Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 7 van 1037

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] Dat die edele verdere oogmerken Mij niet onbekend waren, dat behoeft wel geen uitleg, daarom bleef Mij geen andere keuze, teneinde vechtpartijen en vervelende grote rellen te vermijden, dan het ultramontaan duistere Judéa te verlaten en Mij naar het meer vrijzinnige Galiléa te begeven
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] (En Hij moest door Samaria gaan. (Joh. 4:4) Het was zelfs niet raadzaam rechtstreeks naar Galiléa te gaan, maar het was beter via Samaria te trekken, dat zich met behulp van de Romeinen allang van de priesters van de tempel had losgemaakt.
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] ('Bent u soms meer dan onze vader Jacob, die ons deze heerlijke put heeft gegeven, waaruit hij, zijn kinderen en zijn vee hebben gedronken?' Joh. 4:12) Wie en wat bent u dan, dat u op zo'n manier met mij durft te spreken? - Bent u soms meer dan onze vader Jacob, die ons deze bron gegeven heeft, waaruit hij, zijn kinderen en zijn vee gedronken hebben?! Wie denkt u wel dat u bent? - Zie, ik ben maar een arme vrouw; want als ik rijk was, dan kwam ik niet zelf in deze hitte om een koele dronk voor mij te halen. Zou u als Jood mij nog ellendiger willen maken, dan ik toch al ben?! Kijk eens naar mijn kleren, die nauwelijks voldoende zijn om mijn schaamte te bedekken en dan zal het u toch wel duidelijk zijn, dat ik erg arm ben! Hoe kunt u van mij verlangen, dat ik arme ellendige vrouw u, een trotse Jood, zelfs zou smeken om uw lusten te mogen bevredigen?! Bah, als uw zinnen daarop gericht zouden zijn! Maar ik zie u er toch niet op aan; daarom moet u me wat ik zei maar niet kwalijk nemen! Maar omdat u dit gesprek met mij begon, moet u me nu maar eens uitleggen wat u met dat levende water bedoelt!'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] (Jezus zegt tot haar: 'Ga heen en roep je man en kom hier.' Joh. 4:16) Ik zeg: 'O vrouw, je bent bijzonder dom, er is met jou niet te praten, want je hebt geen besef van geestelijke dingen! - Ga maar naar de stad en roep je man en kom met hem weer hierheen; met hem wil Ik praten, hij zal Mij zeker beter begrijpen dan jij! Of is je man soms net eender als jij, dat hij zijn natuurlijke dorst zou willen lessen met het geestelijke water van de deemoed?'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] (Vijf mannen heb je gehad, en die je nu hebt, is je man niet! Dat heb je naar waarheid gezegd.' Joh. 4:18) 'Want kijk eens, beste vrouw, vijf mannen heb je al gehad, en omdat hun natuur niet met de jouwe overeenkwam, werden ze al gauw ziek en stierven; want langer dan een jaar hield het er niet één met je uit. Er zit een dodelijke worm in je lijf en degene, die daarmee te maken krijgt, wordt daardoor al snel gedood. De man die je nu echter hebt, is je man niet, maar je ondergeschikte minnaar -tot zijn en jouw verderf! Ja, ja, je hebt dus echt wel de waarheid tegen Mij gezegd.'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (En tegelijkertijd kwamen Zijn leerlingen, en zij verwonderden zich, dat Hij met de vrouw sprak. Toch zei niemand: 'Wat vraagt U, of waarover praat U met haar?' Joh. 4:27) Toen Ik dit zei, schrok de vrouw erg, temeer omdat net op dit ogenblik de eten brengende leerlingen uit de stad terugkwamen en heel verwonderd keken, toen ze Mij in gesprek met deze vrouw aantroffen. Ze durfden echter noch aan Mij, noch aan de vrouw te vragen, wat wij gedaan hadden of waarover wij met elkaar gesproken hadden. De andere tochtgenoten inclusief Mijn moeder, die ook nog hier was, sliepen nog dermate vast dat ze nauwelijks wakker te krijgen waren, want de lange tocht had hen allemaal erg vermoeid. Tenslotte kwam ook de leerling, die naar een kruik om water mee te putten gezocht had, met lege handen uit het dorpje terug: Hij verontschuldigde zich en zei: 'Heer, het dorpje telt toch zeker twintig hulzen, maar U kunt het geloven of niet, voor U is er niemand thuis en alle deuren zijn afgesloten!
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De vrouw zegt echter vol wroeging: 'Heer! Zoon van de Eeuwige! Hier is mijn kruik, bedient u zich daarmee; ik laat hem hier voor u achter! Laat, mij,echter snel, naar de stad gaan, want ik sta in te onwaardige kleding hier voor u! - Ik antwoord: 'Vrouw wees gezond en doe wat je denkt te moeten doen!'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Helemaal uitgeput zegt de vrouw: 'Niets van dat alles! Het gaat om iets veel groters en buitengewoners! Luister rustig naar mij!
