Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

368 resultaten - Pagina 7 van 25

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25
[3] De eerste spreker zei: 'Dat zeker niet; maar hoe -bij Mozes! -heb jij bij gesloten deuren en ramen kunnen horen, wat wij zo zacht mogelijk onder elkaar gesproken hebben? Vertel ons de inhoud van onze gesprekken, anders moeten wij geloven, dat jij hier de draak met ons wilt steken!'
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer): 'Jullie moeten je dat echter niet zo voorstellen, alsof dat erg moeilijk te bereiken zou zijn, maar het is juist omgekeerd, - heel gemakkelijk; want Mijn juk, dat Ik jullie door Mijn geboden op je schouders leg, is zacht, en de last is gemakkelijk te dragen. Maar in de dagen van deze duistere tijd moet Gods rijk geweld worden aangedaan, en degenen die het willen bezitten, moeten het ook met geweld tot zich trekken, wat betekent, dat het nu moeilijk is om zich los te maken van alle oude en vastgeroeste gewoonten, die door de prikkels en verlokkingen van de wereld in de mens wortel hebben geschoten, dus de oude mens helemaal af te leggen als een oud, verscheurd gewaad en door Mijn leer een heel nieuwe mens aan te trekken.
Hoofdstuk 140: De bestemming van de mens Het doel van de menswording van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] De beide priesters vroegen hem hun te zeggen hoe het hem vergaan was. Hij wist echter niets van zijn razernij, maar vertelde alleen van een visioen, volgens welk hij zich in een heel mooie omgeving had bevonden. Bij dit kortdurende verhaal was de klank van zijn stem heel zacht, als van een geduldig lijdende moeder; maar weldra veranderden de klank en de taal. Als door een magische kracht werd zijn mond wijd opengesperd en een vreemde, donderende stem in het Grieks trof uit de wijd opengesperde mond onze oren met ongeveer de volgende uitdrukkingen:
Hoofdstuk 31: Agrippa vertelt zijn ervaring met een bezeten Illyriër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Maar dat jullie nu direct al in ongeveer een jaar of zelfs op één dag alle bergen en heuvels met de dalen gelijk moeten maken, verlang Ik toch helemaal niet van jullie. Het is voldoende als ieder van jullie met zijn eigen goede en redelijke wil alleen maar doet wat hij kan; voor de rest zal Ikzelf dan wel zorgen. Ik zal van jullie toch niet meer verlangen, dan Ikzelf, rekening houdend met de vrije wil van de mensen, kan doen! Of zou het niet dwaas zijn van een sterke vader, om van zijn nog zwakke kinderen te verlangen dat ze veel zwaardere lasten dragen dan hijzelf draagt? Ik zeg jullie -en jullie zullen het zelf ervaren -dat het juk, dat Ik jullie opgelegd heb, zacht is en de last licht om te dragen.
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Agricola zei: 'Heer en Meester, begrepen hebben wij dit beeld wel, maar zoals ik het begrepen heb, bevat het niet veel vertroostends, zoals wij dat wel uit Uw vele andere lessen en woorden ontvangen hebben. Het is wel waar dat voor het bereiken van een groot geluk ook van tevoren grote offers en inspanningen nodig zijn; maar als men naar mijn mening een volkomen ernstige en vaste wil heeft om volledig volgens Uw leer te leven -wat ik voorzover ik kan beoordelen niet als bijzonder moeilijk en buitengewoon inspannend beschouw, aangezien U immers Zelf gezegd hebt dat Uw Juk zacht en Uw last licht is -dan moet ik nu eerlijk bekennen dat ik uit deze woorden, volgens welke men het rijk Gods in deze dagen en ook in een toekomstige, woeste tijd slechts met geweld en inspanning tot zich kan trekken, het troostende van het zachte juk en de lichte last niet kan ontdekken.
Hoofdstuk 104: De gelijkenis van de hongerige reiziger. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Ik zei: 'Vriend, voor wie ernstig wil is iedere inspanning en arbeid een zacht juk en een lichte last; maar wanneer je bij een serieus werk de moeite schuwt, dan zul je daarmee niet zoals het behoort het gewenste doel bereiken, en de juiste moeite en krachtsinspanning nu zijn het geweld, dat ieder mens het rijk Gods moet aandoen, om het zich volkomen eigen te maken!
Hoofdstuk 105: Wat 'het hemelrijk geweld aan doen' betekent - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Kijk, jullie zelf doen het rijk Gods een werkelijk groot geweld aan; maar omdat jullie het je in volle ernst eigen willen maken, schuwen jullie ook geen moeite en geen offer, en Mijn juk komt jullie dan ook heel zacht voor en Mijn aan jullie opgelegde last heellicht en gering. Bedenk alleen maar eens dat jullie uit liefde voor Mij die vele jongeren met je meenemen naar Rome en ze daar in Mijn naam ook uitstekend zullen verzorgen! Maar behalve hen nemen jullie ook nog dat arme gezin uit Emmaüs, het gezin van Helias en verscheidene bekeerde tempeldienaren met hun vrouwen en kinderen ook met jullie mee en zullen ook voor hen zorgen, -en kijk, dat is een heel groot geweld, dat jullie als heidenen het ware rijk Gods aandoen om het volkomen tot je te trekken, en jullie zullen het een nog groter geweld aandoen, omdat jullie volle geloof in Mij, jullie liefde voor Mij en jullie vaste en geheel en al goede wil jullie zal noodzaken nog meer te doen dan jullie tot nu toe gedaan hebben! En toch zal dat allemaal slechts een zacht juk en een lichte last voor jullie zijn, omdat jullie het zelf zo graag en in volle ernst willen.
