Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

319 resultaten - Pagina 7 van 22

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22
[6] In dit gevoel huist ook de liefde tot de waarheid, die zij als zodanig waarneemt, weldra met haar levenswarmte doordringt en op die manier levend maakt. Wordt het geloof als een van de liefde doordrongen waarheid eenmaal levend, dan zal dit geloof zich ook zelf beginnen te roeren, gaan bewegen en tenslotte zelf beginnen te handelen. In een dergelijk vertrouwensvol handelen ligt dan ook pas het volledig welslagen van hetgeen men in z'n hart, en niet ergens in de hersenen van het hoofd, als ongetwijfeld waar gelooft.
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[18] Al gauw meldde zich uit de menigte een van de vele aanwezige ingewijden, bijvoorbeeld in de gedaante van een met goud behangen, rijke koopman uit Rome of uit Persepolis, of in de gedaante van een andere, altijd zeer geachte gast en deze zei: 'Laat mij proberen of hij droomt wat ik denk en waarvan ik wil dat hij dit droomt!'
Hoofdstuk 183: Hirams magische belevenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Enkele leerlingen begonnen bijna te lachen en THOMAS klopte Judas Iskariot eens flink op zijn schouder en zei: 'Goed geschoten, herder! Je pijlen treffen precies het doel! Dat was nu eens een slag op het juiste moment! Ik had je graag hardop terechtgewezen vanwege je verlangende blik naar het schip en die rotswand daar; maar ik dacht bij mezelf: 'Misschien doet iemand anders het wel!' En inderdaad, ik heb me in mijn vurige verwachting niet vergist! Kijk, je had je daarstraks gemakkelijk meteen door een aardige beer mee naar die rotswand kunnen laten dragen! Als je toevallig niet samen met de anderen door die echt Indische fijnproevers mee zou zijn opgegeten, had je je morgenvroeg mooi alle daar aanwezige kostbaarheden kunnen toeëigenen! Maar nu ziet het geheel er wel een beetje bedenkelijk uit!
Hoofdstuk 196: De geldzucht van judas. De voordelen van nachtelijke rust op ligstoelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Alleen de Schrift van de joden bevat de volle waarheid, echter niet onthuld, maar verhuld in overeenkomstige beelden, en wel om de zeer wijze reden, dat de heiligheid van de daarin aanwezige waarheid door de eigenlijke, onreine kinderen van deze aarde niet verontreinigd en ontheiligd wordt.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] (Matth. 18,24) Omdat deze knecht en dienaar van de koning niets had waarmee hij zijn grote schuld kon betalen, gaf de koning bevel om de luie dienaar zelf, zijn vrouw, zijn mooie kinderen en alle andere bezittingen te verkopen, zodat uit de opbrengst alles betaald kon worden wat zijn knecht en dienaar hem schuldig was. (Matth. 18,25) Toen de dienaar zag dat hij nu samen met al de zijnen als slaaf verkocht was, viel hij voor de nog aanwezige koning neer en bad hem smekend als volgt: 'O, grote en machtige koning en heer, heb toch nog een beetje geduld met mij! Hef de verkoop op, laat me nog een tijdje vrij, dan zal ik zo goed ik kan proberen u de hele schuld te betalen!' (Matth. 18,26) Toen de koning dit vernomen had, werd ook zijn hart milder. Hij had medelijden met deze dienaar en hief de hele verkoop op, schold de dienaar de hele schuld kwijt en liet hem vrij. (Matth. 18,27)
Hoofdstuk 249: De gelijkenis van de slechte knecht (Ev. Matth. 18,23-35) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Er woonden hier enkele mannen die ontevreden waren met hun vrouwen. Deze verlangden van de hier aanwezige Farizeeën de schelding.
Hoofdstuk 255: Het verbod van echtscheiding (Ev. Matth. 19, 3-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik ging met Mijn leerlingen dan ook spoedig naar buiten naar de wachtenden en Barnabe bracht Mij een werkelijk heerlijke ochtendgroet, zoals terloops ook Mijn leerlingen. Toen deden ook alle andere hier aanwezige buren hetzelfde en ze jubelden, dat ze Mij in hun midden hadden; ze konden er nog steeds niet over uit hoe ze gisteren de sterrenhemel aanschouwd hadden.
Hoofdstuk 275: Een blik in de sterrenhemel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Het duurde geruime tijd voor iemand het waagde ook maar iets te zeggen; want de verschijning van de beide profeten had allen erg aangegrepen en vooral de aanwezige joden zeer diep geschokt. .
