Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

182 resultaten - Pagina 7 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[20] Wie dus op een of ander punt, op welke manier dan ook, buiten de goddelijke ordening treedt, blijft op geen enkel punt meer in de goddelijke ordening omdat deze gelijk is aan een rechte weg. Wanneer iemand waar dan ook van deze weg afwijkt, kan hij dan zeggen: ik ben slechts een vierde, een vijfde, een zevende of een tiende van de weg afgeweken? Zeker niet, want als hij ook maar enigszins de weg verlaat, is hij al van de gehele weg afgeweken. Wil hij niet op de weg terugkeren, dan zal men toch zeker kunnen beweren dat juist dat ene punt, waar de wandelaar van de weg afweek, de wandelaar van de hele weg heeft afgebracht.
Hoofdstuk 95: Voorbeelden van een verkeerde opvatting van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Wanneer we dit gebod bekijken, dan moeten we ons klaarblijkelijk in dezelfde oordelen verliezen en moeten we dezelfde kritiek doorlopen die we reeds bij het zevende gebod hebben leren kennen. Want ook hier is weer sprake van het eigendom, waarbij men niet moet verlangen naar hetgeen de een of ander zich naar buiten toe bezien rechtmatig heeft toegeëigend.
Hoofdstuk 87: Negende zaal - negende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Maar aan echte armen moet niemand een kapitaal lenen; wat men hun geeft moet men hun ook helemaal schenken. Dat is geheel in overeenstemming met de wil van de Heer. Wie deze opvolgt, zal de liefde van de Heer bezitten. Daar we nu alles wat dit gebod betreft hebben aangeroerd, kunnen we ons dadelijk naar de achtste zaal begeven, waar we een gebod zullen leren kennen dat in menig opzicht op dit zevende zal lijken.
Hoofdstuk 84: Wenken over de sociale kwestie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Tot slot van de uiteenzetting over dit gebod zou iemand misschien nog willen vragen of het nemen van rente over uitgeleend kapitaal in zekere zin ook niet tegen het zevende gebod is? Dan zeg ik: wanneer in een land de rentevoet wettelijk is vastgelegd, dan is het ook geoorloofd om naar deze rentevoet interest van de rijken te innen; maar als iemand een behoeftige een benodigd kapitaal heeft geleend dan mag hij daarover geen rente verlangen.
Hoofdstuk 84: Wenken over de sociale kwestie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De roomse kerk zou niet door Petrus zijn gesticht? Hij heeft toch zelf drie volle jaren in Rome onderricht en er zijn stoel gesticht, en is daar aan een omgekeerd kruis de martelaarsdood gestorven! Bovendien bevindt zich zijn onvergankelijk lichaam tot op de dag van vandaag nog in de heilige graftombe van zijn kerk in Rome en zijn stoel is heden ten dage nog de machtige troon van de paus! En jij, helse duivel, kunt mij zo'n vraag stellen en waagt het om naij, een zuivere dienaar van God, een gezalfde priester, zo brutaal tegemoet te treden? Ik gebied jou in naam van de drie-enige God, de zalige maagd Maria, de heilige Jozef, en in naam van alle heilige apostelen, leerlingen, martelaren, in naam van alle andere heiligen en in naam van de hele rooms-katholieke alleenzaligmakende kerk, dat jij, afschuwelijke duivel, met je helse, verdoemde gezelschap deze heilige plaats vliegensvlug verlaat! Anders roep ik al mijn medebroeders, die hier rusten in het paradijs en die in de hemel zijn, te hulp opdat ze jou en jouw doemwaardige gezellen met drie zeer speciaal gewijde kruisbeelden en met andere speciaal gewijde kerkelijke insignes opjagen en tergen totdat deze plaats voor jou een grotere kwelling wordt dan de allerlaagste hel zelf. O, jij verdoemde duivel, jij afschuwelijke duivel, jij onchristelijke duivel, jij bedrieger van alle mensen, jij uitvaagsel van de zevende scheppingsdag, jij eeuwig verdoemde creatuur van God, weg, weg, ga weg van hier!
Hoofdstuk 67: Heeft Petrus de roomse kerk gesticht? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Gerechtvaardigd is de eigenliefde als ze naar de dingen van de wereld geen groter verlangen heeft dan haar door de juiste maatstaf van de goddelijke ordening is toebedeeld; deze maatstaf werd in het zevende, negende en tiende gebod voldoende aangegeven. Verlangt de eigenliefde meer dan deze maatstaf aangeeft, dan overschrijdt ze de vastgestelde grenzen van de goddelijke ordening en dat moet bij de eerste overtreding reeds als zonde worden beschouwd. Volgens deze maatstaf moet dus ook de naastenliefde worden ingedeeld. Als iemand namelijk een broeder of een zuster boven deze maatstaf uit liefheeft, dan begaat hij met zijn broeder of zuster afgoderij en maakt hem of haar daardoor niet beter maar slechter.
