Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

217 resultaten - Pagina 7 van 15

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15
[3] Die leraren zijn voor hun ambt stellig ook door Uw geest onderricht, maar daarmee waren ze nog niet direct Uzelf; en zo was het dan ook goed mogelijk dat hun leringen niet als een levend Godswoord zijn beschouwd, maar alleen werden gezien als een wijs menselijk woord dat voortkwam uit de ervaring en oplettende waarneming van de natuur en haar wisselende verschijnselen van vele mensen in vele eeuwen, dat tot nut van de mensen op verschillende manieren in het praktische leven werd opgenomen.
Hoofdstuk 45: De tegenwerpingen van de onderaanvoerder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Wie rechter is en zijn ambt over verblinde mensen zachtmoedig en rechtvaardig uitoefent, zal later ook door Mij zo gericht worden. Met de maat waarmee jullie meten, zal jullie ook weer gemeten worden!
Hoofdstuk 107: Over de naastenliefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Vriend Pellagius, je hebt tot hier toe voldoende gedaan, evenals allen die bij jou waren; ga nu maar weer in jouw gebied aan het werk in je ambt, alsook in het ambt waarin Ik je nu heb aangesteld!
Hoofdstuk 118: Het vertrek van de Heer uit Afek De Heer onderweg naar Bethsaïda - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Na het ochtendmaal zei Ik tegen de leerlingen: 'Slechts één keer, bij het begin van Mijn ambt als leraar, heb Ik jullie voor Mij uit gezonden om in de dorpen en steden de mensen over Mij en Mijn rijk te vertellen, en heb Ik jullie de macht gegeven om zieken te genezen door hen in Mijn naam de handen op te leggen en de duivels en boze geesten, waar zo vele mensen van bezeten zijn, uit te drijven; jullie zijn voor een korte tijd gegaan, en jullie weten waar en wanneer Ik jullie weer bij Mij heb gebracht. En kijk, dat vooruitzenden had een langdurig goede invloed.
Hoofdstuk 133: De tweede uitzending van de leerlingen (1.2.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Jij zult echter over het belangrijkste van Mijn ambt als leraar op deze aarde, dat je in het door jou geschreven en blijvende evangelie hebt opgenomen, over de buitengewone leringen en daden bovendien nog vermelden, dat je daarvan alleen maar zegt dat Ik nog heel veel dingen geleerd en gezegd heb die niet in dat boek geschreven staan; en ook al zouden ze in boeken opgeschreven zijn, dan zou de wereld, dat wil zeggen de mensen, ze toch niet vatten. En dat is voldoende.
Hoofdstuk 157: De Heer geeft Johannes en Mattheus aanwijzingen voor hun aantekeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Het ambt van leraar is een van de moeilijkste beroepen; maar heil degene die dat ambt bekwaam weet te vervullen!'
Hoofdstuk 189: De moeilijkheid van het ambt van leraar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] En kijk, hoe meer je ernaar streeft om de wil van de keizer zo nauwkeurig mogelijk te vervullen -waarvan de keizer binnen zeer korte tijd in kennis gesteld kan worden -een des te hoger en qua invloedssfeer veel uitgestrekter ambt zal je door de keizer geschonken worden, waarin je nog veel vrijer zult kunnen handelen dan nu; en zo kun je je voortdurend steeds verder omhoogwerken, zodat je tenslotte zelf naar het hof van de keizer wordt gehaald en van daaruit beveelt en handelt, alsof je al bijna de keizer zelfwas.Vraag jezelf nu eens af hoe je die hoge macht verkregen hebt -en het antwoord in jezelf zal onmogelijk een ander kunnen zijn dan: 'Ik heb mijn oude menselijke wil zozeer geheel en al verloochend, dat daar niets anders van over is gebleven dan alleen, dat ik mij door die oude wil er heel ijverig op toe heb gelegd mij de wil van de keizer volkomen eigen te maken.'
