde. Maar toch is die frequente ontaarding van deze hartstocht altijd nog veel beter dan de algehele uitroeiing daarvan.
Hoofdstuk 60: Het nut van de hartstochten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Kijk, mij en verscheidene van onze broeders vergaat het zoals zo veel snoeplustige kinderen, die geen trek hebben in allerlei lekkernijen zolang ze niets van dergelijke zoetigheden weten of zien. Maar zet ze aan een met allerlei zoete spijzen gevulde tafel en verbied hen daar iets van te gebruiken, dan zul je al gauw tranen in hun ogen en nog meer water in hun mond ontdekken. Maar ondanks dat heb je toch gelijk. Zoals een wijze vader zijn kinderen, als oefening in de belangrijke deugd van de zelfverloochening, zo nu en dan iets lekkers voorzet waarvan ze niet mogen eten, zo schijnt onze hemelse Vader ons ook zo nu en dan geestelijke spijzen voor te zetten, waarvan we niet mogen genieten, voordat we een bepaalde graad van zelfverloochening bereikt hebben. Als we volgens Zijn orde die graad hebben bereikt, die Hij voor onze ziel nodig vond, dan zal Hij ons laten genieten van de spijs, die wij nu zo graag willen hebben. En dus zullen wij voor dit moment, en zolang Hij het wil, helemaal tevreden zijn met hetgeen wij weten en hebben, en Zijn alleen heilige wil geschiede altijd!"
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Met dit antwoord nemen alle leerlingen, behalve Judas, genoegen en loven Mijn goedheid en wijsheid en de macht van God, die door Mij werkzaam is. JUDAS mokte echter, en zei vrij luid tegen niemand in het bijzonder: "Over Farizeeën die aan de vreemdelingen het allerheiligste heimelijk voor veel geld laten zien, roept Hij bijna een regen van zwavel uit de hemel, maar als Hij Zijn heiligdom aan vreemden laat zien en óns, de eigen kinderen, buiten sluit, is dat goed en geheel volgens de goddelijke orde! Heeft één van ons zoiets al eens beleefd? Als zij in Jeruzalem het doen is het zowel in de hemel als op aarde fout, maar als Hijzelf bijna hetzelfde doet, is het juist en geheel volgens de orde van Melchizedek! Daar is natuurlijk niets tegen te doen of te beginnen, maar het ergert je toch!"
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Omdat Judas Iskariot niets terug wil zeggen gaat Thomas even later verder: " Als je boos op mij wilt zijn, wees dat dan maar zonder enige aanwijsbare reden! In het bijzijn van de Heer lijkt zo'n onbroederlijke houding niet erg prijzenswaardig! Iemand met zo'n inborst als jij hoort ook volstrekt niet thuis bij de leerlingen van de Heer en je zou duizendmaal beter handelen als je terug ging naar je pottenbakkerij, in plaats van hier volkomen zinloos het gezelschap van God te hinderen en te verontreinigen met je tegen de goddelijke orde ingaande karakter. Ben je dan al helemaal de bergrede van de Heer in Samaria vergeten, waar de Heer gebiedt om zelfs vijanden lief te hebben, de ons vervloekenden te zegenen, en goed te doen, die ons kwaad doen?
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] leder mens heeft een bepaalde graad van eigenliefde, en moet die ook hebben, omdat hij anders niet zou kunnen leven, -maar, zoals aangetoond, slechts de minste graad! Eén graad méér doet de zuiver menselijke verhouding reeds te niet, en dat is op de weegschaal der goddelijke orde precies afgewogen! - Nu zijn de grenzen zichtbaar gemaakt, en wij zullen zien hoe je deze in de praktijk aan zult houden!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Kijk hier, deze twee jongemannen zijn voldoende om in één ogenblik alles te doen, wat alle Romeinse macht in honderd jaar met zou gelukken! Als dit alles niet volgens de orde van God moest gebeuren, geloof dan maar dat het Mij zeer gemakkelijk zou zijn om het allemaal in een oogwenk te vernietigen! Maar dit ergste moet gebeuren terwille van de vorming van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] IK zei: "Nu is alles weer in orde! We zijn nu bij het schip, laten we dus instappen!"
Hoofdstuk 101: Petrus loopt op de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] Dat de mensen naderhand van deze eerste wet zijn afgeweken -hetgeen speciaal bij de heidenen vaak uitliep op verdorven misstanden, omdat met name de vorst zich direct alle mooiste maagden van het land als vrouw toeëigende en er daarbij ook nog een aantal kocht van vreemde vorsten -, was niet de wil van God, maar de wil van de zinnelijke mens. Want velen van de vrouwen van een vorst of van een andere rijkaard waren geen vrouwen voor de voortplanting, maar pure meisjes van plezier om de verloren gegane mannelijkheid en wellust op te wekken. Een man leeft echter niet meer volkomen volgens de goddelijke orde als hij de eerste wet van God niet houdt!
