Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

161 resultaten - Pagina 7 van 11

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11
[5] Evenals het ons ook niet raakt wat die bijna geheel onzichtbare diertjes doen onder een rottend minuscuul blaadje dat door een zacht briesje van het mos weggevoerd werd en met een daaraan hangend dauwdruppeltje in zee viel! Toch staat deze vergelijking in bijna geen vergelijk met hoe oneindig veel minder een hele wereld, met ons erbij, voorstelt ten opzichte van God. En zo zijn wij en al ons doen en laten zo goed als helemaal niets tegenover God.
Hoofdstuk 69: Seths troostende woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Ik zag bijvoorbeeld hoe de engel in zichzelf een nieuwe planeet vormde, die als woonplaats moet dienen voor latere mensen. Hij toonde mij -ongeveer zoals een kunstenaar in zichzelf een beeld vormt dat hij zich in alle details voorstelt -hoe die gedachte zich ontwikkelt. Maar omdat hij ernaar streeft alleen datgene tot uitdrukking te brengen wat ook in Uw ogen gerechtvaardigd en goed is, verbond hij zich in zijn hart met U, de alom heersende Vader der eeuwigheid, en legde U in zekere zin zijn plan voor. U zei tegen hem, weliswaar niet in woorden, maar in de geest: 'Het is goed en gerechtvaardigd in Mijn ogen, doe het dus zo!' En direct kwam de geest van de engel in zichzelf in beweging, vulde zich met grote wilskracht, en op de zon die onder zijn gezag staat, ontstond een geraas en een bol, de latere planeet. Die maakte zich los van haar, werd weggeslingerd en voegde zich in banen, die volkomen overeenkwamen met het beeld dat ik tevoren had gezien.
Hoofdstuk 12: De innerlijke belevenis van Phoikas - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] In..het huis van Lazarus was het rustig, en niemand stoorde Mij, terwijl Ik in Mijn kamertje alleen bleef en tweespraak hield met Mijn Vader in Mij. Geen mens zal. echter helemaal begrijpen hoe dat laatste mogelijk was. Daarom moet hier gezegd worden dat Mijn ziel heel goed zag hoe het mogelijk zou zijn om al het lijden te ontlopen, en dat zij weifelde, omdat ook zij aan de aarde geketend was evenals de ziel van ieder ander mens die een taak te vervullen heeft. Alleen de Geest in Mij, van wie iedereen weet wie Die was, schreef Mij de weg voor en stelde de ziel voor de keuze, of ze uit liefde voor Hem en de mensen de aangewezen weg wilde gaan of niet. Zo kwam dan ook nu op het laatst de beslissing opnieuw dichterbij, en de Mensenzoon koos nogmaals voor de wegen van de Vader.
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[16] Hoor dus allen mijn weloverwogen wil: laat de stad van Farak voor ons allemaal een heilige stad zijn. Daar zullen wij steeds wijze raad halen om daarnaar wijs te kunnen handelen. Laat hemzelf voor ons een vorst en leider naar de wijsheid van God zijn en laat hem het enige centrale punt zijn tussen ons, Hanoch en het hele volk, opdat wij waardig bevonden mogen worden niet zozeer om vorsten te worden, wat toch al niets voorstelt zoals wij door Gods wijsheid hebben ingezien, maar alleen om voor gewillige, trouwe knechten aangezien te worden, die vreugde willen en zullen hebben aan het welzijn van de volkeren en aan de wijsheid van God in onze broeder Farak en ook in het volledige herstel van Hanoch en daardoor ook van al het vrije en dienstbare volk.
Hoofdstuk 28: Het overleg van de tien vorsten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar Ik zeg je: jij bent het zelf die naar eigen willekeur een of andere oneindige god zoekt, eert en aan wil grijpen die voor zichzelf het volkomen onmogelijke mogelijk wil maken, de hele eeuwigheid op zijn eigen nek wil laden en een god wil zoeken die voor jou zo goed als niets voorstelt; maar de Vader die nu vervuld van de allergrootste liefde met je praat, wil je miskennen, verachten en ontvluchten!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Waarlijk, naast een god zoals jij je die voorstelt en die je iedere sabbat door aanbidding vereert, zou een geschapen bestaan zonder twijfel niet alleen het meest ellendige bestaan zijn, oneindig jammerlijker dan dat van een vertrapte worm in het gloeiende zand, - maar Ik zeg je, het zou ook voor jouw droomgod volslagen onmogelijk zijn; want zo'n onvolkomen god zou niet alleen niet in staat zijn knoeiwerk te leveren, maar het zou hem waarlijk nog slechter afgaan dan jou, want je bent uit jezelf nog niet in staat om ook maar één atoom te scheppen!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] "Seth, zou jij ook niet op die manier licht willen kunnen maken? Ja, ja, dat wil je wel en Ik zeg je dat zoiets niet eens zo moeilijk is als je het je voorstelt en het middel daartoe is zeer eenvoudig! En zoals je aan Mij gemerkt zult hebben, bestaat het enkel en alleen uit niets anders dan slechts een ernstig en gelovig 'Er zij licht', en het zal daar licht worden waar anders de duisternis heerst!
