Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 7 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[12] PETRUS EN JOHANNES zeiden: 'Heer, heeft U dan voor zulke misdadigers geen bliksem en donder meer?'
Hoofdstuk 235: Over de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Ei, ei, zijn jullie nu kinderen van de donder of kinderen van God! De bliksem verwoest en vernietigt wel waar hij inslaat, maar de kinderen Gods hebben een ander wapen, en dat heet: geduld, zachtmoedigheid en liefde .
Hoofdstuk 235: Over de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] De waarheid is de beste bliksem tegen zulke valse leraren en profeten! Jullie kunnen eerder alle zeeën der aarde droogleggen dan ooit een dam opwerpen tegen de stroom der waarheid. Met Mij zullen jullie alles kunnen, zonder Mij kan echter niemand iets; want Ik ben de waarheid, het licht en het leven! - Begrijpen jullie dat goed?'
Hoofdstuk 235: Over de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'O, ja, een beweging om haar eigen as, en de reden daarvoor is dat haar huid voortdurend tegen de haar geheel en al omringende ether wrijft en daardoor een behoorlijke hoeveelheid elektrisch vuur, zoals de bliksem, produceert, dat dan als voornaamste voedsel voor alle in zo'n globe aanwezige hemellichamen dient; want een ontzettend grote hoeveelheid van deze stof, die bij de wrijving tussen de globe en de buitenether ontstaat, vult de etherruimte in de globe. Door de beweging van de ontelbaar vele hemellichamen binnen een bol wordt deze stof door middel van de atmosferen die hen omgeven, weer geactiveerd, verspreidt zich eerst in ruime mate in deze atmosferen, en vervolgens op de hemellichamen zelf. Hoe groter een hemellichaam is -zoals bijvoorbeeld een zon of zelfs een centrale zon -en hoe geweldiger zijn beweging is, des te meer wordt er van deze licht en voedingsstof op hem geproduceerd. Vanaf de zonnen wordt datgene wat teveel is aan de planeten doorgegeven.
Hoofdstuk 248: De beweging van de wereldmens en zijn hulsgloben. De dubbelzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Ik zei: 'Dat zullen jullie weldra zien! Dit verschijnsel is voor onze slavenhandelaars al het begin; want terwijl wij hier aten en dronken, arriveerden zij onder aan de berg, en al hun wagens en karren staan daar al. Zij zouden direct met de verkoop van hun waar zijn begonnen als deze bliksem hen niet had gewaarschuwd.
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Daarop zei de leerling niets meer, en ook de tweede bliksem werd gevolgd door een zeer heftige donderslag, en snel daarop de derde; maar ze sloegen alle in de grond en richtten geen schade aan.
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Na de derde bliksem kwam er echter snel een bijzonder mooie jongeman de kamer binnen, boog diep voor Mij en zei met een lieflijke maar toch mannelijk flinke stem: 'Heer, U riep mij, hier ben ik om Uw heilige wil uit te voeren!'
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Voor zij echter met hun koopwaar uit hun land vertrokken, raadpleegden zij ook een waarzegger of zij geluk zouden hebben met hun handel. En hij zei met een heel ernstig gezicht: ' Als jullie geen bliksem zullen zien en geen donder zullen horen, zullen jullie je waar wel aan de man brengen.' Dat was alles wat de waarzegger tegen hen zei. De slavenhandelaars beschouwden dat als een goede voorspelling, omdat zij dachten dat er zo laat in het jaar wel geen onweer meer zou komen. Maar deze geweldige bliksem met die hevige donderslag heeft hen nu uit de droom geholpen, en nu staan ze radeloos beneden aan de berg. Maar voor wij naar beneden gaan, zullen er nog een paar van die bliksems volgen, waardoor onze slavenhandelaars nog meer schrik wordt aangejaagd, en wij gemakkelijker met hen kunnen praten!'
