Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

640 resultaten - Pagina 7 van 43

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] Deze mensen hebben dan ook niet de minste vrees voor de dood, wel zijn zij bang voor een lichamelijke ziekte, omdat daardoor de krachten van de ziel onnodig sterk belast worden, waardoor de ziel zelf daarna een tijdlang zwak en zodoende onvolmaakt moet blijven."
Hoofdstuk 229: Cyrenius vraagt om uitleg van de werking van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Ook dat is echter iets van het grootste levensbelang, want als de blanken deze zonde zouden mijden en alleen maar geslachtelijke gemeenschap zouden hebben wanneer dat nodig is voor het verwekken van een vrucht in het lichaam van een deugdzame vrouw, dan zeg Ik jullie: Er zou er niet één onder jullie zijn, die niet op z'n minst helderziende zou zijn! Maar nu, bij jullie huidige zeden, verkwist zowel de man als de vrouw de beste krachten door vaak dagelijks de alleredelste en de meest aan de ziel verwante levenssappen te verspillen, waardoor zij nooit een voorraad hebben waaruit tenslotte een steeds intensiever licht in hun ziel zou kunnen ontstaan!
Hoofdstuk 230: De gevolgen van de onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] En kijk, op overeenkomstige wijze zijn de volmaakte zielen van de zwarten niet hun eigen werk! Zij zijn weliswaar bijzonder goed gebouwd, maar de zwarten hebben daar maar weinig toe bijgedragen. En omdat het zo is en niet anders, kunnen zij voorlopig het kindschap van God niet bereiken; zou het echter enigen van hen ook gegeven worden dit te bereiken, dan zouden hun zielen er meteen onvolmaakter gaan uitzien. Omdat dus een tot het kindschap van God geroepen ziel slechts het materiaal voor de eigen bouw mag gegeven worden en daarnaast de leer hoe de bouw uitgevoerd moet worden, is hiermee beslist wel voldoende begrijpelijk uiteengezet dat, om het eigene van iedere ziel te bewaren, ook in het hiernamaals niet meer dan dat voor haar gedaan mag worden. Ook al is een ziel nog zo verdorven, dan mag zij toch niet door Mijn almacht aangepakt worden, maar wordt haar slechts zoveel materiaal aangereikt als zij kan verwerken; zij mag ook niet zwaarder belast worden dan haar krachten reiken."
Hoofdstuk 245: De zelfstandige ontwikkeling van een mensenziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Wie echter deze leer van Mij, die Ik nu aan jullie heb gegeven, niet vrij, maar met wat voor geweld dan ook krijgt opgedrongen, zal net zo lang geen deel kunnen hebben aan het recht op het ware kindschap van God, tot hij zich vrij, geheel uit eigen wil, hetzij hier of ook in het hiernamaals met al zijn krachten aan Mij en Mijn zuivere woord gaat wijden en dit woord vrijwillig tot richtsnoer van zijn leven maakt.
Hoofdstuk 250: Moeilijkheden bij het verbreiden van de zuivere leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Kortom, Mijn echte kinderen zullen als het ware zelfs kunnen spelen met die krachten van Mijn hart en wil, die Ik Zelf evenmin ooit daadwerkelijk heb gebruikt als dat Ik ooit deze aarde heel dicht naar de zon heb geschoven, om voor de grap met haar onbeschrijfelijke hitte een paar bergtoppen af te smelten, wat niet mogelijk zou zijn zonder tegelijk de hele aarde mee te veranderen in de oorspronkelijke ether. Wat Ik dus noch in het groot en nog minder in het klein mag doen, dat kunnen Mijn kinderen met de magische spiegels ten eerste natuurlijk en dan ook des te meer geestelijk verrichten!
Hoofdstuk 14: Het doen van wonderen door de mens, die geheel in Gods wil is opgegaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Met een hoop bouwlieden zou u het wel in 5-10 jaar hebben kunnen bouwen, dat geef ik u graag toe; want de macht van het zwaard en het geld is groot in deze wereld. Een van uw beroemde dichters die ik heb gelezen, zegt van de mensen: 'Niets is de stervelingen te moeilijk; zelfs de hemel wil de mens in zijn vermetelheid beklimmen!' (Horatius) En zo staat het met de mens, deze naakte stofworm! Geef hem middelen, macht en tijd en hij zal weldra bergen gaan verzetten, en zeeën en meren droogleggen en de rivieren een nieuwe bedding geven! Dat is op zichzelf echter alles bij elkaar geen wonder, maar een heel natuurlijk, met vereende krachten doelgericht handelen van de mensen.
