Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8806 resultaten - Pagina 7 van 588

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Ja, een ziel die het oorspronkelijke, volmaakte leven in zich heeft, heeft naast de wonderbaarlijk werkzame kracht als heerseres over alle schepselen van deze aarde, ook de bijzondere eigenschap om tijdens speciale, bewogen momenten de gedachten van de mensen te onderkennen, en zelfs te zien wat er in iemands hart omgaat. Want de zeer verzadigde, uitstralende levenssfeer van zo'n mens neemt dat in de uitstralende levenssfeer van een ander mens ter plaatse waar en daarom zijn zulke mensen, die een volmaakt zieleleven hebben, beslist niet te bedriegen. Zij herkennen met hun zeer intensieve, uitstralende levenssfeer vaak reeds op grote afstand wat een mens, die hen tegemoetkomt, denkt, of wat hij wil.
Hoofdstuk 221: Goed begrip en gedachten lezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Ik zou Mij echter ook op dezelfde wijze kunnen mee activeren, maar dan was het met jullie gedaan, net zoals het met alle om deze zon cirkelende hemellichamen gedaan zou zijn, zodra de uitstralende lichtatmosfeer van de zon de kracht zou aannemen van het vuur en het licht van het binnenste van de zon. De kracht daarvan zou alle geesten in de uitgestrekte scheppingsruimte dermate activeren, dat deze ogenblikkelijk veranderen zou in een oneindige, kolossale vuurzee die in eenmaal alle materie zou oplossen! Wel, het binnenste van de zonnematerie is natuurlijk zo ingericht, dat het dit vuur kan verdragen, en de steeds maar voortdurend daarop stromende, geweldige waterstroom van de voortdurende kringloop -zoals bij de mens de bloedsomloop -geven het vuur voortdurend werk om de lucht te ontbinden en opnieuw te vormen en daaruit weer water te vormen, en het kan daarom het eigenlijke zonnelichaam niet aantasten; en ook al worden daarvan ook steeds delen opgelost, dan zorgt het toestromende water weldra weer voor nieuwe. Alles moet dus steeds ordelijk blijven verlopen.
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] De mens kan aan God gelijk worden in de vorm, ook in de liefde en in haar kracht, maar toch eeuwig nooit geheel in de wezenlijke omvang van de eindeloze wijsheid in en uit God; en zo zouden de lange eeuwigheden met hun talloze eeuwigheids perioden wel heel veel kunnen bevatten wat in de eindeloze ruimte beslist plaats vindt, maar waarvan zelfs een oeraartsengel beslist nog nooit gedroomd heeft! Want ook het bevattingsvermogen van een oeraartsengel is daarvoor nog veel te beperkt; pas wanneer iedere oeraartsengel, net als Ik de weg van het vlees doorgemaakt zal hebben, zal hij ook meer kunnen bevatten, -maar onmogelijk alles van de gehele, eeuwig nooit eindigende oneindigheid!
Hoofdstuk 254: De grootte van de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Tijdens geen van de eeuwige, talloze voorscheppingen, die alle een grote menselijke oervorm van geschapen werelden vormden, heb Ik Mij door de kracht van Mijn wil op de een of andere aarde als mens met het vlees omhuld, maar Ik trad alleen met haar menselijke schepselen in kontakt door middel van voor die schepping geschapen, zuivere engelengeesten. Alleen deze scheppingsperiode heeft ten doel om Mij op een willekeurig, klein, aards hemellichaam, dat nu juist deze aarde is, voor alle voorafgaande alsook voor alle in de nooit eindigende eeuwigheid volgende scheppingen, in Mijn eeuwige, oergoddelijke wezen in het vlees en in de beperkts te vorm te aanschouwen en door Mij Zelf onderwezen te worden.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "De oude, vrome patriarchen hadden een uitstralende levenslichtsfeer die zo sterk was, dat zij 's nachts licht gaven, ook voor aardse ogen. Nadat Mozes op de Sinaï met God samenkwam, straalde zijn ziel door de gloed van zijn liefde tot God zo sterk, dat zijn gelaat overdag heerlijker en helderder straalde dan het licht van de zon op het midden van de dag, en Mozes zijn gezicht moest bedekken met een driedubbele doek, omdat de andere mensen anders niet naar hem konden kijken. Onder de mensen van deze aarde had Mozes' ziel toen de hoogste volmaaktheid bereikt, daarom moesten dan ook alle schepselen hem heel precies gehoorzamen. Hij stond op de hoogste intelligente manier in verbinding met alle geschapen wezens, vond daardoor ook overal Mijn wil, toonde die aan de blinde mensen en gaf hun ook de juiste wegen aan waarop ieder mens, als hij maar vast wil, tot volmaaktheid van zijn ziel kan komen. Hij richtte ten behoeve daarvan ook een eigen profetenschool op, die in deze tijd weliswaar nog bestaat, maar wel in de trant van de nieuwe, onechte ark des verbonds, omdat de echte Mozaïsche ark allang zijn kracht en uitwerking heeft verloren.