Hoofdstuk 10: De zelfbeschuldiging van de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Het kind stamelt eerst; uit het stamelen vormt zich langzaam maar zeker het spreken. Als de spraak wat meer ontwikkeld is, begint men het kind iets voor te zeggen, en het onthoudt al gauw korte zinnetjes. En wat men het verder zegt, gelooft het vrijwel onvoorwaardelijk; het vraagt nog geen hoe en waarom. Op basis van het gedweeë geloof leert het dan veel tot aan het eind van de kinderleeftijd, en op die leeftijd begint het al vaak behoorlijk scherp te denken en de reden van veel van het geleerde en van de opgedane kennis te zoeken; maar het bezit zelf nog te weinig volle, inwendige levenswarmte en lijkt dan precies op de eerste vruchtzetting.
Hoofdstuk 27: Het rijpingsproces bij de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Kijk, zo gaat het ook bij de mens! Zolang de innerlijke levenswarmte van zijn liefde haar hoogtepunt niet heeft bereikt en het licht van deze warmte hem niet helemaal doordringt, zal hij ondanks de beste uitleg van buitenaf de innerlijke, geestelijke waarheden moeilijk of uiteindelijk helemaal niet begrijpen; als hij echter als een rijpe druif helemaal door de toenemende innerlijke levenswarmte en haar licht doordrongen wordt, is hij rijp en bezit hij reeds zelf de beste uitleg van al zijn eerdere twijfels.
Hoofdstuk 27: Het rijpingsproces bij de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] En omdat het licht van God in ruimte en tijd eeuwig nooit geëvenaard kan worden, volgt daaruit duidelijk, dat het zuiver geestelijke licht van God, evenals de uit dat licht voortkomende, onmeetbare levenswarmte van de liefde daarin, niet binnen tijd en ruimte, maar alleen buiten deze twee aanwezig kan zijn.
Hoofdstuk 30: De kracht van het licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Dat er echter toch een levensechte en altijd aanwezige analogie bestaat tussen het oerlicht van God en het slechts ten dele geschapen licht van de zon, kun je gemakkelijk afleiden uit het feit dat ook het licht van de zon levengevende kracht heeft voor de schepselen op de hemellichamen en werelden, waarvan ieder voorjaar je voldoende kan overtuigen. -Begrijp je nu al iets beter hoe en op welke manier noodzakelijkerwijs al het zuiver geestelijke zich buiten tijd en ruimte bevindt en dat dit ook zo moet zijn?'
Hoofdstuk 30: De kracht van het licht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Deze verder tot in het oneindige doorgaande, zich steeds in dezelfde verhouding vermenigvuldigende hoeveelheid korrels kun je zelf verder nog tot honderd, duizend en nog meer jaar uitbreiden, en dan zal een berekening je leren, dat na slechts enige honderden jaren een totaal van duizendmaal duizend werelden nog veel te weinig zou zijn om als akker te dienen voor het ontzaglijk grote aantal tarwekorrels. En kijk, die vermeerdering kan tot in het oneindige voortgezet worden! Zou dat echter mogelijk zijn als in deze ene korrel, en op gelijke wijze ook in alle andere korrels, niet reeds dit eindeloze aantal, door het daarin aanwezige goddelijk-geestelijke, buitentijdse en buitenruimtelijke, voorhanden was?! Zeker niet!
Hoofdstuk 32: Het geestelijke in het natuurlijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'O, maken jullie je daar maar geen zorgen over, want Ik zal nog vaak in de tempel onderricht geven; maar van de thans daar aanwezige Farizeeën, oudsten en schriftgeleerden zal niemand opgeschrikt worden en zich daarnaar richten om ook zalig te worden, maar zij zullen allen alleen maar proberen Mij te grijpen en te doden! En daarvoor is het nu Mijn tijd nog niet; daarom weet Ik heel goed wat Ik doen moet.'
Hoofdstuk 34: Een grote visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] De vijf gerstebroden gaven aan, dat zijn vijf zintuigen nog zuiver en onbedorven waren en dus ook zijn hart en ziel, wat ook meteen te zien was aan de grote vreugde waarmee hij Mijn wens inwilligde. De twee vissen die staan voor het goede van de liefde en het ware van het geloof, of voor de levenswarmte van het liefdeleven, of voor een vuur en een licht van levenswijsheid, toonden zijn kinderlijke geloof, zijn vertrouwen en zijn liefde. Tevens gaf hij als eenling met daarbij zijn geringe persoonlijkheid ook aan hoe zwak en hoe gering nu in de wereld het goede en ware uit de hemelen nog bij de wereldse mensen vertegenwoordigd is.
Hoofdstuk 42: De leerlingen varen over de zee naar Kapérnaum (Ev.Joh. 6, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22