Hoofdstuk 20: Roclus bezichtigt het wonderbouwsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De reden om jullie zielen te vervolmaken hoeft nu echter niet meer te liggen in het bereiken van al die eigenschappen van de ouden, die jullie nu naar waarheid beschreven zijn, -want daardoor bereikt geen enkele ziel het ware, zalige, eeuwige leven -, maar van nu af aan heeft een ieder van jullie de volkomen nieuwe reden om zijn ziel zo veel mogelijk te vervolmaken en te reinigen om door de daadwerkelijke navolging van Mijn woord te komen tot de daarvan afhankelijke wedergeboorte van de geest in zijn totale ziel. Want wie dat bereikt heeft, heeft dan opeens meer wonderbaarlijke krachten in zich dan alle oude vaderen bij al hun zielsvolmaaktheid ooit bezaten! Hij zal in één ogenblik gemakkelijker alle sterrenwerelden en zonnen doorgronden, en zelfs hun meest verre taal horen en begrijpen, dan de oude zieners en wonderdoeners het hen omringende land konden doorgronden en beoordelen.
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] MARCUS was met deze uitleg heel tevreden en zei: 'ik dank je voor deze uitstekende uitleg; want als ik alles zo overzie wat ik gezien en gehoord heb, begrijp ik nu toch tot mijn volle tevredenheid hoe jij, beste hemelse vriend, je wonderen verricht en vooral de bliksemsnelle uitvoering van wat je wilt. En ik kan nu openlijk de conclusie trekken, dat het toch bij ieder wonder enigszins natuurlijk toegaat en dat het steeds neerkomt op een samenspel van krachten wanneer er ergens iets, hetzij zeer snel of in tussenpozen, uitgevoerd moet worden. ja, ik zie nu tussen jullie geestelijke wonderen en de toverkunsten van de aardse magiërs een bepaalde, lichte overeenkomst, en die bestaat in datgene wat jij voorzien en voorbereiding noemde!
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Dat was tot op heden mijn onafhankelijke geloof, dat echter nu door dit fenomeen een heel jammerlijke stoot in de ribben kreeg en Ik begin nu dan toch heel zachtjes te geloven aan een hoger goddelijk wezen, omdat ik maar al te duidelijk inzie dat geen mens zo'n werk met zijn bekende krachten tot stand kan brengen en ook nooit tot stand zal brengen. Dat kan dus alleen maar werk van een god zijn, die weliswaar ook alleen maar een soort mens kan zijn, maar een mens aan wie de krachten van de grote natuur gemakkelijk en altijd onvoorwaardelijk gehoorzamen, zoals gewone soldaten aan een beproefd, inzichtrijk veldheer, van wie zij weten dat hij nog nooit een slag heeft verloren.
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Dat is op zichzelf zeker heel loffelijk, maar met het geloof aan een god doet zich een grote moeilijkheid voor; want het is bij hen een volkomen uitgemaakte zaak, dat er buiten de geheime krachten in de natuur eeuwig nergens een god bestaat en zou kunnen bestaan. En daarom is het moeilijk een echte Esseen tot geloof aan een god te brengen. Men moet hem eerst nog veel meer gelegenheid geven om zich helemaal naar hartelust vrij in en over alles en iedereen te uiten. Pas wanneer hij zich helemaal aan je heeft blootgegeven, zal er nog wel iets heel bijzonders met hem te verwezenlijken zijn. Maar nu is hij daarvoor nog niet rijp, omdat er nog veel in hem schuilt waarmee hij tengevolge van zijn achterdocht tegen jouw Romeinse uitoefening van het zwaardrecht nog lang niet tevoorschijn is gekomen.
