Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

191 resultaten - Pagina 7 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[13] Laten we nu dus alsjeblieft naar huis gaan: Ik heb al reuze trek en zeker nu het die fijne vis is uit de Middellandse Zee!'
Hoofdstuk 211: Jozefs vraag; troostvol antwoord van het Kindje. Het Kindje heeft grote honger. De vismaaltijd. Vraag van Cyrenius over de Middellandse Zee - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Maronius Pilla, die een fijne neus had, nam direct een brand­lucht waar.
Hoofdstuk 210: Bezichtiging van de omgeving van het huis. Het Kindje loopt driemaal om de brandplaats. Zijn profetische woorden tegen Cyrenius - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Duizend pond tonijn, dui­zend pond steur, drie jonge haai­en, tien zwaardvissen, een dolfijn en zo'n tweehonderd pond kleine­re fijne vissoorten: dat is onze vangst van vandaag!
Hoofdstuk 179: Goede ontvangst van Jonatha door de zijnen. Hij vaart naar open zee. Redding van Cyrenius en diens gevolg, die schipbreuk leden - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Jacob at met smaak, en liet ook zijn Broertje kleine fijne stukjes proeven.
Hoofdstuk 165: Een half jaar durende onderbreking van de periode der wonderen. Jezus als vrolijk Knaapje. Bezoek van Jacob aan de goede visser Jonatha. St. Christoffel, ofwel: een wereldzware Last, het Kindje te dragen. Terugtocht met Jonatha - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Tot zover ben ik met deze zaak goed op de hoogte, maar moeilijker is het om het fijne te weten te komen van de geheim­zinnige verhalen die onder het volk in omloop zijn over de be­valling van dit meisje! Om de schande, die hij van zijn volksge­noten te vrezen had, moet deze man haar nog voor haar bevalling tot vrouw hebben genomen.
Hoofdstuk 50: Verhoor van de stadhouder door Cyrenius. Poging van de stad­houder om de zaak te vergoelijken. Gewetensvraag van Cyre­nius. Maronius' bekentenis - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Dat gezin heeft namelijk om aan mij bekende redenen uit Pa­lestina moeten vluchten achter­volgd door die fijne meneer He­rodes en het zoekt nu bescher­ming bij onze befaamde Romein­se gerechtigheid en rechtsorde.
Hoofdstuk 43: Cyrenius koopt een landhuis voor de H. Familie (12 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] In plaats van opnieuw roos­teren, moet u citroenen laten brengen en wat fijne spijsolie:
Hoofdstuk 216: Koude vis met olie en citroensap. Over de Mozaïsche voedings­leer. Nieuwtestamentische voedingsleer: 'De Heer is de beste kok!' - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Toen iedereen zich aan de kou­de vis verzadigd had, stond men van tafel op, dankte Jozef voor de fijne maaltijd, en ging vervolgens naar buiten, waar de zon nog niet helemaal was ondergegaan.
Hoofdstuk 217: Waarom de Middellandse Zee een echte binnenzee mag heten - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] zou ik toch graag ook dat nog door jou verduidelijkt willen zien, wat die fijne goed smakende vis als afsluiting verzinnebeeldt.
Hoofdstuk 239: De laatste, goede vis verzinnebeeldt de liefde des Heren en Zijn grote genade. ..in deze laatste tijd. Ook wie en wat de zón bewoont heeft de uiteindelijke bestemming van Kinderen Gods. Een kudde onder een goede herder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] De volgende morgen was in bei­de huizen iedereen al vroeg op de been. Salome was in haar keuken bezig met de bereiding van een goed ontbijt, bestaande uit ho­ningkoek, een fijne visbouillon en een aantal fijne vissoorten,
Hoofdstuk 264: Salome nodigt Jozefs gezin uit aan het ontbijt. Het voorkeurs­gerecht van het Kindje. Liefdesgeluk van Salome en het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[23] Daarbij bleef hij steeds zijn uiterste best doen om zowel Jozef als Salome wekelijks een flink zootje fijne vis te bezorgen.
Hoofdstuk 279: Het Kindje onderbreekt Zijn wonderwerken gedurende twee jaren. Aankomst van Jonatha uit Egypte. Het Kindje adviseert Jonatha. Jonatha als visser aan het meer van Galilea getrouwd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Zouden na de ontvangst van zo'n uitspraak niet veel mensen ongeveer gereageerd hebben met: 'Fijne heiland is dat! Iedereen had mij zo'n vertroosting in de ruimte wel kunnen schrijven! En, door dát te geloven zou ik me dan ook nog "zalig" moeten voelen? Wat heb ik aan zo'n wonderheiland?!'
Hoofdstuk 15: Gelovig commentaar - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[4] De kleermaker zag de opdracht met angst en beven tege­moet, want hij kende zijn cliëntèle wel en wist hoeveel kapso­nes deze bij zulke gelegenheden had. Hij deed dus zijn uiter­ste best en maakte werkelijk een meesterstuk van een baljurk, tot volle tevredenheid van zijn klant. De jurk kon zonder kor­set gedragen worden en toch met veel fijne elastische banden het lichaam zo strak samentrekken, dat onze heldin rond haar middel dunner was dan om haar slanke hals­
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[16] Maar Ik zeg je dat het juist aan die fijne praatlust van jou ligt, dat je achter Mijn woorden geen licht kunt zien.
Hoofdstuk 134: Een evangelie voor de kletsers en mooipraters - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Want je kunt bij gulzige kinderen al duidelijk zien, hoe zij juist door hun te grote begeerte naar voedsel dom worden en dan niet tot geestelijke arbeid in staat zijn, terwijl daarentegen steeds de eerder sobere kinderen al gauw fijne denkers worden.
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13