Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

330 resultaten - Pagina 7 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[13] MOZES zei: 'O, jullie wereldse, sluwe vossen, jullie wisten heel goed aan de hand van vele voorbeelden uit de Schrift, wat heldere dromen te betekenen hebben! Denk maar eens aan de droom van Jacob, de dromen van Jozef, de droom van de Farao en nog heel veel soortgelijke dromen; die hebben jullie heel goed in het oor gefluisterd wat jullie tot zevenmaal toe herhaalde visioen te betekenen had; maar jullie wereldse instelling, jullie priesterlijke hoogmoed, jullie lust om onbeschrijflijk luxueus te leven en jullie lust tot de grootst mogelijke luiheid en tot alle soorten en vormen van hoererij hebben jullie verblind en verdoofd, en daarom waren jullie erg bang om volgens Mijn voorspelling al jullie aangename, aardse levensvoordelen te verliezen, en daarom hebben jullie, in plaats van je naar Gods wil te voegen, liever alles tegen Hem ingezet en zijn jullie tot op dit uur en tot op dit ogenblik volledig in opstand tegen God. Stofwormen, hoe bevalt jullie deze ware geschiedenis?!
Hoofdstuk 8: Mozes en Elia verschijnen op bevel van de Heer. Mozes' aanklacht tegen de tempeljoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Op de wijze waarop het, zoals Ik jullie nu verteld heb, in deze wereld toegaat, gaat het ook toe in de hel, alleen met dit verschil dat daar -in het algemene geestenrijk -degenen die goed, deemoedig en geduldig zijn en op God vertrouwen voor eeuwig zijn afgezonderd, en dus alleen de kwaden in de hel hun doorgaans boosaardige, verdorven, ofschoon volkomen nietige bezigheid hebben; nietig omdat haar licht valsheid, bedrog en een volkomen nietige, lege schijn is zoals de droom van een dronken rijke zwelger en verkwister.
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Ook Mijn lichamelijke moeder MARIA zei al gauw daarna tegen Judas Iskariot: 'Als je zo doorgaat en je hart niet verandert, zal je einde een verschrikking zijn voor velen en tot aan het einde der wereld in de gedachtenis van de mensen blijven. Neem je daarom voortaan goed in acht om te kunnen voldoen in de ogen van de Heer! Ik heb over jou nog nooit een goede droom gehad en zie nu ook waarom. Daarom zeg ik nog een keer: Zorg dat je voldoet in de ogen van de Heer!'
Hoofdstuk 36: Vertrek uit Kis en aankomst bij de waard van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Toen wij dat lazen, maakten wij ons gereed, volgden de loop van de ster en vonden werkelijk te Bethlehem, en wel in een oude schapestal, heel wonderbaarlijk een pasgeboren kind, en wij offerden hem onze gaven. Wij wilden zoals afgesproken weer via Jeruzalem naar ons eigen land terugreizen, maar werden in een droom gewaarschuwd door een lichte geest dat wij langs een andere weg naar huis moesten gaan en de pasgeboren koning niet aan de kwade vorst moesten verraden. Dat hebben wij toen ook gedaan. Wat er daarna met dat wonderbare kind is gebeurd, konden wij ondanks onze naspeuringen op geen enkele wijze meer te weten komen.
Hoofdstuk 37: De wijzen uit Perzië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] In een dergelijke droom bevinden zich ook alle wereldse gelukzoekers die op alle terreinen van de menselijke bestaanssfeer op deze aarde rijkelijk vertegenwoordigd zijn. Zij voelen er zich heel gelukkig bij en wee degene die het waagt hen voor de ernst van dit leven door woorden en daden te wekken! Maar als men toch zo nu en dan één van die velen weet te wekken, zal dit de gewekte daarna beslist veel plezier doen omdat hij pas in de geestelijk ontwaakte toestand steeds meer begint te onderkennen en in te zien, in welk gevaar hij zich in zijn blinde zinnenslaap bevond.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen de arme inwoners dat alles zo opeens zagen, wisten zij eerst niet of het wel werkelijkheid was of een mooie droom. Pas na een poosje kwamen zij tot zichzelf en barstten in luid dankgeroep uit.
