Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 7 van 373

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[4] Werkelijk Heer, het kan niet zondig zijn om in je hart een haast onweerstaanbaar prettige sensatie te beleven, iedere keer als, zoals nu, een heel dikke streep gehaald wordt door de rekening van zulke aartsslechte en totaalonverbeterlijke ellendelingen. Ik persoonlijk had wel ieder woord van de mond van die Romein af willen zoenen!'
Hoofdstuk 107: Over het wereldse blijspel en de kinderen Gods. (5.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar het is heel wat anders, als je iemand die dom handelt, broederlijk terecht wijst en dan met een vrolijk en blij hart lacht, als de domme wijs wordt! Dan hoort je vreugde en blijheid thuis in de hemelse orde en is daarom goed, juist en rechtvaardig!
Hoofdstuk 107: Over het wereldse blijspel en de kinderen Gods. (5.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Dan vraag Ik, wie in dit geval blinder is, de blinde of zijn ziende begeleider?! Ik zeg je: de harteloze begeleider; want die is in zijn hart blind, en dat is erger dan een duizendvoudige blindheid van de ogen!
Hoofdstuk 107: Over het wereldse blijspel en de kinderen Gods. (5.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg je: Wie daarom lachen kan of ook als getuige erg veel pret heeft als de een of andere grapjas een zwakke medemens dik opgelegd staat te beliegen, en hem een mat verzilverde boon voor een echte parel verkoopt, in diens hart heeft de duivel een overdaad aan boze zaden gestrooid, waaruit geen levensvruchten zullen voortkomen.
Hoofdstuk 107: Over het wereldse blijspel en de kinderen Gods. (5.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Als je dit alles nu in je hart begrepen hebt, laten wij dan nu ook uit deze lege synagoge naar huis gaan; want het middagmaal zal wel klaar staan! Kom dus nu maar mee!'
Hoofdstuk 107: Over het wereldse blijspel en de kinderen Gods. (5.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Erger je dan voortaan nooit aan Mij, als je het een of ander over Mij hoort! Tot nu toe was je tegen Mij; wees dan van nu af aan vóór Mij! Want de hele wereld kan je niet geven en voor je doen, wat Ik je gegeven en voor je gedaan heb! Eens zul je echter wel inzien, hoe en waarom Ik dat voor je heb kunnen doen. Denk aan Mij in je hart!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Omdat Ik natuurlijk hun geheimste gedachten kende, richtte Ik meteen het woord tot hen en zei: 'Waarom denkt u zulke slechte dingen in uw hart?! (Matth.9:4) Wat is nu makkelijker te zeggen. 'Je zonden zijn je vergeven! (wat u toch altijd zegt, en nog wel speciaal tegen die mensen. die met kostbare offers bij u komen, terwijl in feite daardoor niemand geholpen wordt) of 'Sta op en wandel!, waarna dat meteen gebeurt!' (Matth. 9:5)
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Wees wat u wilt, en Ik zal ook zijn wat Mij goed dunkt! Overigens is het heel vreemd van u, dat u Mij nu uw vriendschap ontzegt, terwijl u Mij in de aard van de zaak nog nooit vriendschap bewezen hebt! Maar Ik ontzeg u Mijn vriendschap niet, hoewel Ik daar eigenlijk het volste recht toe zou hebben, gezien de weinig lofwaardige gedachten die u daarnet over Mij in uw hart koesterde!
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Petrus zegt: ' Johannes vastte voor datgene wat wij hebben, en wij vastten met hem volgens zijn leer en strenge prediking. Johannes kondigde Degene aan, bij Wie wij zijn, en hij getuigde van Hem. Toen Deze echter kwam en zich zelfs door Johannes liet dopen, vertrouwde Johannes niet geheel en al op zijn gevoel, en dat deden jullie ook niet. Want terwijl Johannes onder invloed van de Geest over Jezus getuigde en, toen Deze naar hem toe kwam, tegen ons zei: 'Zie, Die daar komt, Die is het van Wie ik tegen jullie gezegd heb, dat Hij na mij zal komen, Die ik niet waardig ben de riemen van Zijn schoenen los te maken!', had hij toch nog zijn verborgen twijfels, net zoals jullie, en hij twijfelt tot op dit uur nog. Daarom vast hij nog steeds, en jullie vasten ook; bij ons gelovigen wordt echter niet meer gevast! Dat jullie nog vasten is jullie eigen schuld! En zo hoort het ook, want zoals de blinde zijn ogen niet kan laten genieten van het licht en haar kleuren, zo zal ook degene, die in zijn hart blind is, zijn hart en zijn maag niet kunnen verzadigen. Begrijp je dat?
Hoofdstuk 122: De twijfel van Johannes de doper. (28.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg: 'Deze bruiloftsgasten van Mij zijn als geheel ook Mijn bruid. Want zij die Mijn woord horen, het in hun hart bewaren en daarnaar leven, zijn werkelijk Mijn bruid, zoals ze ook Mijn bruiloftsgasten zijn! En je kunt toch niet verwachten dat bruiloftsgasten bedroefd zijn, zolang de bruidegom bij hen is! Maar als de tijd daar is dat de bruidegom bij hen weggehaald wordt, dan zullen ze óók vasten! ' (Matth. 9: 15)
Hoofdstuk 123: Het getuigenis van Johannes de doper. (29.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Iedere vogel zingt en tsjilpt zoals hij gebekt is, en zo zeggen jullie alleen maar datgene, wat je wereldse verstand je ingeeft, en je kunt niets anders zeggen, omdat je niets anders begrijpt! En dat is dan ook alles, wat Ik jullie daarop kan antwoorden. Want ook al zou Ik Jullie iets hogers en waarachtigs uit de hemel meedelen, dan zou je Mij toch niet begrijpen; want je harde hart begrijpt dat niet!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Dit huis van Mijn vriend Matthéus heeft vandaag veel mensen gevoed en gaf zijn hele voorraad uit een waar, goed hart, en als je dat niet gelooft, ga dan maar kijken in de voorraadkamer en op de korenzolder en je zult er niets meer vinden! Hier staat trouwens de heer des huizes; vraag maar aan hem of Ik geen gelijk heb!'
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Wie op God vertrouwt, wordt ook door God vertrouwd en Hij verlaat hem niet en stelt hem nooit teleur! Maar degenen, die net als jullie, wél geloven dat God een God is, maar Hem niét volledig vertrouwen, omdat hun eigen hart zegt dat ze niet waard zijn door God geholpen te worden, die helpt God ook niet; want ze hebben geen vertrouwen in God, maar alleen in hun eigen kracht en middelen, die ze voor bepaald heilig en onkwetsbaar houden en ze zeggen: 'Mens, als je wilt dat je geholpen wordt, help jezelf dan; want ieder mens is zichzelf het naast en zorgt eerst voor zichzelf!' En voordat hij klaar is met het zorgen voor zichzelf, gaat de hulpbehoevende te gronde!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] 'Goed!', zeg Ik,'als u dat van Mij denkt, denk dan ook eens aan wat Ik tegen de leerlingen van Johannes heb gezegd en erken dan in uw hart, dat Ik de volle waarheid heb gesproken!
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Wie van u op dezelfde manier uit de grond van zijn hart te werk gaat, die zal van God ook altijd datgene ondervinden, wat nu onze vriend en broeder Matthéus heeft ondervonden!
Hoofdstuk 126: Gods onveranderlijkheid en Zijn zegen. (4.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...