Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 7 van 71

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[23] Wanneer de vijf geredden zich na een uurtje al wat beter voelen, beginnen ze eerst te vragen waar ze zijn en wat er met hen is gebeurd.
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS zegt: "Heer, zulke woorden heb ik nog nooit gehoord! Ze zijn slecht en jammer genoeg toch in veelopzichten waar. Wat kunnen we met deze mensen aan vangen? Waarlijk, iedereen is verbaasd; zelfs Jarah schijnt nu niet meer zo precies te weten wat ze daarmee aan moet en de engel heb ik een paar keer zien huilen! Dat vind ik toch wel heel vreemd! Zeg mij, wat ik nu met hen moet beginnen!"
Hoofdstuk 23: De nasleep van de demoneninvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Pas als jouw geest, vriend, ook boven jouw kokende levenswater zal zweven, zul jij ook werkelijk jouw leven en het leven van God in je beginnen te ontdekken.
Hoofdstuk 28: Het godsbegrip van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Maar, zoals ons nu steeds duidelijker wordt, heeft de grote levensheiland ons lijden nog vóór de vastgestelde tijd beëindigd en nu pas beginnen wij ons daar meer en meer over te verblijden en wij zien nu in dat de grote geest van God thans werkelijk deze aarde tot toneel van Zijn erbarmen wil maken en ook zal maken. Maar helaas ook tot een toneel van de grootste vervolgingen, van hoogmoed, van pronkzucht en de grootst mogelijke vijandigheid tegen al datgene, wat geestelijk zuiver en het enige goede en ware is!"
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als dan tenslotte de vloed van de lokkende, wereldse verleidingen zal verzinken in de diepte van haar leegheid, dan zal het goddelijke leven zich met alle kracht in en buiten de ziel manifesteren en in de zuivere en nieuwe levenssfeer in een vrijheid zonder weerga, zonder enige vijandige belager, een nieuw werk beginnen en daarmee in en met God de gehele oneindigheid van eeuwigheid tot eeuwigheid zegenen! -Begrijp je deze vergelijking?"
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De TWAALF zeggen: "Broeder, dat is andere taal dan in onze tempel, waar men haast niets te eten krijgt maar des te meer moet vast.en en bidden. Maar de hoge heren vasten en bidden weinig en verteren Iedere dag een hoeveelheid aalmoezen en offers ter meerdere ere van Jehova, terwijl de jonge tempeldienaars Pro populo (voor het volk) vasten moeten tot de botten in hun ledematen haast beginnen te knorren! O, waarom zijn wij al niet veel eerder Romeinen geworden?! Daar. vindt je alles: Wijsheid, goedheid, rechtvaardigheid, strengheid waar nodig, en aan brood en wijn schijnt geen gebrek te zijn! Met huid en haar en lijf en ziel willen wij Romeinen zijn! Lang leve Rome en al zijn gezagsdragers!"
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Dan beginnen ook de andere elf heel deemoedig te spreken en willen zich ook steeds verder terugtrekken, maar Julius laat dat niet toe.
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Daar stellen Suetal en ook alle anderen zich mee tevreden en zij wachten volongeduld op het begin van Mijn woorden. Maar Ik kon niet eerder beginnen dan dat Cyrenius klaar was met zijn inderdaad zeer belangrijke vraag over huwelijk, echtbreuk, echtscheiding en geslachtsgemeenschap met ongehuwde maagden.
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De achter Julius staande MATHAËL zegt: "Daarover hoeft u zich niet bezorgd te maken! Wat de getuigen betreft, zijn wij vijven beschikbaar, echter niet om tegen hen, maar om voor hen te getuigen. Kijk, wij waren er zelf oog en oorgetuigen van, hoe zij, om te voorkomen dat zij het vervloekte water moesten drinken, deze opdracht moesten aanvaarden. Wij kennen hen nogal goed, uiterlijk gezien althans, omdat wij vrijwel gelijktijdig met hen zijn uitgezonden om de Samaritanen te bekeren. Zo onschuldig wij vijven zijn aan alles wat er met ons is gebeurd, zo onschuldig zijn zij waarschijnlijk ook. Nu weet u voorlopig voldoende en u kunt in alle rust met uw ondervraging beginnen, zonder dat u zich in het minst behoeft te generen voor onze innerlijk wijsheid."