Hoofdstuk 151: Seth zoekt het licht in het licht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] 'Neen, omdat jij de liefde van de wijsheid voorstelt, moet je de priester zijn!
Hoofdstuk 193: Het verdere verloop van het spel - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] Deze ene werd geboeid en daarna werd hij als getuige in een apart kamertje ondergebracht, voorlopig tot de volgende mor­gen.
Hoofdstuk 115: Jozef raadt aan om naar bed te gaan. De jongelingen onthullen dat er een nachtelijke roofoverval zal plaatshebben door 300 rovers. De overval. Overwinning van de engelen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] De vroedvrouw antwoord­de hem en zei: ' Je blijft maar pre­cies zoals je bent; maar bewaar wel over hetgeen je gezien hebt het diepste stilzwijgen, anders zul je Gods straf kunnen verwach­ten!. ..' Nicodemus gaf nu de drachme weer terug en ging onder tranen naar buiten. Het desbetref­fende kamertje liet hij later inder­daad rijk met goud en edelstenen verfraaien. Jozef echter is direct afgereisd.
Hoofdstuk 26: Verwijt van de herbergier Nicodemus aan het adres van Jozef. Jozefs zelfverdediging. Het getuigenis van de vroedvrouw. Een genadige wenk aan Nicodemus, die daarop de Heer erkent (9 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] Maar weet wel, dat Wat vannacht zo armetierig in jouw herberg heeft gelogeerd voor één drachme, dat Daarvoor je aller­mooiste kamer, gesierd met edel­stenen en goud, nog veel te min zou zijn! In dit kamertje, dat hoogstens goed genoeg mag heten voor een dwangarbeider, heeft Gods Heerlijkheid Zelf verblijf gehouden!
Hoofdstuk 26: Verwijt van de herbergier Nicodemus aan het adres van Jozef. Jozefs zelfverdediging. Het getuigenis van de vroedvrouw. Een genadige wenk aan Nicodemus, die daarop de Heer erkent (9 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] En, als het dus zo gesteld is, hoe zou dan dat Kind van Jozef zo verschrikkelijk kunnen zijn als jij je het voorstelt?
Hoofdstuk 285: De herdersjongen uit de dood opgewekt; diens vrees voor het heilige Kindje. Zijn vader wijst hem terecht en legt een waar getuigenis af over Jozef en het Kindje. De liefde van het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Heer, wat gebeuren moet, gebeure –maar het heeft mij in elk geval reeds tot in mijn diepste innerlijk geschokt! Ik weet dat deze liederlijke en heerszuchtige beestmensen U niet eens willen doden omdat U Zich aan het volk voorstelt als hun beloofde Messias. Want daarvan trekt dit hyenagebroed zich namelijk maar weinig aan! Al te goed weet ik immers dat zij in hunne harten toch niet geloven, noch aan een God, noch -en dat nog minder aan U. Van een godslastering maken zij onder elkaar helemaal geen punt.
Hoofdstuk 13: Zevende brief van Abgarus aan Jezus (negen weken na ontvangst van de zesde antwoordbrief geschreven, en vijf dagen voor Diens intocht in Jeruzalem in het bezit van de Heer gekomen) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Ga maar eens met Mij mee naar een armelijk kamertje, dat meer op een berenhol lijkt dan op een voor mensen bewoon­baar vertrek. Vanbinnen is de ruimte nauwelijks twee kubieke klafter'.* (* oude maat; een kubieke klafter is ong. 7 kubieke meter.) Een kapotte deur geeft toegang tot dit krot, dat boven de deur een opening heeft van twee spannen breed en één span hoog. Door die opening valt wat licht naar binnen, dat evenwel gebroken en verzwakt wordt door de vieze stalmuur van een rijke buurman; de inwendige ruimte van het krot wordt hierdoor zo minimaal verlicht, dat de zeven bewoners elkaar ternauwernood kunnen zien. Dit prachtstuk van een kamer heeft geen kachel of fornuis; hiertoe dient in een hoek van de kamer een vettig, onbewerkt, nauwelijks een voet hoog stuk kalksteen, waarop de arme bewoners van dit echte 'beren­hol' hun karige maal bereiden, als ze het geluk hebben zich door werk en bedelen het daarvoor benodigde materiaal te verschaffen.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[35] Zeg me eens hoe je je Hem voorstelt! Amen.'
Hoofdstuk 30: De tocht van het vijftal over het smalle voetpad van de deemoed naar de hoogte. Belangrijke vraag van Abedam aan Hored en Naëhme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11