Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 7 van 78

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[8] Het lichaam is, omdat het uit delen bestaat die nog geheel in het diepe gericht staan en daarom dood kunnen gaan, bij en voor iedere mens de hel in zijn kleinste vorm. De materie van alle werelden tesamen is echter de hel in de meest uitgebreide vorm, waarin de mens door zijn lichaam gesteld is.
Hoofdstuk 210: Wat is het lichaam, wat is de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Dat een ziel uit al dezelfde delen als het lichaam bestaat, daarvan kun je je bij de engel Raphaël, die aan onze tafel zit en nu met Josoë spreekt, meer dan tastbaar overtuigen. (Mij naar de engel wendend:) Raphaël kom hierheen, en Iaat je door Cyrenius betasten!"
Hoofdstuk 218: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Al deze onactieve en bewegingloze gedachten en ideeën van de goddelijke wijsheid worden heel treffend vergeleken met de 'wateren' waarin ook talloze specifieke elementen zich afzonderlijk bij elkaar bevinden, maar waaruit uiteindelijk toch de gehele stoffelijke wereld haar veelvormige bestaan haalt.
Hoofdstuk 220: Aarde en licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] "De val van de eerstgeschapen geesten, ofwel van de vrije en tot leven gebrachte ideeën van God in de eindeloze ruimte, is de grote scheiding waarvan Mozes zegt: 'Toen scheidde God het licht van de duisternis!' Hoe dat echter begrepen moet worden in de ware zin van de goede en correcte overeenkomst, heb ik jullie allen reeds voldoende getoond. Het gevolg daarvan -de noodzakelijke materiële wereld, diens grote en kleine delen zoals zonnen, aarden en manen en alles wat daarin en daarop is -is in de eindeloze ruimte verstrooid.
Hoofdstuk 224: De val der geesten, de val van Adam en de erfzonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Anderzijds is dan onze engel, zoals hij nu bij ons is, een net zo duidelijk bewijs ervoor dat toch talloze heerscharen van toen vrij geschapen geesten het gegeven gebod, ook al was het niet zoals bij Adam een dwingend, opgevolgd hebben, en nu is de gehele materiële schepping in alles aan hun macht, kracht en wijsheid onderworpen.
Hoofdstuk 227: De val der geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Wel, zo kreeg je dan verschillende overwinningen. Aan de ene kant werd de standvastige rust hoofdzakelijk winnaar, en de beweging werd daardoor teveelondergeschikt, en daarom doet zij ook steeds de grootste en vurigste moeite om de steen week te maken en hem meer op haar te doen lijken. Aan de andere kant overwon de beweging in al haar delen teveel en wordt daarom door de ten opzichte van haar zwakkere rust steeds bestreden om met haar tot een overeenkomstige verhouding te komen.
Hoofdstuk 229: De aard van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Dit rovers en moordenaarsgezelschap wordt echter op een keer door de straffende arm der gerechtigheid achterhaald en bestraft. Is het dan juist als de jonge man het lot moet delen van hen die hem met gloeiende ijzers tot mederover gemaakt hebben? Zo'n ongelukkige zou men zoveel mogelijk en op alle mogelijke manieren moeten trachten te redden, maar hem niet op 't laatst zonder enig medelijden, net als de werkelijke misdadigers, aan het kruis moeten hangen en hem de benen stukslaan. Men kan gemakkelijk en snel richten en verdoemen, vooral degene die het zwaard in de hand heeft, maar of dat juist is, -is een heel andere vraag!
Hoofdstuk 236: De uitoefening der naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De SPREKER zegt, terwijl hij nu, reeds behoorlijk gesterkt, opstaat: "Vriend, kijk eens naar de bodem van deze aarde; je ziet slechte goede en hartverheffende dingen. De kruiden en het gras verkwikken je ogen en de zachte golving van de zee stemt je blij, want je ziet niet hoe onder al deze mooie dingen talloze, zich ontwikkelende duiveltjes hun kwade, dood en verderf brengende koppen opsteken en laten opduiken!
Hoofdstuk 26: Toespraak over de strijd in de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Delen ook jullie mijn opvatting, dan zullen jullie ook, net als ik, nog op déze aarde werkelijk gelukkig zijn, maar met jullie gepeins over de allerdiepste wijsheden zullen jullie nauwelijks de waarde en het geluk van het menszijn voelen!
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Deze vijf zijn daarom nu voorlopig geheel rein en doorzien in zichzelf de dunste draden van al het leven, zoals het eigenlijk was vanaf het oerbegin. Zij delen nu aan iedereen openlijk mee wat in oude tijden maar weinigen voor weinigen was gegeven: hoe kun je daarover dan kwaad op hen worden?!
Hoofdstuk 30: Het protest van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wij weten wat deze aarde is, wat zon, maan en al de talloze sterren zijn. Het zijn merendeels ontzettend grote hemellichamen, vele zijn zelfs onuitsprekelijk groter dan deze aarde van ons. Op zichzelf zijn zij wel dood, dat wil zeggen wat betreft hun grote lichaam, maar de macht van het goddelijke leven dwingt al die ontelbare lichamen tot een noodzakelijke beweging en niet zomaar een simpele beweging, maar een zeer ingewikkelde.
Hoofdstuk 35: De dood met haar eigen wapens overwonnen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Wij willen u wel vertellen dat alles -wat de mens in zijn. grote verdorvenheid, in zijn meer dan satanische fantasie ook maar uit kan denken binnen de uitgestrekte muren van de tempel daadwerkelijk wordt gedaan. Mateloze en talloze zonden worden daar tegen de mensheld begaan en wel zo onverschillig brutaal, dat u zich dat niet voor kunt stellen! De hoge heren van de tempel schijnen de mensen niet meer waarde toe te kennen dan een nutteloze mus. Ik wil met geen woord spreken over het zeer lichtvaardige overtreden van alle geboden van God, maar er worden daar nieuwe gruwelen bedacht en begaan, waar Mozes kennelijk nooit van heeft gedroomd, want anders zou hij op zulke gruwelen zeker een honderdvoudige dood en een tienvoudige hel als straf hebben gezet! In het belang van de mensen is het echter beter dat wij daar met geen woord meer over spreken!
Hoofdstuk 39: Suetal vertelt over de kennis van de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL zegt: "Kijk, broeder, wij allen behoorden tot de tempel en moesten hetzelfde lot delen, alleen gingen jullie naar het zuiden en wij moesten naar het oosten trekken. Wij vielen echter in handen van een troep belichaamde duivels en daardoor werden onze lichamen een woonplaats van vele duivels. Maar hier was een heiland, de grootste die de aarde ooit droeg, en die heeft ons, enkel door zijn almachtige woord, om met genezen.
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Kijk, zo'n verschil bestaat er ook tussen mij en de heiland uit Nazareth! Hij is de levenszon zelf en in mij, als dauwdruppel, heerst nu wonderbaarlijk helder de kleine afbeelding van die eeuwig werkelijke, grote zon waaruit talloze myriaden van zulke druppeltjes, zoals wij, hun heilige levensvoedsel opzuigen. -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Hij heeft er zeker heel wijze redenen voor om in de loop der tijd een eens gegeven leer net zo te laten verwelken als de talloze kruiden en bloemen op aarde. Maar het zaad dat zich uit de bloem ontwikkelt, net als de zuivere, levende waarheid, verwelkt niet, maar leeft steeds maar door.
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...