Hoofdstuk 105: Wat 'het hemelrijk geweld aan doen' betekent - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] En zoals het nu in deze dagen en in deze tijd is, zo zal dat bij de wereldse mensen ook in de komende tijden het geval zijn; want op deze aarde zal het nooit helemaal ontbreken aan wereldzuchtige mensen, en hun zal mijn juk niet zacht en Mijn last niet licht voorkomen. En als zij in hun laatste dagen misschien toch nog van zins worden om in de lange nacht van hun aardse leven het rijk Gods te verwerven, zullen ook zij op de deuren moeten gaan kloppen, om slechts een klein beetje brood voor de levensverzadiging van hun ziel slechts uit de onderste hemelen te verkrijgen
Hoofdstuk 105: Wat 'het hemelrijk geweld aan doen' betekent - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Kijk, als je een stuk metaal en tegelijkertijd en stuk zacht hout in de zon legt, zul je al na een paar uur het metaal zo sterk verwarmd hebben, datje er met je hand nauwelijks aan kunt voelen, maar bij het zachte hout zul je nauwelijks enige warmte kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 107: Het doel van de bergen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Niets wordt evenwel door de Heer en alle engelen van de hemelen met grotere liefde en zegening bezien dan de algemene, ware liefde en vriendschap onder de mensen; maar die kan alleen beginnen te heersen, wanneer de mensen elkaar in alle waarheid en in het helderste licht uit God tegemoetkomen. Want de zuivere waarheid bevredigt het hart en maakt het zacht en deemoedig, en daardoor tegenover iedereen vriendelijk en gedienstig in liefdevolle ijver, mild en barmhartig.
Hoofdstuk 146: De vraag naar het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Er waren aan de hele wijde hemel weliswaar geen wolken te ontdekken en uit het zuiden woei slechts een zacht windje; maar waarschijnlijk waren onder de zee de zogenaamde Tartaruswinden opgestoken, die de zee in zo'n onrustige beweging brachten. Wij noemen dergelijke onderaardse winden 'Tartaruswinden', omdat wij er geen andere naam voor hebben. Het was echter opmerkelijk dat er ondanks het steeds heviger stormen van de zee geen stormvogels te zien waren en ook de zeehonden hun dansen en hun vrolijk gespring niet hebben laten zien, dat altijd aan dergelijke stormen voorafgaat. Want aan dergelijk zeegedierte heeft onze zee bepaald geen gebrek.
Hoofdstuk 178: Het wolkje verschijnt een tweede keer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ik zei: 'Heel zeker, waarachtig en gewis! Maar ten tweede zeg Ik je ook nog: wees in jezelf weliswaar zacht als duiven, maar tegenover de wereld listig als slangen! Want Ik wil niet dat jullie Mijn parels openlijk aan alle wereldse zwijnen laten zien en ze hen toewerpen.
Hoofdstuk 38: De zorg van de jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Als wij dat nu allemaal weten en U, o Heer, Heer, ook als de enig ware God hebben herkend, dan moet dat ons immers het volste geloof en het innigste vertrouwen geven dat U ons ook in de strijd tegen de vijanden van de waarheid zult beschermen en ons altijd de zekere overwinning over hen zult geven, omdat U, de eeuwige Waarheid, ons dat getrouw hebt beloofd. In ons hart zullen wij wel zacht zijn als duiven, maar met Uw hulp, o Heer, Heer, zal het ons ook aan listigheid tegenover onze eventuele vijanden niet ontbreken.'
Hoofdstuk 38: De zorg van de jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Maar degene die in Mij gelooft en Mijn geboden houdt, zal niet door de doornen op het pad naar Gods rijk gewond raken aan zijn voeten. Alleen een ernstig begin is moeilijk; wanneer de ernst echter blijft en niet door allerlei wereldse overwegingen verzwakt wordt, is het geheel en al bereiken van Gods rijk heel gemakkelijk. Want voor iemand die steeds in volle ernst naar het Godsrijk in zichzelf streeft is Mijn juk zacht en de last die Ik hem te dragen geef licht; en de ernstige zoekers naar het ware rijk Gods zal Ik in hun hart steeds luid toeroepen: 'Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijn! Ikzelf kom jullie al meer dan halverwege tegemoet en wil jullie ten volle sterken en verkwikken!'
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Toen de Samaritanen dat allemaal met grote aandacht aan hun tafel hadden gehoord, zei de voornaamste spreker: 'Vrienden, dat is dus de Heer Zelf, als zichtbaar mens onder ons mensen! Wat een heerlijke gestalte! Wat een Hemels zacht liefdesvuur straalt er uit Zijn ogen, wat een wijsheid straalt er uit Zijn hoge voorhoofd, en tot wat voor woorden moet Zijn heerlijke mond wel niet in staat zijn!
Hoofdstuk 126: De Samaritanen bewonderen de verschijning van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25