Hoofdstuk 25: Het karakter van Roclus, zoals de Heer hem ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (ROCLUS:) "De ruwe en tevens toch geweldige krachten van de natuur kunnen alleen maar erg grof te werk gaan en die wijze van werken is Iets noodzakelijks, want hun woeden roept de microkrachten in het leven, en die vormen zich dan pas tot iets, als zij door de geweldige uitwerking van de grote oerkrachten in zekere zin tot leven worden geroepen. Door wederzijds aantrekken en afstoten krijgen de kleine krachten pas vorm en beginnen de aangenomen vormen te ontwikkelen, treden dus in een voelbaar bestaan, dat zij zolang behouden als zij in hun afgescheiden staat een andere, krachtiger op hen inwerkende kracht kunnen weerstaan. Als deze de kleine kracht overweldigd heeft, is het met de afzonderlijke, kleine kracht volledig gedaan. Haar vorm lost zich samen met haar op en alles wordt door de grote kracht weer verslonden, zoals dat ook treffend getoond wordt met het beslist door een wijze uit de oertijd bedachte beeld van Chronos die als stamvader van de goden zijn kinderen weer verslindt. Dit genoemde beeld van de mythische oergod Chronos stelt de tijd voor en de daarin werkende krachten. De tijd schept alles, onophoudelijk schept zij lachende akkers en tevens dorre stoppelvelden. Ontstaan en vergaan, leven en dood, zijn en niet-zijn gaan steeds gelijktijdig samen. Geen stilstand, geen oponthoud; de ene golf roept de volgende op, - maar daar tussendoor loopt ook tevens de vore, het graf! Wat het stempel van het leven draagt, draagt op de keerzijde ook het stempel van de dood.
Hoofdstuk 32: De natuurfilosofie van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar dat men ondanks de macht die men in zichzelf bezit er niet op los mag slaan, ook al zou men het nog zo graag willen, komt, omdat het er op deze wereld voor ieder mens om gaat -zoals jij dit heel juist opmerkte tegen het eind van het gesprek met Cyrenius -dat hij zich als een echt mens moet vinden en zich als een concrete levenskracht moet consolideren, omdat hij zich anders onmogelijk als een vrij en zelfstandig wezen voor eeuwig in stand zou kunnen houden tegen de voortdurende, vijandelijke inwerking van de grote machtige krachten! Ook al heb je je niet precies met deze woorden van mij uitgedrukt, je hebt er wel dezelfde zin en betekenis in gelegd.
Hoofdstuk 37: Raphaël beschrijft Gods wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar aan jou is nog niet alles verloren, je zou zelfs nog iets groots kunnen bereiken; maar dan zou je volledig uit vrije wil door zelf te handelen en het zelf te willen een nieuw mens moeten worden, en er vanuit je innerlijke overtuiging overeenkomstige krachten toe bij moeten dragen dat het zinloze optreden van jullie instituut ophoudt, omdat het anders onmogelijk voor je zou worden om ooit tot het ware leven van je innerlijke geestelijke mens door te dringen. Want het innerlijke leven in de mens is de hoogste waarheid, waarin je geheel moet overgaan; maar deze hoogste waarheid kan nooit en te nimmer gedijen als ze door activiteiten van leugen en grof bedrog gevoed moet worden.
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ik herken in u, verheven meester, de volle goddelijke kracht, zonder welke het u totaal onmogelijk zou zijn om de werken te verrichten die alleen een god mogelijk kunnen zijn, omdat in hem alle ontelbare speciale krachten verenigd zijn en hun eeuwige oerbasis hebben van waaruit ze alleen maar kunnen werken. En omdat ik dat in u ontdekt heb, is het ook wel zeker dat ik een grenzeloze achting en liefde voor u heb, wat u met de ogen van uw geest nog duidelijker in mijn hart en hersenen kunt zien dan die jongen daar.
Hoofdstuk 68: Het priesterdom als grootste hindernis om de leer van de Heer te verbreiden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Dat alles is echter voor iemand die de dingen zorgvuldig beschouwt, zoals zij komen en gaan, een noodzakelijk gevolg van de voortdurende wisselwerking van de verschillende afzonderlijke en speciale krachten in de grote natuur. Die wekken elkaar steeds wederzijds op en vernietigen elkaar ook weer net zo strijdend als zij strijdend zijn ontstaan. Ik zie overal een voortdurend spel van golven, en de vaak fantastische vormen van de hoog in de lucht zwevende wolken leveren ons er een heel duidelijk bewijs voor in welke zeer verschillende vormen de tegengesteld werkende krachten elkaar dwingen. Nu eens komt een leeuw, dan een draak, dan een vogel, een vis, een hond, ja heel vaak zelfs een mensenhoofd, af en toe zelfs een karikatuur van een mens tevoorschijn! Maar hoe lang blijven die vormen, die vaak heel mooi zijn? Zo lang, tot er een sterkere, daarop inwerkende kracht ze eerst de mooie vorm afneemt en tenslotte helemaal wegvaagt!
Hoofdstuk 32: De natuurfilosofie van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...