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Al een uur geleden ging ik naar buiten naar de Jacobsbron om voor deze middag water te halen, en zie, daar vond ik een mens, van wie ik eerst echt dacht dat het een Jood was, zittend op de borstwering van de bron! Toen Ik haast zonder op hem te letten mijn water uit de bron geput had, sprak de mens mij aan en wilde dat ik hem uit mijn kruik zou laten drinken. Ik stond hem dat niet toe, omdat ik dacht dat hij een Jood was.
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ga toch naar buiten de stad en zie voor uzelf of dat niet werkelijk Christus, de beloofde Messias, is. Naar mijn mening is Hij het zeker, want grotere wonderen dan deze mens doet, zal Christus, als Déze het niet zou zijn, nooit kunnen doen! Ga dus naar buiten en overtuig uzelf! Ik ga nu vlug naar huis om betere kleren aan te trekken want zo kan ik niet in Zijn hoge bijzijn gekleed gaan! Als Hij de Christus niet zou zijn, dan is Hij toch zeker méér dan een profeet of een koning van het volk.'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] (Toen gingen zij de stad uit en kwamen naar Hem toe, Joh, 4:30) Daarop nodigen ze nog meer mensen uit om met hen naar buiten te gaan naar de Jacobsbron, en zo gaat er een optocht van bijna honderd mensen, zowel mannen als vrouwen naar buiten om de Messias te zien.
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Zeggen jullie zelf niet: 'Nog vier maanden, dan komt de oogst?' Zie Ik zeg jullie: 'Slaat de ogen op en aanschouwt het veld; het is nu reeds wit om te oogsten!' Joh. 4:35) 'Velen van jullie hebben akkers thuis, en zelf zeg je: 'Nog vier maanden en de oogsttijd begint en wij zullen naar huis moeten gaan en oogsten!. Ik zeg je echter: Doe je ogen beter open! Nu al zijn alle velden wit om te oogsten. Maar Ik bedoel niet deze natuurlijke velden, maar het grote veld, dat bestaat uit de gehele wereld, waarop de mensen als gerijpte tarwe staan, dat voor de schuren van God geoogst moet worden!.
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Toch wel, Mijn broeder! Kijk eens naar deze vrouw! -Ik zeg Je: één verlorene te vinden is meer waard dan negen en negentig rechtvaardigen, die volgens hun geweten geen boete behoeven te doen, omdat ze menen dat ze op iedere sabbat God dienen op Garizim. Maar hier halen ze zelfs op de dag vóór de sabbat al alles waarmee water geput kan worden weg, opdat niemand op de sabbat een slok water uit deze bron zou halen om zijn dorst te lessen, waardoor naar de mening van deze rechtvaardigen de sabbat ontheiligd zou worden. O, wat een grote, ontzettend kortzichtige dwaasheid van dit soort rechtvaardigen! Hier staat echter een zondares met een goede kruik en zij zorgt voor ons. Dan vraag Ik je: wie is er beter: deze of die negen en negentig beoefenaars van de sabbatsheiliging op Garizim?!'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] (Toen liet de vrouw de kruik staan en liep snel naar de stad en zegt tegen de mensen: ' Joh, 4:28)] Met vreugdetranen in de ogen laat de vrouw de kruik achter en gaat van de bron snel naar de stad, ze kijkt onder het gaan nog vele malen groetend naar, Mij om, want ze heeft Mij zeer lief. De vrouw komt bijna bulten adem in de stad en ontmoet daar een groep mannen, die, zoals op de sabbat gebruikelijk, in een schaduwrijke straat voor hun genoegen heen en weer wandelen. De mannen, die de vrouw wel kenden, vroegen haar schertsend: 'Nou nou, waarom zo'n haast? Waar is de brand?' De vrouw kijkt hen welwillend ernstig aan en zegt: 'U moet niet schertsen, beste heren, want onze tijd is ernstiger dan u kunt vermoeden!'
Hoofdstuk 29: Genezing van de vrouw aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Kijk eens naar de velen, die uit de stad naar ons toe zijn gekomen om in Mij de Beloofde te zien, en zoals je ziet, komen er nog steeds meer! Let op, dat zijn niets anders dan al overrijpe tarwe aren. die al lang gemaaid hadden moeten worden! Ik zeg jullie met veel vreugde: De oogst is groot, maar er zijn nog veel te weinig maaiers; vraag daarom de Heer van de oogst, dat Hij meer maaiers in Zijn oogst zenden zal!.
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...