Hoofdstuk 3: De bijgelovige slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Maar dertig dagen geleden was je toch in de bergen, waar je dertig schapen, tien ossen, tien koeien en tien kalveren offerde en je waarzegger zei tegen je: 'Als je op je reis geen bliksem zult zien en geen donder zult horen, zul je geluk hebben!' Jij interpreteerde dit als een goede zaak omdat Je meende, dat er zo laat in het jaar wel geen onweer met bliksem en donder zou voorkomen, en je aanvaardde met je medehandelaars. de verre reis. Maar nu heeft het dan toch gedonderd en eerst gebliksemd! Wat ga je nu doen?'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Allen zeiden: 'Ja, Hibram, nog nooit hebben we meer winst gemaakt! Maar onze waarzegger heeft zich ditmaal erg vergist, want juist de bliksem en de donder hebben ons het grootste geluk bezorgd! Maak de boeien van de gevangenen los en laat hen het gratis eigendom zijn van deze zuivere God! Wij zullen meteen de terugtocht aanvaarden!'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Kijk, alles wat op deze of ook op een andere aarde bestaat en groeit, is - net als de aarde - ook een wonder dat voortkomt uit de wil van de Heer. Alleen neemt de Heer daar, terwille van de vorming van het verstandelijk vermogen bij de schepselen, een bepaalde noodzakelijke, trapsgewijze volgorde in acht en laat Hij het een uit het ander geleidelijk aan enkel door Zijn wil ontstaan. Als de Heer dat terwille van de vorming en consolidatie van de intelligente en levende schepselen niet zou doen, dan zou Hij, gezien Zijn almacht, een wereld ook ogenblikkelijk kunnen scheppen zoals Hij een bliksem schept en laat werken.
Hoofdstuk 15: Een verklaring van de materialisaties - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] De Griek zei: 'Goed dan, laat maar wat zien, wij zullen wel zien of het echt is! Want bij ons in Athene zijn al heel wat verschillende wijzen geweest en wij Grieken kunnen daarom heel goed beoordelen wat toverij is, en wat een waarachtig wonder van God. Kom dus maar voor de dag met je goddelijke blijk van almacht!'
Hoofdstuk 41: Raphaël en de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Rafaël zei: 'Dat speelt nu helemaal geen rol meer, want alles watje ziet en voelt en denkt is een nog groter wonder van de Heer en ieder mens op zich is het grootste wonder! Of de Heer nu een bliksemsnelle bliksem schept, die in een oogwenk uit een wolk naar de aarde schiet, of dat Hij een zon schept, die dan aeonenmaal aeonen aardse jaren vele aarden verlicht, dat is voor de wijsheid en de macht van de Heer volkomen gelijk en daarom hoef jij ook dit huidige wonder niet zo belangrijk te vinden. Dat zou gezien de vele zeer nieuwsgierige vreemdelingen ook niet zo erg verstandig zijn. Maar nu mag je er wel voor zorgen dat al die gasten bediend worden, anders zullen ze drukte beginnen te maken!'
Hoofdstuk 14: De nieuwe gasten in de herberg en hun onthaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nikodemus zei: 'Broeder, daarin heb je volkomen gelijk! Wie vast op God vertrouwt, kan niets kwaads overkomen, hoewel God de mensen vaak allerlei dingen laat overkomen waarin je met je verstand niet zo goed Gods goede zorg kunt ontdekken. Mij zelf is dat al een paar maal zo vergaan, en ik ben daarom bij zulke grote verschijnselen op deze aarde, als een kind dat bang blijft voor vuur, omdat het al een keer zijn vingers heeft gebrand. En zo verging het mij al meerdere malen; één keer door een bliksem die mij verdoofde en waardoor ik een tijdlang hevige pijn in mijn ledematen hield. Een andere keer nam een wervelwind mij op, hief mij meer dan twee manshoogten in de lucht en zette mij daarna niet al te zacht weer op de grond. Ook heb ik tweemaal met slecht weer op het meer van Galilea meer dan vijf uur tussen leven en dood rondgedreven, en weer een andere keer werd mijn muildier wild, dat altijd heel zachtaardig is en goed afgericht; het begon ontzettend te rennen tot het van uitputting neerviel en een van mijn voeten flink kneusde. Dat kwam ook door een felle bliksem en een onmiddellijk daarop volgende donderslag.
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Mijn woord en Mijn prediking aan jullie kan niet gegeven worden op de verstandelijke manier waarop de mensen van hun wereldse kennis spreken, maar zij moeten blijk geven van de geest, die jullie volledig onbekend is, en van zijn kracht, opdat jullie geloof en toekomstige kennis niet gebaseerd is op de wijsheid van de geestelijk blinde mensen, maar op de wonderbare kracht van de geest uit God.
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23