Hoofdstuk 262: De uitstralende levenslichtsfeer van Mozes en de patriarchen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Zulke dingen uit het niets alleen door de almachtige wil te scheppen, zal voor een mens, ook al is hij nog zo volmaakt, bezwaarlijk ooit mogelijk zijn; want daartoe behoort meer dan de eindige kracht van een mensengeest, die zowel wat tijd als ruimte betreft eindig is. Maar dingen die hij eenmaal reeds eindig geschapen heeft, ook al ging dat moeizaam, zou de volmaakte geest van een mens gevoeglijk wel ogenblikkelijk kunnen scheppen. Alleen blijft het dan nog de vraag, of dat voor blijvend, of slechts voor een paar ogenblikken zou zijn als verschijnsel, bij gelegenheid dat men geheelonzelfzuchtig, alleen ter verheerlijking van Uw naam, de blinden een waar licht zou willen geven!
Hoofdstuk 11: De meningen van de Nubiërs over wonderen doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Dat alles is echter voor iemand die de dingen zorgvuldig beschouwt, zoals zij komen en gaan, een noodzakelijk gevolg van de voortdurende wisselwerking van de verschillende afzonderlijke en speciale krachten in de grote natuur. Die wekken elkaar steeds wederzijds op en vernietigen elkaar ook weer net zo strijdend als zij strijdend zijn ontstaan. Ik zie overal een voortdurend spel van golven, en de vaak fantastische vormen van de hoog in de lucht zwevende wolken leveren ons er een heel duidelijk bewijs voor in welke zeer verschillende vormen de tegengesteld werkende krachten elkaar dwingen. Nu eens komt een leeuw, dan een draak, dan een vogel, een vis, een hond, ja heel vaak zelfs een mensenhoofd, af en toe zelfs een karikatuur van een mens tevoorschijn! Maar hoe lang blijven die vormen, die vaak heel mooi zijn? Zo lang, tot er een sterkere, daarop inwerkende kracht ze eerst de mooie vorm afneemt en tenslotte helemaal wegvaagt!
Hoofdstuk 32: De natuurfilosofie van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De Heer zal nu echter nog het kleine aantal trouwe en ziende mensen om Zich heen verzamelen en hen een vollicht uit de hemelen geven; maar naast dit licht zal alles wat geen licht heeft niet kunnen bestaan, maar gedreven worden naar de werkelijke rand van de onvermijdelijke afgrond. Daar hoef je voor de ziende mensen met geen enkel bedrieglijk wonder meer aan te komen, maar slechts alleen met een wonder dat geheel waarachtig voortkomt uit Gods kracht, die Hij in het hart heeft gelegd van leder mens die de waarheid ziet.
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Want zoals een vals en blind geloof, dat eigenlijk een bijgeloof is, maar al te gauw als zodanig te herkennen is aan allerlei leugens, bedrieglijke daden en een steeds toenemende liefdeloosheid, zo is ook een waar, levend geloof als zodanig te herkennen aan de volle waarheid in alle dingen, zonder enige terughoudendheid, en door een voortdurende toename van de liefde onder de mensen en tot God, en vanuit deze waarheid en liefde in dé goddelijke kracht en macht, die God in het hart heeft gelegd van leder mens die de waarheid ziet.
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Wat voor zin heeft heel die geheime kunst en wetenschap dan voor de mens, als uiteindelijk zelfs de ziende mussen de valse profeet waar iedereen bij is vanaf de daken toeroepen: 'Jij bent alleen maar een egoïstische, vreselijke oplichter en doetje wonderen zus en zo voor de blinden! Maar de ware, ziende kinderen van God kun je nooit bedriegen; want zij zijn tot Iets anders in staat vanuit de goddelijke kracht in hun hart die de geest van de eeuwige liefde is, en zij doorzien je miserabele knoeiwerk en je boze opzet door en door. Pak daarom je oude bedrieglijke boeltje bij elkaar en zorg dat je een ziend mens wordt in de ware kracht van God, -of wij mussen zullen je nog beroven van het beetje licht datje bezit!' -Zeg eens! Zou jij de mussen dat kwalijk kunnen nemen? Het ergste wat een bedrieger kan overkomen is wel, dat men hem tegemoet treedt met het volle licht van de waarheid; maar erkennen moet hij deze uiteindelijk toch, goedschiks of kwaadschiks!
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] HAPHAËL zegt: 'Zo, is dat alles wat er in je om gaat?! Denk je dan dat het de ware wonderdoener die vanuit de goddelijke kracht die in hem woont te werk gaat ook te doen is om wereldse eer en aardse beloning?! Bestaat er voor de mens dan geen hogere en verder reikende bestemming op deze wereld dan de best mogelijke verzorging van zijn lichaam en zijn persoonlijke eer op deze materiële aarde? Luister en voel!