Hoofdstuk 103: Twaalfde zaal - twaalfde gebod. De naastenliefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Ik geef al mijn kinderen vanaf hun geboorte tot aan hun zevende levensjaar volkomen de vrijheid. Gedurende deze periode zullen zij allemaal, zonder onderscheid, van mijn liefde genieten. Na hun zevende jaar trek ik bij al mijn kinderen mijn liefde terug en zal hen vanaf dat moment ofwel oordelen of gelukkig maken. Zij die als onmondige kinderen mijn zware wetten hebben onderhouden, zullen zich voortaan, na hun zevende jaar, over mijn hoogste welgevallen kunnen verheugen, maar zij die zich in de loop van die zeven jaren niet volledig, volgens mijn zware wetten tot op het kleinste deeltje hebben gebeterd, zullen voortaan voor alle tijden uit mijn vaderhuis geworpen en vervloekt worden. - Wel, wat zouden jullie van zo'n gruwelijke ezel van een vader zeggen? Zou dat niet nog verschrikkelijker zijn dan de schandaligste tirannie van alle tirannen?
Hoofdstuk 95: Voorbeelden van een verkeerde opvatting van het tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Als we Zijn geschiedenis verder zouden volgen, dan zouden we nog heel wat zaken vinden waarbij de grote Wetgever volgens de huidige grondregels van het eigendomsrecht en volgens de uitvoerige juridische uitleg van het zevende gebod, juist deze grondregels duidelijk heeft genegeerd. Wat zou er gebeuren met iemand die andermans boom zou vernielen of een grote kudde varkens zou vernietigen en dat soort dingen meer? Ik denk, dat we voorbeelden genoeg hebben waaruit meer dan duidelijk blijkt dat de grote Wetgever aan dit zevende gebod een heel andere betekenis heeft verbonden dan er mettertijd door de hebzuchtige en egoïstische mensheid voor bedacht is.
Hoofdstuk 83: Wat betekent `stelen'? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] We zijn in de zevende zaal. Kijk, in het midden daarvan bevindt zich aan een lichte witte zuil een bord, waarop in duidelijk leesbaar schrift geschreven staat: 'Gij zult niet stelen!' Bij de eerste blik op dit gebodsbord komt toch bij iedereen meteen de vraag op:
Hoofdstuk 82: Zevende zaal - zevende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Het was noodzakelijk om dit gebod voor jullie wat grondiger te belichten omdat de mens over geen enkel gebod zo licht heenstapt als over dit. Ik denk dat jullie nu ook deze voordracht begrepen hebben en daarom zullen we ons dan ook meteen naar de zevende zaal begeven.
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Hebben de leerlingen dit allemaal goed begrepen, dan worden ze vanuit deze zaal naar een andere grotere tuin geleid, waar zich al hogere onderwijsinstellingen bevinden. Dat de leerlingen in deze eerste tuin natuurlijk niet aan één stuk door leren, maar tussendoor heel goed geprogrammeerde speeltijden hebben, spreekt vanzelf. Want ook de geest heeft om sterk te blijven op gezette tijden een rustperiode nodig, hetgeen de Heer reeds bij de eerste scheppingsgeschiedenis heeft aangetoond, door na de bekende zes scheppingswerkdagen de zevende dag als rustdag in te stellen.
Hoofdstuk 72: Leszaal van de scheppingsgeschiedenis van de mens Schoolgebouw van de 12 goddelijke geboden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] In de zevende afdeling, waar de kinderen al behoorlijk kunnen praten en hun bevattingsvermogen een merkbaar hogere graad heeft bereikt, worden al beduidend grote, op de Heer betrekking hebbende, geschiedkundige voorstellingen, niet slechts in de vorm van wandplaten, maar vooral dramatisch weergegeven, en dat gewoonlijk op een voor de kinderen zo aantrekkelijke manier dat zij er als het ware zo van onder de indruk raken, dat zij daardoor het gehoorde en geziene bewuster in zich opnemen.
Hoofdstuk 67: Intrede in het kinderrijk. Praktische methode tot zelfontwikkeling van de kinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Kijk, zo is het ook gesteld met de steeds zuiverder wordende wijsheid; één brok wijsheid is moeilijker te verteren en te ontleden dan een hele wereld van liefde. Men zou kunnen zeggen: zo'n wijsheidskluwen lijkt op een pak met vlooien die, als het pak wordt geopend, heel haastig wegspringen, en men moet wel heel behendig zijn om van die duizenden vlooien er ook maar enkele slome te kunnen vangen. Daarom valt er ook zoals gezegd over de harde en doorzichtige eigenschap van het materiaal van deze zevende verdieping of achtste galerij niet zoveel meer te vertellen.
Hoofdstuk 42: Zevende verdieping. Absolute wijsheid, doorzichtig en ondoordringbaar als diamant - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[1] Kijk, onze klim naar boven ging beter dan jullie hadden gedacht. Zoals jullie zien, zijn we dan al ook op de zevende verdieping of de achtste galerij. Hoe vinden jullie deze ruimte?
Hoofdstuk 42: Zevende verdieping. Absolute wijsheid, doorzichtig en ondoordringbaar als diamant - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] We bevinden ons op de zesde verdieping of in de zevende galerij, dus in elk opzicht meer dan halverwege het gebouw. Zoals de onderste basis en verreweg grotere helft van het gebouw overeenstemt met de borst van de mens en dus met alles wat de liefde betreft, zo staat deze tweede bovenste helft voor het hoofd van de mens en stemt dus overeen met het verstand en de wijsheid daarvan.
Hoofdstuk 41: Liefde en wijsheid, hun onderlinge relatie en harmonie - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13