Hoofdstuk 199: Over het werken van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Die geestvonk komt van God en bevat van huis uit in zichzelf alle waarheid en juiste kennis. Door die vonk staat de mens in zeer nauwe verbinding met de oergeest van God Zelf en kan hij binnendringen in alle geheimen en de wijsheid van God Zelf. Maar heel weinig mensen hebben daar evenwel een vermoeden van. En dat vermoeden, dat soms alleen nog zwak opflitst, tot volle zekerheid en tot weten te laten oplichten, is het doel van Mijn ambt als Leraar en de weg daar naartoe wordt gegeven door Mijn leer.'
Hoofdstuk 10: De ontwikkeling van de vorm van de ziel tot aan de mens - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] De tijd komt nu naderbij, waarvan de Schrift zegt: 'De Zoon des mensen zal nu verhoogd worden!', en waarvan geschreven staat: 'Hij zal je de kop vertrappen, en jij (de slang) zult hem in de hiel steken!' Mijn ambt als leraar loopt nu hier ten einde, en dat van jullie zal weldra beginnen. Maar jullie moeten goed voorbereid zijn, opdat jullie niet zwak worden en beven voor de verschrikkingen van de toekomst. Want ondanks alle versterking die jullie toe zal vloeien, zullen jullie toch veel moeite hebben om stevig te blijven staan en jullie menselijke natuur te overwinnen.
Hoofdstuk 15: De Heer bereidt Zijn leerlingen voor op de toekomst - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Daarop verlieten allen behalve Johannes, Petrus en Jacobus de tuin en het huis, en verspreidden zich in het dorp en de omgeving. Velen keerden pas 's avonds terug, omdat ze bij de arme bevolking heel goed ontvangen werden en er door de mensen veel vragen werden gesteld over Mijn wezen, Mijn herkomst en daden, wat ze allemaal waarheidsgetrouw beantwoordden. Ik wilde dat dit gebeurde, opdat ten eerste verschillende van Mijn aanhangers en leerlingen, die tot nu toe nog geen gelegenheid hadden gevonden Mijn woord te verbreiden, zich in hun ambt zouden gaan oefenen, en ten tweede om ook de bevolking op te wekken voor het komende paasfeest en de gebeurtenissen daarbij .
Hoofdstuk 31: Een rustdag - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Deze opwekking vormde echter het sluitstuk van Mijn ambt als leraar en leidde de oogst ervan in.
Hoofdstuk 41: De tempeldienaren smeden boze plannen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Deze tweede reiniging van de tempel, die niet direct door Mijn optreden plaatsvond, heeft aanleiding gegeven tot het misverstand dat de eerder geschetste tempelreiniging bij Mijn intocht had plaatsgevonden, terwijl het toch veel eerder gebeurde, namelijk bij het begin van Mijn ambt als leraar. (Matt. 21: 12-13)
Hoofdstuk 67: Jezus in de tempel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[15] Midden in deze vergadering, waar ook Lazarus bij aanwezig was, kwam Ik binnen en begroette de aanwezigen, die na de eerste verbazing overweldigd door vreugde om Mij heen kwamen staan. Ik onderrichtte hen die avond nogmaals over het doel van Mijn sterven alsook over hun ambt als leraar, dat zij nu hadden ontvangen, en vervolgens dat ze geen vrees moesten hebben, omdat zij met een vast vertrouwen op Mij en liefde tot Mij veilig waren voor alle vervolgingen. Ik bewees hun de onsterfelijkheid in Mijn rijk dus door Mijn eigen verschijnen, en allen waren nu volkomen van geloof vervuld en ijverig van hart.
