Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

453 resultaten - Pagina 7 van 31

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[12] Ja, als de mens vanaf zijn geboorte al met een god een overeenkomst gesloten zou hebben onder welke voorwaarden hij op deze wereld te leven heeft, dan zou natuurlijk alles heel anders zijn! Maar je wordt helemaal naakt en blind en bijna zo goed als bewusteloos in de wereld geboren en meteen door van alles gekweld. En ben je na allerlei lijden en wederwaardigheden eindelijk een man geworden -zeg maar -zelfs gezond van lijf en leden, en in staat het leven misschien zo hier en daar toch een prettige dag te ontfutselen, dan regent het al van alle kanten stapels wetten van allerlei soort, en met de prettige dag is het gedaan! Want als ik hem heb doorgebracht, dan heb ik tegen een aantal wetten gezondigd die daarna mijn kwellende geweten activeren; maar heb ik die wetten voor ogen gehouden, wel, dan bleef er van die prettige dag ook niets meer over! Ja, waarom is dat allemaal dan zo?
Hoofdstuk 220: Het zich van de wereld afkeren en het Rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Daar beneden leven, net als in het hele land, weliswaar mensen die volgens hun geboorte ook joden zijn, maar in hun geloof en levenswandel zijn zij erger dan de meest verstokte heidenen, en daarom zal alle genade en alle levenslicht van God van hen weggenomen en aan de heidenen gegeven worden. Daarom vertelde ik jullie nu ook al het een en ander over de enig ware God, en jullie mogen ook thuis aan jullie familieleden en vrienden vertellen wat jullie gehoord en gezien hebben. Over enkele jaren zullen door ons boden naar jullie gezonden worden, die jullie uitgebreid met de meest duidelijke en krachtige waarheden uit God bekend zullen maken.
Hoofdstuk 60: De Grieken op weg naar de enig ware God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] De woordvoerder zei nu met bevende stem: 'Luister naar ons, vader Lazarus! We leggen hier onze wapens en touwen neer, en geven ons op genade en ongenade aan u over. We zijn slecht en miserabel, maar niet zozeer door eigen wil, als wel door de Hoge Raad, die wij moesten dienen tegen een mager loontje. Van geboorte af aan zijn wij al zeer arm en we hebben nooit gelegenheid gehad iets beters te leren; maar omdat wij sterk en krachtig zijn geworden, heeft men ons vanuit de tempel weldra tot datgene gemaakt, wat we nu helaas zijn. Als wij van de tempellos zouden kunnen komen en ergens anders werk zouden kunnen krijgen, zouden we zeker erg gelukkig zijn. Dat we ons tegenover u helaas zo duivels sluw gedroegen, was ons zo door de Hoge Raad opgedragen; maar uit ons zelf hadden we dat nooit gedaan. En nu kort en goed, wij zijn uw gevangenen, en doet u nu maar met ons wat u wilt! We hebben de kracht van die jongeman ondervonden, waartegen wij niets kunnen inbrengen, en dus geven wij ons volkomen aan u over. Nooit zullen we de tempel meer dienen en we zullen niet de hand slaan aan de Heiland uit Nazareth!'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Ik zei: 'Er zijn reeds dertig jaar geleden bij de geboorte van de Middelaar wijze mannen uit jullie land hier geweest, die Hem goud, wierook en mirre hebben geschonken. Hebben jullie van hen dan niets gehoord?'
Hoofdstuk 118: De taak van de Messias. Het overleg van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: ' Als jij alleen ook als getuige bij Mij wilt zijn, kun jij je ook bij Mijn oudste leerlingen aansluiten. Want Ik zal nog een teken verrichten, voordat Ik Mijn mond voor de joden open zal doen. Iemand die al vanaf zijn geboorte blind is, zullen we niet ver van de tempel aantreffen; hij zal ziende worden, en uitgerekend vandaag op een sabbat! Gaan jullie nu vooruit, maar jullie vieren, die pas sinds gisteren Mijn zijde hebben gekozen, doen er beter aan om hier te blijven; want in de tempel zouden jullie snel herkend en achtervolgd worden.'
Hoofdstuk 185: Aanwijzingen van de Heer voor het bezoek aan de tempel De Heer en Zijn tegenstander (Ev. 1 oh. Hfdst.9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Toen wij op het grote, ruime plein buiten voor de tempel aankwamen, zagen we al meteen een nog heel jonge bedelaar op een steen zitten; hij was iets ouder dan twintig jaar en bij zijn geboorte al geheel blind. (Joh. 9,1)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[36] Maar de genezen jongen antwoordde hen: 'Of die mens al of niet een zondaar is, weet ik werkelijk niet; maar wat ik wel heel goed weet is, dat ik vanaf mijn geboorte volslagen blind was en nooit de dag van de nacht heb kunnen onderscheiden en dat ik nu alles geheel en al zie zoals jullie!' (Joh. 9,25)
Hoofdstuk 186: De blindgeborene wordt voor de tempel genezen (Joh.9, 1-34) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Als je dit mysterie zou begrijpen, zou je anders spreken en oordelen; maar omdat je ziel blind is en je hart vol duisternis, oordeel je over geestelijke dingen als iemand die vanaf zijn geboorte blind is, oordeelt over de glans van de kleuren.
Hoofdstuk 190: Het eeuwige leven van de zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Maar als jij ondanks de verschillende talenten en begaafdheden van je kinderen wilt dat ze bijvoorbeeld allemaal kleermaker of wever worden, dan zul je natuurlijk alleen maar bij diegenen echte vlijt en ijver bespeuren, die ook talent hebben voor hetgeen ze leren. Die er weinig of helemaal geen talent voor hebben, zullen er ook weinig ijver voor tonen. Zulke kinderen zullen ook weinig goeds voor het welzijn van hun medemensen presteren, wanneer ze later zelfstandige mensen worden, omdat zij zonder het juiste talent het moeizaam geleerde nooit zo grondig kunnen beheersen als degenen die er reeds vanaf hun geboorte de juiste aanleg voor hadden.
