Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1529 resultaten - Pagina 7 van 102

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Wanneer dan zo'n ziel in het ware licht is opgenomen, wekt dat licht, als het sterker en sterker wordt, de warmte van het geestelijke leven op, en de ziel begint zich zodanig met haar geest te verenigen, dat langzaam maar zeker haar gehele leven liefde wordt. Als die liefde dan sterk en krachtig genoeg is geworden en is overgegaan in de echte innerlijke levensvlam, dan wordt het in de ziel van binnenuit licht en stralend, en pas dan bevindt zo'n ziel zich in de toestand waarin ze opgenomen kan worden in de vrije wereld van de gelukzalige geesten, waar zij dan als een kind weer verder opgevoed wordt.
Hoofdstuk 140: Ontwikkelingsperioden in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] En kijk, dat kan iedere geest van mijn soort, omdat er voor ons in de hele eeuwige oneindigheid niet de geringste hindernis aanwezig is. Maar de materie ontmoet allerlei hindernissen, zelfs in de vrije etherruimte, en kan daarom nooit de snelheid van een geest evenaren! - Zeg me nu eens, bekoorlijke dochter van God, of je dat nu wel een beetje begrepen hebt!"
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Maar nu gaan wij naar Jarah, - die moet ons haar twee souvenirs laten zien! Want ik heb haar op de bodem van de zee, toen een hemelse geest het water er tot op de laatste druppel uithief, een mooie parelmossel zien oprapen en in haar schort doen, en ik zag ook de lichtende steen die zij uit een zonnewereld meenam, waar de hemelse geest haar gebracht had. Als die twee genoemde voorwerpen net zo werkelijk aanwezig zijn als deze vernieuwde berg, dan hebben we meer bewijzen dan we nodig hebben!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] Kijk nu eens naar een veldheer, die een liefdeloze tiran voor zijn ondergeschikten is! Allen zullen zich in een uitzichtloze toestand bevinden, en als zij voor hem in de strijd moeten gaan, zullen zij zich overgeven aan de vijand om daardoor hun liefdeloze heer kwijt te raken. Toont een wijze veldheer echter dat hij zijn ondergeschikten lief heeft als een vader zijn kinderen, dan kan de vijand komen en dan zullen zij zich met al hun moed en met de grootste zelfverloochening voor hun geliefde veldheer tot de laatste bloeddruppel verweren en de vijand vernietigen!
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De ENGEL zegt: "Hoewel het een wat ontactische vraag is, wil ik, omdat je het alleen maar uit weetgierigheid vraagt, antwoorden met nee! In onze staat van oergeschapen geesten vind je bij ons, die ontelbaar zijn, zonder uitzondering alleen maar het manlijk-positieve wezen, maar toch is ook het vrouwelijk negatieve principe in ieder van ons geheel aanwezig, en daarom vind je in iedere engel het volmaakte huwelijk van de hemelen van God. Het is helemaal van onszelf afhankelijk of wij ons in één en hetzelfde geestelijke omhulsel in de mannelijke of in de vrouwelijk vorm willen laten zien.
Hoofdstuk 156: Het mannelijke en het vrouwelijke der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] En RAPHAËL zegt: "Lieve Jarah, die dieren zijn al verscheidene duizenden jaren geleden gestorven en dus ook al lang vergaan, maar de omhulsels kunnen nog verscheidene duizenden jaren bestaan en zullen noch aan vorm noch aan schoonheid veel inboeten. Hun bouwstof is zuivere kalk en dat vergaat in vrije toestand, vooral onder water, nooit! Zoveel mag je voorlopig wel weten; de hogere betekenis zul je eens in het hiernamaals volledig leren kennen!" -Jarah verbaast zich zeer als ze over zo'n ouderdom hoort spreken.
Hoofdstuk 161: De schippersknecht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Als jullie Mijn leer zullen navolgen, dan zullen jullie het leven in alle gelukzaligheid behouden. Maar als jullie tegen Mijn leer in handelen, dan zullen jullie het leven verliezen en de dood ingaan, die de ongelukkigste toestand van al het leven is, een vuur dat nooit dooft en een worm die nooit sterft!"
Hoofdstuk 164: Over het volgen van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Nu druk IK Jarah aan Mijn borst en zeg tegen allen die hier aanwezig zijn: "Tot op heden is dit Mijn volmaaktste leerlinge, bij wie Ik echt Mijn engelen in de leer kan doen, want zij heeft Mij het diepst in zich opgenomen en het levendigst begrepen. Daarom bezit ze dan ook Mijn volledige liefde.
Hoofdstuk 166: Slim als slangen en zacht als duiven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De HOOFDMAN zegt tegen zijn onderaanvoerder: "Haast je, neem twintig man en ga naar de stad! Deel de onbeschaamde booswichten mee dat deze plaats zich vanwege de grote militaire bezetting in voortdurende staat van beleg bevindt, en dat niemand haar zonder uitdrukkelijke opdracht, afgegeven door een Romeinse oppercommandant, mag betreden! En als iemand haar toch betreden heeft, dan worden hem na de ontvangen kastijding de ogen geblinddoekt en de oren met zachte modder dichtgemaakt, waarna zijn handen en voeten gebonden worden! In die toestand wordt hij in een bark gebracht, op stro gelegd en vervolgens naar de bestemde plaats vervoerd, waar hij weer bevrijd wordt van alle hand -, voet -, oog -, en oorboeien en met een roeiboot aan land gezet wordt. Voordien moet hem echter onder bedreiging van de zwaarste straf het opnieuw betreden van een dergelijke militaire standplaats, zonder rechtsgeldige toestemming van een Romeinse militaire oppercommandant, verboden worden. Als de Bethlehemieten zo'n bewijs niet hebben, behandel ze dan zonder uitzondering op deze wijze! Als ze geld hebben dan kunnen zij voor twee honderd ponden zilver wel de tuchtiging, maar niet het viervoudige boeien, afkopen! Als ze echter geen geld hebben of als ze niet willen betalen, moet ieder van hen, voordat ze geboeid worden, vijftien slagen met de roede op de tot aan de lendenen ontblote rug krijgen! Dixi, fiat!" (Ik heb gezegd, het gebeure!)