Hoofdstuk 76: De opstanding en hemelvaart van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Zeg heel letterlijk en zonder schroom aan de ambtenaren en heren van de wereld, dat hun ambten niet hoger staan dan de ambten in Mijn rijk. Maar ieder ambt dat in strijd is met Mijn ambt zal Ik binnenkort vernietigen; wee degenen die het uitoefenen! Want Ik ben de Allerhoogste; Mijn wet is eeuwig, zoals Ik eeuwig ben en dat eeuwig zal blijven, zoals Ik eeuwig blijf. De motten die aan Mijn wet willen knagen en weer wetten uit hun uitwerpselen maken om Mijn gebod uit te roeien, over hen zal dat gebod met groot gewicht en zwaarte heen walsen en hen vernietigen, als hadden zij nooit bestaan. Ieder die tegen Mijn geboden zondigt, kan worden vergeven als hij zich verbetert, zijn fout inziet en berouwt en zich dan tot Mij wendt en in Mij blijft en Ik in hem; wie echter Mijn wet wil ondergraven, zal erdoor terneergedrukt worden en hij zal in eeuwigheid niet meer verder bestaan. Alle wereldse wetten ondergraven Mijn gebod als zij niet vanuit Mijn liefde zijn gegeven door mannen die door Mijn geest zijn onderwezen. Wee de tirannen, wee de despoten die heersen omwille van de troon, de macht en het aanzien; want er mankeert nog slechts één ding aan hun tijdspanne en dan zullen zij de macht der zwakken ondervinden! De grond is van Mij en het veld is van Mij; dit zegt de waarachtige, de eeuwige God van liefde en wijsheid en deelt dit mee aan iemand die dwaas is in de ogen der wijzen van deze wereld. Amen. Ik Jehova, Amen.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Van alle kanten klonk nu instemming met de rede van Kahrak, waarop Nohad opstond en begon te spreken, zeggende: "Jullie kennen mijn ambt en handwerk, dat ik volgens de wil van Hanoch heb uitgeoefend met de grootste trouw, vlijt en ijver! Toch vraag ik aan jullie allen wat ik er gedurende die lange tijd bij gewonnen heb, en je zult mij zeker als antwoord geven: niets meer en niets minder dan niets! Dat betekent: ik hielp de grote bedrieger met bedriegen en was bijgevolg zelf een bedrogen bedrieger; ik moest vanwege zijn bedrieglijke huichelarij tegenover de menigte een slecht leven leiden en mij openlijk - alleen maar omwille van een domme schijnheilige opvatting als zeer strenge dienaar van het recht, van ieder opwindend genot onthouden om daarvoor heimelijk de meest krachtige verwijten en allerlei bedreigingen te incasseren, in plaats van lof en een niet zichtbare schadeloosstelling en vergoeding voor krenking in het openbaar, tengevolge van zijn onbegrijpelijke dwaasheid. Jullie hebben het allemaal gemakkelijker gehad en konden voor je genoegen veel doen wat voor mij onmogelijk was, omdat ik precies aan de spits van zijn gerechtelijke verdwazing stond en zijn gekste en meest afschuwwekkende wensen nauwgezet uit moest voeren, waardoor deze door mijn gedwongen huichelarij, waar ik wel mee overweg kon - of eigenlijk mee overweg moest kunnen, het een of andere wettelijke tintje kregen, waardoor ik dan vanwege de volledige deugdelijkheid van mijn bedrog als rechtmatig bedrieger mij wederom heb moeten laten bedriegen en dat in drievoud: ten eerste door Hanoch vanwege het recht, ten tweede door mijzelf vanwege het volk en ten derde door het volk en jullie allen vanwege Hanoch. Ik geloof voldoende redenen voor mijn volslagen ontevredenheid aan het licht gebracht te hebben en daardoor ook mijn imago van bedrieger aan jullie voeten gelegd te hebben. En oordeel nu zelf of ik ongelijk heb, als ik uit dankbaarheid voor die erkenning het drievoudige bedrog van mij zal afschudden en dat met alle kracht naar Hanochs hoofd zal slingeren, daar ik hem voor het volk zal ontmaskeren. En hierna moet hij dan maar zien waarheen zijn goddelijkheid hem zal leiden en hij zal die als een hinkend hert achterna rennen. En dus zal ook ik doen wat Kad goed achtte en ik zal Kahraks raad nauwkeurig ten uitvoer brengen en mijn afgiften zullen zijn ogen niet schaden en het gedraaf van mijn kamelen zal zijn oor niet hinderen. En hiermee neem ik bezit van de stad die mijn naam draagt."
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15