Hoofdstuk 99: Joreds arme vissersdorpje wordt door de Heer wonderbaarlijk gezegend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Zij lijken op die dromers die zich met allerlei zoete dromen als vorsten en koningen in slaap wiegen, in hun droom allerlei domme onzin uitkramen en zich vaak heel druk maken. Nu weet iedereen echter dat zulke dromen niet zo erg bevorderlijk zijn voor de natuurlijke gezondheid van de mens en dat het goed is zulke mensen die 's morgens zo zoet dromen, te wekken. Wat wordt zo'n slaper echter geërgerd en kwaad als hij door iemand die wakker is, gewekt wordt! Maar als hij daarna helemaal wakker wordt, is hij toch erg blij dat hij uit zijn verdovende slaap gewekt is. Hij is bij het wakker worden weliswaar al zijn mooie vorstendommen kwijt en van koning weer gezonken tot heel gewoon mens; maar als zodanig is hij ook juist tot het duidelijke besef gekomen dat zijn koningschap niets dan een ijdele ziekelijke koortsdroom was.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de boze geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daniëls vrome ziel was wel erg geschikt om die visioenen als in een levendige droom te zien, maar ook zijn ziel kon ze niet begrijpen, want haar geest van gene zijde uit God kon niet één met haar worden en zijn, omdat Ik nog niet lichamelijk aanwezig was om zo'n algehele éénwording mogelijk te maken. Deze algehele éénwording zal echter ook pas volledig mogelijk zijn als Ik opgevaren ben naar Mijn oude en daarna ook helemaal nieuwe vaderland.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Wel, hij stierf; maar het beloofde bewijs is hij ons tot op heden nog schuldig gebleven. Ja, we hebben heel vaak over hem gedroomd, en dan vroegen we hem wanneer hij zou komen om zijn belofte in te lossen. En hij bezwoer net zo levendig als tijdens zijn leven:'Ik kan niet anders dan alleen maar zo bij jullie komen!' Maar dan werden we wakker en dan beseften wij dat alleen onze steeds wakkere, levendige fantasie ons in de droom zijn sprekende beeld had laten zien, dat werkelijk niets anders was dan een in ons levende gedachte aan hem! Want dromen zijn immers niets anders dan zichtbare gedachten van de hersenen, die een vluchtig bestaan leiden zolang de oogleden van de mens gesloten zijn; maar wanneer de mens eenmaal volledig dood is en zijn hart niet meer klopt, houden ook zijn gedachten en dromen voor altijd op.
Hoofdstuk 104: De twijfel van de geleerde vrouwen aan het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK zei: 'Hij is jullie zevenmaal in je droom verschenen en heeft jullie steeds dezelfde reden opgegeven waarom hij jullie niet anders dan in je droom kan bezoeken. Waarom geloofden jullie hem dan niet? Omdat jullie, als knappe dochters van een opperpriester, reeds te ijdel en te hoogmoedig zijn geworden, en om jullie brave mentor reeds tijdens zijn leven alleen maar meer hebben gelachen dan met blije levensijver naar hem hebben geluisterd! Jullie zielen begroeven zich te vast in het vlees; daardoor verloren jullie de voor het zien van geesten noodzakelijke, uitstralende sfeer van de levensether waardoor het voor de geest onmogelijk was om zich zichtbaar voor jullie te maken.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Ik heb de belofte die ik jullie gegeven heb, allang ingelost en jullie ook duidelijk gezegd hoe nietswaardig de leerstellingen van Diogenes zijn. Ze strekken de mens die deze aanvaarden kan, tot grote schande omdat het niets dan ellendige leugens zijn, een bespotting van de hoogste wijsheid van een eeuwige, almachtige God! Maar jullie meenden dat het een droom was en een spel van jullie fantasie!
Hoofdstuk 125: De geest van de mentor van de priestervrouwen verschijnt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] DE GROTE zei: 'Ja, edele broeder, zo is het precies! Wat hebben wij een tranen omjou vergoten en wat hebben we je overal in ons hele, grote land gezocht, en alle oevers van de grote zee doorzocht, -maar alles tevergeefs! Tot op dit uur hoorden wij niets van je. Alleen onze enige zuster, die vaak heel vreemde dromen had, droomde eens dat zij jou in een grote, prachtige stad zag en zelfs met je sprak, en dat jij haar zelf zei dat wij omjou niet te veel moesten treuren, omdat je leefde en goed ondergebracht was. Deze droom kon zij ons niet vaak genoeg vertellen. O, wat zou ze nu blij zijn, als zij nog leefde! Maar zij kan haast niet meer in leven zijn, want tijdens de overval en de vlucht daarna, verloren we haar, als enige, samen met moeder uit het oog en zij is hoogstwaarschijnlijk in handen van de wilde horden gevallen. Alleen de grote, ons nog onbekende god zal weten hoe het de beide stakkers vergaan is! Misschien leven zij nog ergens in grote ellende?!'
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] De Romeinen waren erg verbaasd, en AGRICOLA zei tegen Mij: 'Heer en meester, het lijkt wel onze fabuleuze Olympus! Nee, wat een talloze scharen! Wie zou dat ook maar in zijn helderste droom kunnen beleven! Zeg mij eens, of het echt is! Of is het alleen maar zo'n door Uw wilskracht in ons opgeroepen fantasie, die wij nu plastisch, schijnbaar buiten ons, waarnemen? Deze wezens zien er volledig lichamelijk uit, vooral zij, die hier op de aardbodem bij ons rondlopen! Hoe moeten wij dat opvatten?'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Daarom kwam hij naar Mij toe en zei AGRICOLA: 'Ongeëvenaarde Heer en Meester, dit is toch beslist geen droom, en de geest - of wat hij verder ook maar kan zijn - ontwikkelde voor mij ideeën waarvan echt geen mens ooit gedroomd heeft! Wat moet iemand zoals wij daar nu van begrijpen?! Het mooiste is, dat hij zegt dat ook hij eens een lichamelijk mens op het een of andere hemellichaam geweest is. Dan vraag ik me af, waar naast deze aarde nog een ander hemellichaam moet zijn! Ik en talloze andere mensen hebben daar nooit iets van gehoord. Wat is dat dan voor een nieuw verhaal?'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] De leerlingen verwonderden zich erover dat deze dertig Romeinen, die gisteravond zo buitengewoon voor Mij in vuur en vlam stonden, dat vandaag allemaal slechts voor een levendige droom zouden houden.
Hoofdstuk 194: De Heer karakteriseert de dertig Romeinen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23