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zeker, men zou inderdaad kunnen zeggen: Elk bedrog is al een slecht middel. Maar dan geef Ik ook aan een god heel beslist ten antwoord: Ja bedrog is inderdaad altijd een slecht middel, als dat ook maar enigszins gepaard gaat met een of andere slechte bedoeling om wat voor zelfzuchtige reden dan ook! Als ik echter zie dat de mens op geen enkele andere manier te helpen is dan kennelijk alleen maar door bedrog, en ik dan ook uit pure liefde voor mijn lijdende broeder naar dit enig mogelijke middel grijp en de mens daar onmiskenbaar mee help, dan is en blijft zelfs het allergrootste bedrog geen slecht maar een uitermate goed en juist middel, waar een god onmogelijk iets tegen in te brengen kan hebben. Om dit kracht bij te zetten zal ik je slechts een voorbeeld uit mijn Esseense levenservaring geven, en zul je me gelijk moeten geven, ook al zou je zelf een tienvoudige god zijn.
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Uit bescheidenheid en passende hoogachting voor de wijze en grijze Cyrenius zou ik nooit voor de dag zijn gekomen met deze vraag; maar omdat we nu al ruim twee uur met elkaar praten, heb ik moed gevat en de vraag nu aan jou gesteld! Vertel me daar eens wat over als je dat wilt, en ook over de manier waarop nu toch eigenlijk dit huis met die tuin, haven en schepen erbij is ontstaan! Ik weet nog wel watje mij hierover al gezegd hebt; maar puur door de kracht van Gods geest in de mens kan het toch immers niet alleen maar gebeurd zijn! Die kracht kan de mens wel op het spoor brengen van de middelen waarmee men zoiets het best kan produceren; maar zonder deze middelen, enkel uit lucht, zal zoiets toch wel niet tot stand zijn te brengen! Kom, beste, wijze, jonge vriend, zeg me nu eens eerlijk wat je er allemaal van weet!"
Hoofdstuk 52: Roclus' twijfel aan Raphaël's macht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] ROCLUS spreekt nu de zeer verlegen klinkende woorden: 'Ja, vriend, dat is allemaal zeer mooi en zeer verheven! Ja, ja, er ligt een -hoe zal ik het zeggen -een grote waardigheid in en het is een onmenselijk grote eer om aan de machtigste en meest verheven mens van de hele aarde voorgesteld te worden! Ja, ja, dat is het! Maar als zo'n volmaakt goddelijk mens naast al zijn ondoorgrondelijke vermogens om wonderen te verrichten ook het zeldzame vermogen bezit om mensen zoals wij geheel en al te doorzien en aan een mens, zoals ik, meteen in 't openbaar zijn hele levensloop te vertellen, -weet je, dan is het in 't geheel niet aangenaam meer om met zo'n Godmens kennis te maken! En ik zou nu liever weg willen lopen dan nog langer hier te blijven! Bovendien is het al bijna avond geworden, en thuis hebben wij vandaag nog heel wat werk te doen, -en jij zult ons daarom wel willen verontschuldigen als ik nu jouw overigens zeer gewaardeerde aanbod afwijs, dat wil zeggen, als het niet per se noodzakelijk is dat wij met de beroemdste aller beroemden kennis maken. Natuurlijk, als jij het als iets goeds en noodzakelijks voor ons beschouwt en het wilt, dan spreekt het vanzelf dat wij ons tegenover jou, als onze in geestelijk opzicht grootste weldoener, zeker niet afwijzend zullen gedragen; maar eerlijk gezegd vind ik het op het moment werkelijk niet erg aangenaam om iemand die qua macht en wijsheid zo immens groot is zo dicht onder ogen te komen, omdat men zich naast zo iemand maar al te zeer volkomen in het niets voelt zinken! Men wordt een duizendvoudig niets, terwijl de tegenpartij met zijn ondoorgrondelijke alles-in-alles in dit al-zijn alleen maar steeds meer aan kracht wint. Zo'n gevoel van niets te zijn doet zeer en doet het hart pijn; daarom verheug ik me er dan nu ook niet meer zo geweldig op om voor het aangezicht van de beroemde Nazarener geplaatst te worden."
Hoofdstuk 59: Raphaël onthult wat Roclus diep in zijn hart over de Heer denkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (ROCLUS:) 'U als de volmaaktste profeet, geheel vervuld van alle goddelijke geesten en begaafd met alle macht en kracht zoals nog nooit een mens op de aarde, zult dat zeker ook van te voren al zien! Maar wie kan er iets aan doen? Het is nu eenmaal zo, was altijd al zo en zal ook altijd zo blijven, en wij zullen het niet veranderen!
Hoofdstuk 68: Het priesterdom als grootste hindernis om de leer van de Heer te verbreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...