Hoofdstuk 162: Julius werkt de Farizeeën weg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] In de herberg bevond zich echter een vrouw, die ook op de berg met velen uit deze streek aanwezig was, en gereinigd werd van haar erge melaatsheid. Deze vrouw herkende Mij, viel voor Mij op haar knieën en dankte Mij nogmaals voor haar verkregen genezing. Enige Farizeeën zagen dat en kregen het vermoeden dat Ik de voor hen beruchte Jezus uit Nazareth was.
Hoofdstuk 174: Het zuurdeeg der Sadduceeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Zulke kinderen van een tot twaalf jaar oud, worden in het bewuste bevruchtingsinstituut gebracht en daar een tijdlang goed gevoed, vooral met bloedvermeerderende voedingsstoffen. Blijkt zo'n kind veel bloed te hebben, dan ontkleedt men het, brengt het in de slachtkamer en geeft het daar in handen van zelf meegebrachte en in eigen dienst staande slachters. Die binden dicht bij het lichaam de handen en de voeten van de ongelukkige kinderen, zetten dan de zo gebonden kinderen met een prop in de mond vast aan een paal in het midden van een bak, blinddoeken vervolgens de arme kinderen en snijden dan de, op zo'n ten hemel schreiende manier klaar gemaakten, aan handen en voeten de aderen door. Terwijl de ongelukkigen zo doodbloeden en natuurlijk na verloop van enige ogenblikken dood zijn, leven de 'apostelen van God' uit Jeruzalem, de stad van God, rustig verder alsof er niets aan de hand is. De ontzielde lichamen van de zo vermoorde kinderen worden in een speciaal daarvoor gebouwde grote oven verbrand, en hun zo verkregen bloed wordt hetzij vers of ook in de omschreven gedroogde toestand voor het bepaalde doel verkocht. De hel moet dit meer dan helse middel gezegend hebben, want de vrouwen die dit bloed gebruiken schijnen nu werkelijk vruchtbaar zijn!
Hoofdstuk 178: Marcus vertelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] MARCUS antwoordde de bode: "Zeg tegen mijn oude strijdmakker, dat ik mij aan zijn voeten zal leggen en hem vele malen Iaat danken voor zijn geëerde herinnering van mijn zeer armoedige toestand! Maar ik zal ditmaal geen gebruik kunnen maken van zijn genade als ik daarvoor naar de stad moet gaan, want ik heb gasten, waarvan de hoogste, de Heer en Meester, mij wonderbaarlijk van mijn vroegere armoede bevrijd heeft. Deze Heer en Meester beloofde mij gedurende zes volle dagen bij mij te blijven, en daarom zou ik het als een grote zonde beschouwen, als ik Hem ook maar een ogenblik alleen liet. Als mijn oude krijgsmakker het echter niet te ver beneden zijn hoge keizerlijke waardigheid acht om een wandeling naar mij hier buiten te maken, dan zal hier alles gedaan worden om hem zo waardig mogelijk te ontvangen!"
Hoofdstuk 183: Cyrenius wordt aangekondigd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Na deze loftuiting zegt Cyrenius tegen Marcus: "Maar, oude krijgsmakker, ga jij nu eens naar dat witte muildier daar! Op zijn rug draagt het iets voor jou en je familie. Je hebt lang genoeg ontberingen geleden en je had te kampen met allerlei nood en tegenspoed, maar nu zal deze nu juist niet zo benijdenswaardige toestand in één klap eindigen! In de beide zakken zul je zoveel goud en zilver vinden, dat je daarmee gemakkelijk een beter woonhuis kunt laten bouwen, en bij het nieuwe betere huis, een akker en weidegrond zult kunnen kopen, zodat je met je familie heel goed van de akkerbouw zult kunnen leven! Het meerdere wat de zakken mochten bevatten, kun je als een goed appeltje voor de dorst houden, want zolang wij op deze aarde volgens de wil van de Heer moeten leven, mogen ook de middelen daarvoor niet helemaal ontbreken!
Hoofdstuk 186: Het geschenk van Cyrenius aan Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Heus, de echte hemelse manier van lesgeven is vaak heel vreemd! Daarbij geeft de leerling meestal les aan de leraar, en de leraar is steeds erg tevreden als hij iets geleerd heeft van de leerling. Maar het gaat wel altijd op een hemels vriendelijk manier, en ik ben graag bij dit soort onderwijs aanwezig, want men leert dan in een uur meer dan bij de wereldse rabbi's in een jaar.
Hoofdstuk 191: De hemelse manier van lesgeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Oh, ik weet het absoluut juiste antwoord, en het geldt niet alleen maar voor nu, maar het zal voor alle tijden gelden zolang Gods woord ergens aanwezig is en er op deze lieve moeder aarde priesterkastes zijn, die zich daar het meest mee bezighouden! Het antwoord op de door mij aan de lieve Josoë gegeven vraag is als volgt:
Hoofdstuk 201: Jarah's tuin. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...