Hoofdstuk 37: Julius en de twaalf politieke misdadigers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Na een paar minuten zwijgend gewacht te hebben vraagt SUETAL: "Nou wanneer zal hij nu eens beginnen?"
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan wordt het stil aan de tafel. Maar nu beginnen de dertig jonge Farizeeën en levieten onder elkaar te ruziën, omdat hen door hun woordvoerder Hebram in zekere zin ook het zwijgen is opgelegd. Vooral een zekere Risa praat steeds maar door over zijn ouders die veel landgoederen bezitten, welke hij na hun dood als enige erfgenaam zou erven. Hij ergert zich buitengewoon als Hebram hem er op wijst, dat hij nu beter zou kunnen gaan nadenken over de wijze woorden van Mathaël en vooral die van de heiland uit Nazareth en daarbij zijn mond dichthouden, in plaats van steeds maar door te blijven kletsen over zijn waardeloze erfenis.
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik zeg jullie: Een mens beseft vaak heel goed wat waar is, maar als er zich veel donkere wolken met allerlei in verzoeking brengende onweders boven het gemoed van de mens beginnen samen te pakken, wordt het somberder en somberder in het mensenhart en hij ziet dan heel veel niet meer, wat kort daarvoor nog zo helder zichtbaar was voor zijn ziel.
Hoofdstuk 65: Levenslessen voor beginners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als men over zulke misdaden rechtspreekt, moet men er altijd rekening mee houden welk ontwikkelingspeil zo'n ontspoorde man of vrouw heeft. Ook moet onderzocht worden of zo'n mens soms door een kwade geest bezeten is, die hem of haar daartoe aandrijft. In het eerste geval moet de gemeenschap ervoor zorgen dat zo'n zwak begaafd mens in een goed opvoedingstehuis wordt ondergebracht, waar hem net als een bedorven kind zolang discipline wordt bijgebracht tot hij een ander mens is geworden. Want als zo'n mens zijn dierlijke instincten heeft overwonnen, en als zijn verstand weer helder is, zal hij ook een reiner leven beginnen en niet gemakkelijk meer in zijn oude, dierlijke natuur terugvallen. In geval van bezetenheid moet zo iemand achter slot en grendel worden gezet, want zulke mensen moeten meteen, vanwege hun grote overlast, uit de vrije mensengemeenschap worden verwijderd.
Hoofdstuk 68: Over zondig geslachtsverkeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Als zulke mensen matig worden, of op rantsoen gesteld, waarbij men hun vriendelijk uitlegt waarom men dat voor hen doet en matigheid en schraler eten aanbeveelt, zal het bloed weldra rustiger gaan stromen en de zinnelijke drift zal veel aan kracht beginnen in te boeten, zonder enig nadeel voor de algemene gezondheid van het lichaam en de ziel.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Afgezien van het feit dat zulke huwelijken op die wijze zuiverder in de orde van God worden gehouden en zich altijd zullen kunnen verblijden in hun zegenrijke vruchten van boven, behoeft het nauwelijks nog vermeld te worden dat daaruit ook voor een nog zo grote staat en het gezalfde hoofd daarvan, grote zedelijke en natuurlijke voordelen moeten voortkomen, want als een staat goede onderdanen wil hebben, moet hun ontwikkeling reeds in de wieg beginnen. Als ouders goede kinderen willen hebben, moeten zij deze ook al in de wieg beginnen op te voeden, anders verwilderen zij en worden hun ouders tot last inplaats van tot troost en steun op hun oude dag.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...