Hoofdstuk 126: De juiste opvoeding van kinderen, afgestemd op hun verschillende aanleg. Het belang van innerlijke vorming voor het wekken van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Ik bedoel: voor het verkrijgen van het eeuwige leven van de ziel na het verlaten van het lichaam zou welhaast ieder hondenleven goed genoeg zijn geweest. Waarom zou je daarvoor mensen opvoeden en geestelijk opleiden?! Voor het verkrijgen van de zekere eeuwige dood van de ziel van een mens na de dood van het lichaam heeft de mens niets anders nodig dan dat hij, evenals de dieren, zijn dagelijks eten heeft. Waarom zou je hem dan leren denken, oordelen en redeneren? Dat vergalt immers onmiskenbaar zijn miserabele bestaan! Alle nu helaas geestelijk gewekte mensen zouden zelfs alle kinderen onmiddellijk na hun geboorte moeten wurgen, opdat deze later wanneer ze volwassen, en denkende, van zichzelf bewuste mensen zijn, niet meer met allerlei zaken geplaagd worden en ook nooit meer hoeven te vrezen, dat ze het vaak toch zoet smakende leven uiteindelijk voor eeuwig moeten verliezen.
Hoofdstuk 189: Een Farizeeër zet zijn wereldbeschouwing uiteen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Toen de Farizeeën dit verhaal beëindigd hadden, vertelden ook Johannes, Jacobus en ook de andere leerlingen het een en ander uit Mijn jeugd', en Jacobus gaf zelfs het verhaal ten beste over de wonderbaarlijke wijze waarop Maria zwanger was geworden, over Mijn geboorte en vlucht naar Egypte en Mijn driejarig verblijf aldaar, en ook veel van wat zich daar allemaal had afgespeeld, waarover allen hoogst verbaasd waren. Velen benijdden nu Jacobus om het geluk dat hij al die tijd bij Mij had kunnen zijn.
Hoofdstuk 205: Jozef weigert een Griek zijn diensten aan te bieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Toen jijzelf een keer aan de Oudste vroeg of in Mij mogelijkerwijs toch misschien de geest van een groot profeet verborgen was, omdat er bij Mijn geboorte zulke grote tekenen waren gebeurd, zei de blinde Farizeeër geërgerd: 'Er staat geschreven dat er uit Galilea nooit een profeet opstaat; daarom is zo'n vraag reeds uit den boze!' En als het hier zo gesteld is met de priesters en ook met de andere joden, voor wie zou Ik dan een teken doen en waarom?!
Hoofdstuk 206: De houding van de Heer als jongeling tegenover de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Mozes heeft de joden het vlees van deze onreine dieren alleen maar verboden om te voorkomen, dat ze zelf nog onzuiverder zouden worden dan ze al vanaf hun geboorte waren; maar in geval van nood mochten ook de joden het vlees van de als onrein bestempelde dieren eten. Maar wijzelf waren nooit onrein en zullen ook nooit onrein worden, en zo kan ons ook geen enkele spijs die goed is toebereid verontreinigen.'
Hoofdstuk 208: Aankomst bij de Griekse waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Toen allen deze woorden van Mij vernomen hadden, zeiden ze onder elkaar: 'Hij heeft volkomen gelijk en er is niets tegen in te brengen; maar wij zijn al vanaf onze geboorte te diep ondergedompeld in de wereld en zullen ons er nu niet zo gemakkelijk meer geheel van los kunnen maken. Volgens Zijn goed beargumenteerde uitspraak moet iedereen zich, door daar zelf geheel vrijwillig aan te werken, uit zijn materiële toestand verheffen naar de vrije geestelijke toestand; en daarbij kan men geen speciale hoop koesteren op wonderbaarlijke hulp van de ware God, omdat de wil van de mens daardoor al een soort dwang zou ondervinden terwijl die eeuwig vrij moet blijven. Om daar puur zelfstandig aan te werken hebben mensen zoals wij kennelijk te weinig kracht, moed, wil en echt volhardend geduld, en daarom zal het voor ieder van ons moeilijk worden om zonder moe te worden en regelmatig te vallen, vooruit te komen op de wegen die Hij ons getoond heeft.
Hoofdstuk 223: De weg tot geestelijke voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Daarop zegt Lazarus: 'Hoe en waar Hij geboren is, en wat er bij Zijn geboorte allemaal is voorgevallen toen de oude, boosaardige Herodes dertig jaar geleden in Bethlehem zo veel onschuldige jongetjes van één tot twee jaar oud heeft laten vennoorden, omdat de drie wijzen uit het verre morgenland, door een ster hierheen geleid, hem gezegd hadden dat er in Bethlehem onder de joden een nieuwe koning geboren was, dat weten jullie allemaal even goed als ik; maar jullie weten niet, dat die nieuwgeboren koning der joden door goddelijke voorzienigheid en beschikking niet in handen van de wrede Herodes is gevallen, maar door Gods hulp en door bemiddeling van de toen nog jonge Romeinse hoofdman Cornelius veilig en wel naar Egypte en -naar ik meen -de oude stad Ostracine is ontsnapt, en pas toen de oude Herodes drie jaar later, opgevreten door de luizen, gestorven was, behouden en wel in de omgeving van Nazareth is teruggekeerd en daar in stille afzondering zonder enig noemenswaardig onderricht is opgegroeid en een volwassen man is geworden.
Hoofdstuk 6: Lazarus vertelt zijn ervaringen met de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...