Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 7 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[6] De bode zelf weet ook wel dat zij dit geloven; maar hij weet ook nog iets anders, namelijk dat hij het land en alles wat zich daarin bevindt en afspeelt absoluut niet mag zien, om het op geen enkele wijze ook maar enigszins te kunnen verraden, want daar zou de doodstraf op staan. Want landverraad is in dit land het zwaarste misdrijf, dat zelfs vanwege het minste of geringste meteen zwaar wordt bestraft. Het volk van dit rijk is ondanks alle domheid toch zeer trouw, waarachtig en buitengewoon gehoorzaam. Kan het jou ergeren, als het volk door zijn leiders dom gehouden en verzorgd wordt en daar heel gelukkig onder is, ook al weten de keizer en zijn belangrijkste dienaren bij zichzelf wel beter? Of is dit niet precies als bij jullie Essenenorde? Is God dan onwijs en onrechtvaardig, als Hij dit allemaal toelaat en duldt zolang het volk maar geduldig en deemoedig is, en dat Hij ook jullie, wellustige Essenen duldt? -Spreek nu, mijn vriend en zeg me of je daar iets tegen in te brengen hebt!"
Hoofdstuk 43: De religieuze band tussen Indië en China - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Voor een God is het mogelijk om hier ook een nieuwe wereld te scheppen; want hij heeft de centrale levensdraden in zich, en het kan niet anders dan dat hij hiermee alle wezens en alle elementen van de gehele natuur volkomen in zijn macht moet hebben. Hij hoeft maar iets vast te willen en het moet zich dan volgens zijn allerhelderste en hoogst volmaakte intelligentie vormen. Archimedes, 'n grote wijze, die met heel wat krachten vertrouwd was, zei: 'Geef me een vast punt boven de aarde, en ik licht de hele wereld uit haar voegen!' Dat was weliswaar een stoutmoedig, maar toch een groot woord; maar het zou hem wel zwaar gevallen zijn om met zijn schroefhefbomen de hele aarde uit haar voegen te lichten.
Hoofdstuk 54: Wat Roclus over de Nazarener heeft gehoord en zijn opvattingen daarover - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] RAPHAËL zegt: 'Kortzichtige man, als.dat goud wordt, zal de klomp wel drie keer zo zwaar worden! Het gewicht kan dus niet gelijk blijven als aan de vorm en de omvang niets veranderd mag worden! Wat wil je nu dat er verandert?"
Hoofdstuk 55: Het wonder dat Roclus van Raphaël verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Want wanneer iemand op het dak staat en iemand anders beneden op de grond ziet liggen, en met boze opzet naar beneden springt boven op hem om hem te doden of toch in ieder geval zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan moet zo iemand ten strengste gestraft worden voor zijn boosaardige opzet. Maar als iemand zomaar, enkel uit onvoorzichtigheid van het dak valt en daarbij ook iemand die beneden op de grond ligt of toevallig voorbij loopt dodelijk verwondt, dan is hij immers volledig onschuldig aan zo'n ongeluk, en dan is het een zaak van de rechter om goed te onderscheiden welke omstandigheden er toe leidden, dat deze persoon tot boosdoener werd!
Hoofdstuk 58: De invloed van de liefde op het verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] De belangrijkste oorzaak voor pijn, die altijd alleen maar door de ziel en nooit door het vlees gevoeld wordt, ligt dus in de druk die een te traag en derhalve ook te zwaar geworden lichaam op een levensgedeelte van de ziel uitoefent.
Hoofdstuk 75: Pijn, ziekte en dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Want als een kerngezond iemand bij het beklimmen van een hoge berg al heel veel moeite moet doen, en hem dit heel zwaar moet lijken, hoeveel te meer dan iemand die aan jicht lijdt en nog amper in staat is om zich op de vlakke grond met krukken voort te slepen! Maar als iemand die aan jicht lijdt ondanks alles toch zeer serieus een hoge berg wil beklimmen, dan moet hij, voordat hij er aan begint, een gezonde en sterke leider zoeken die hem flink kan helpen; dan zou het beklimmen van de hoge berg zeker heel zinvol voor hem zijn.
Hoofdstuk 83: Levensvervolmaking en wonderkracht door de liefde tot God en de naaste. Ware en valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Nu gaat Aziona snel en brengt de kruik vol fris water. De kruik was er een van de grootste soort en bevatte ruim een kwart emmer water, zodat het zwaar was om hem naar de mond te brengen. Toen de gevulde kruik voor ons stond op een stenen plaat, zegende Ik het water en het veranderde in wijn.
Hoofdstuk 174: Geloof doet wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Ik beweer zelfs, dat in het begin al degenen die een of andere religie hebben gesticht waaraan alle betere aspecten van de beschaving van een bepaald volk ten grondslag lagen, het heel goed en eerlijk met het volk gemeend hebben. Maar de latere nakomelingen en vooral de priesters, die niet geroepen zijn maar zichzelf als zodanig geïntroduceerd hebben, die belachelijk slechte plaatsvervangers van de goden op deze aarde, zijn de nooit juist begrepen leerstellingen verkeerd gaan uitleggen, hebben er zelfzuchtig en heerszuchtig als ze zijn nieuwe aan toegevoegd om er zelf beter van te worden en deze onder de benaming 'Gods wil', 'Gods woord', zwaar gesanctioneerd, en hebben de arme mensheid daar vaak op de meest gruwelijke wijze mee geplaagd, waarvan ons nu zelfs nu nog heel wat voorbeelden maar al te duidelijk kunnen overtuigen!