Hoofdstuk 103: Genezareth. De herberg van Ebahl. (6/7.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] Ah, het is iets heel anders, als de eerste vrouw onvruchtbaar zou zijn, zoals bij Rachel het geval was, dan kan de man ook een tweede vrouw nemen en bij haar zijn nakomelingen verwekken. Maar toch is bij jou alles in orde,je had steeds de juiste instelling, die aan God welgevallig is, en daarom ben je voor God en de mensen een rechtvaardige, anders zou ik ook niet in je huis zijn gekomen!"
Hoofdstuk 103: Genezareth. De herberg van Ebahl. (6/7.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] CHIWAR zegt dan erg geïrriteerd: "Wat zeg je nu, ellendige dwaas! Hoe kan dat ons werk zijn, als wij je allemaal gewaarschuwd hebben om niet naar buiten te gaan? Pas als wij je bij het volk zullen aanbevelen, kun je met het volk spreken en onderhandelen, zolang wij je echter niet aanbevelen, zul je steeds mishandeld worden zo .vaak. je het waagt alleen in de stad op straat te lopen! Want het volk vindt je alleen al daarom al slecht, omdat je je functie gekocht hebt! Maar nu je echter ons en ook het gehele volk direkt al wilt tiranniseren om daarmee door een schrikbewind orde op zaken te stellen, haat iedereen je als de hel, en ik zeg je dat je nu het best maar je baan aan een waardiger persoon kunt verkopen, want voor je toekomst geef ik geen stater!
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] BORUS zegt: "Het gebeurde zo: 's Morgens al zond Hij Zijn twaalf leerlingen, die Hij 'apostelen' noemt, naar de zee om een schip voor Hem in orde te brengen, en waarschijnlijk ook om inlichtingen in te winnen of er zich niet ergens door Jeruzalem uitgezonden spionnen en gehuurde sluipmoordenaars bevonden. In Sibarah, de tolplaats die toebehoort aan een zekere Matthéus, ook een leerling van Jezus, ontmoetten de leerlingen van Jezus de zeven leerlingen van Johannes, die ze al eens eerder ontmoet hadden -ik geloof die keer dat Johannes al in de gevangenis zat en de woorden van Jezus had gehoord. Deze zeven leerlingen vertelden de apostelen alles wat in Jeruzalem met hun meester gebeurd was. En tevens vertelden zij dat Herodes toch nog heel in het geheim spionnen en moordenaars had uitgezonden -hoewel hij tegenover degenen, die hem over Jezus informeerden, openlijk verklaarde dat deze de uit de dood opgestane Johannes was. Tegen deze spionnen en moordenaars had hij gezegd dat als zij zouden vaststellen dat de veronderstelde Jezus in werkelijkheid de opgestane Johannes was, zij hem dan niets moesten doen, maar rustig naar huis moesten gaan; maar als het echt Jezus was, dan moesten ze hem zonder meer proberen te doden! Zou de moord hen gelukken, dan zouden ze van Herodes een grote beloning kunnen verwachten, gelukte de moord hen echter niet omdat Jezus in zekere zin een werkelijk onkwetsbare Godmens was, dan zouden ze hetzelfde loon van Herodes kunnen verwachten, en dan zou hij met zijn gehele grote hofhouding een aanhanger van Jezus worden! -Dit bericht brachten de leerlingen van Johannes, die met de leerlingen van Jezus hier naar Nazareth kwamen, aan Jezus de Heer .
Hoofdstuk 91: De dreiging van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] En als u in uw rijk, recht en orde tracht te handhaven, moet u naar zwaard en lans grijpen! En dan doet u met wapens wat God voor u zou doen als u Hem zou erkennen en Zijn geboden zou houden!"
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Terwijl Ebahl, bij wie al een ander licht opgaat, nog steeds overlegt, komt de hoofdman ook al weer terug en vertelt vol vreugde en verwondering, hoe hij alles prima in orde heeft aangetroffen, en hoe verbaasd zijn onderkommandanten waren, omdat hij volgens hun zeggen voor de tweede maal kwam om te vragen of alles wel in orde was, terwijl hij toch een half uur eerder zelf alles reeds zo goed mogelijk geregeld en opgedragen had! Hij had zich eruit gepraat door voor te geven dat dit slechts een slimme controle was, en daarmee waren allen zonder verdere vragen geheel tevreden gesteld.
Hoofdstuk 109: Het verschil tussen een profeet en de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] IK zeg: "Laat maar! Want, net als gisteren is daar alles in orde! Ik wil echter vandaag nog tot na middernacht wakker blijven, want Jullie zullen zien dat ons opblijven niet voor niets zal zijn. Vandaag nog zullen er reizigers uit Jeruzalem aankomen, met daaronder Farizeeën en schriftgeleerden, waarmee we veel werk zullen krijgen."
Hoofdstuk 116: De leer moet verder verteld worden.(13.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Toen aldus de drie documenten in orde waren zei de HOOFDMAN: "Nu heb ik wat ik al lang zo graag van jullie wilde hebben, en jullie weten wat ik heb. Waar je op te letten hebt weten jullie ook en dus zijn we klaar. Nu mogen jullie wel gaan waarheen je wilt! Tot aan de grens krijgen jullie een vrijgeleide!"
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...