Hoofdstuk 67: Roclus probeert zijn onwaarachtigheid tegenover de Heer te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] In deze tijd zal er weliswaar voor Mijn rijk op deze aarde veel geweld nodig zijn, en degenen die het zich niet met geweld eigen maken, zullen het niet in hun bezit krijgen. Later zal het echter minder moeilijk gaan; maar zonder een zekere strijd, in ieder geval met zichzelf, zal Mijn rijk niet reeds op deze aarde verkregen kunnen worden. Want als het leven op deze aarde al alleen maar strijd is, hoeveel te meer dan het ware geestelijke leven aan gene zijde, vooral als het zich reeds in deze wereld als een welkome burger moet openbaren. Maar desondanks zal de strijd voor iedereen die God waarachtig liefheeft over het algemeen niet zwaar zijn! Want ieder van Mijn ware vrienden zij gezegd, dat Mijn juk zacht en Mijn last licht is!
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] De grote veldheer antwoordde daarop: 'Bij hem wordt de tijd nooit gunstiger, en alle waarschuwingen zijn bij hem steeds aan dovemansoren gericht geweest en totaal afgeketst op zijn hart. Er blijft niets anders over dan hem gewapenderhand te laten zien, dat hij niet de enige is die alle goederen van de aarde voor zich kan opeisen. Hij heeft in zijn land wel veel vestingen en burchten gebouwd en ze tot de tanden bewapend; maar dat maakt ons mets uit! WIJ dringen op een plaats het land binnen waar geen vestingen en burchten staan en brengen moeiteloos zijn volkeren op onze kant, want ze. zijn hoogst ontevreden over hem; dan geven wij hun voorlichting en wijze wetten en dan. .zal hij wel zien wat hij aan al zijn vestingen en burchten heeft. En als hij ons aanvalt, terwijl wij van top tot teen zwaar bewapend zijn en goed met zwaard, lans, pijl en werpspies weten om te gaan, dan hakken we hem tot de laatste krijger in de pan, want we hebben immers een grote overmacht, we zijn erg moedig en zoals iedereen weet uiterst bekwaam in het hanteren van de wapens! ,
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Meteen kwamen de TWEE AARTSFARIZEEËN met de burchtvoogd van Herodes en meerdere gerechtsdienaars met grimmige gezichten op onze tafel af en zeiden: 'Als jullie niet zwaar geketend naar Jeruzalem gebracht willen worden, moeten jullie ons gewillig volgen! Bij de geringste tegenstand zullen jullie onmiddellijk met de zwaarste kettingen geboeid worden!"
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daarop stond LAZARUS snel op van zijn zitplaats en kwam al gauw binnen met een stuk kwarts, dat ongeveer tien pond zwaar en zeer hard was, en hij legde het voor Mij op tafel en zei: 'Heer, hier hebt U een bijzonder harde steen! ,
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'O, over een kleinigheid! De twintig nieuwe leerlingen vroegen sommige van Mijn oude leerlingen die thuis gebleven zijn, naar de reden van deze hoge zee, en de oude leerlingen zeiden dat deze windstille hoge zee vast alleen door Mij om onbekende redenen, op wonderbaarlijke wijze veroorzaakt moest zijn. De nieuwe leerlingen willen dat echter niet helemaal accepteren en zeggen: 'Wij weten wel dat alles wat er gebeurt en ontstaat alleen van God de Heer afhangt; maar desondanks heeft Hij in de natuur door Zijn orde, gerechtigheid en wijsheid voor geheime krachten gezorgd die volgens Zijn wil werken. Weliswaar brengt Hij door Zijn wil de krachten eerst op gang; maar daarna werken de krachten direct en God door hen alleen indirect. Dat alles wat gewicht heeft naar beneden valt, heeft God oorspronkelijk zo ingesteld; maar nu drijft de op die wijze ingestelde kracht het eigen lichaamsgewicht vanzelf naar beneden. Zo heeft God oorspronkelijk het water zwaar en vloeibaar gemaakt. En juist deze door Hem gegeven eigenschap is nu ook de geheime kracht van het water die het van de hoogte onweerstaanbaar naar de diepte laat stromen, zonder dat God daarbij steeds hoeft in te grijpen om het water en de beken, rivieren en stromen verder te stuwen. En zo zal het nu ook bij deze windstille zeebeweging zijn; alleen is deze juist door de algehele windstilte opvallender dan wanneer die door een sterke, machtige orkaan zou zijn opgezweept. ' Daarom vroegen zij juist de reeds veel ervarener leerlingen door welke geheime kracht God nu deze beweging opgeroepen kon hebben.
Hoofdstuk 57: De springvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK zei: 'Wie niet weet wat hij doet, zondigt niet, - en dus hebben jullie ook niet gezondigd! Maar omdat jullie nu weten wie Ik ben, geldt van nu af aan dat jullie zwaar zouden zondigen tegen de hele goddelijke orde, die voor jullie het eeuwig beste voorschrijft en wil dat jullie volkomen zalig zullen worden, niet zozeer tijdelijk, maar des te meer eeuwig.
Hoofdstuk 103: Het goede getuigenis van de priestervrouwen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Een God die zich van zichzelf volledig bewust zou zijn als centraal punt van alle wijsheid en macht, zou met de mensen, als zijn volmaaktste scheppingen, in zoverre toch wel redelijk rekening gehouden hebben dat hij zich vroeg of laat zelf aan hen geopenbaard zou hebben en hun getoond zou hebben waarom zij er zijn en wat hij eventueel verder met hen voor heeft. Als dat echter niet het geval is, en als er niet een of ook meerdere keren volledig naar waarheid aangetoond kan worden dat hij er is, dan bestaat hij ook niet, en dan verdient degene die over een goddelijk bestaan spreekt en schrijft, heel zwaar gestraft te worden.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23