Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

226 resultaten - Pagina 11 van 16

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16
[6] Het zuiver goddelijke, ofwel de ongeschapen geest, van God, die nu voor eeuwig zijn plaats inneemt aan zo'n uitspansel is het grote licht; maar de ziel van de mens, die door het grote licht omgevormd wordt tot een bijna even groot licht, is het tweede kleinere licht, dat nu echter net als het ongeschapen grote licht aan hetzelfde uitspansel wordt geplaatst en door het ongeschapen licht omgevormd wordt tot een eveneens ongeschapen licht, waarbij het in geheel geestelijk gelouterde zin. veel wint, zonder van zijn natuurlijke aard iets te verliezen. Want de ziel van de mens zou op zichzelf nooit God in Zijn zuivere geestelijke Wezen kunne.n zien, en omgekeerd zou de zuivere ongeschapen Geest van God nooit het natuurlijke .kunnen zien, omdat voor deze Geest het natuurlijke en materiële niet bestaat. Maar in de bovengenoemde algehele verbinding van de zuivere geest met de ziel, kan de ziel door de nieuwe geest die zij krijgt God zien in Zijn oorspronkelijke zuivere wezen, en de Geest kan dan door de ziel het natuurlijke zien,
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Voordat we nu echter deze berg verlaten, geef ik jullie een opdracht waaraan streng de hand gehouden moet worden, en dat is dat niemand van jullie tegen iemand daar beneden iets vertelt over wat je hier op de berg gezien hebt, tot Ik jullie in de geest daarvoor toestemming geef. Wie dit gebod van Mij niet in acht neemt, wordt meteen met stomheid bestraft; want het volk hier beneden is daarvoor nog lang niet rijp, en jullie zelf ook nog maar ten dele.
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Laat Ik voorop stellen, dat je normaal deze drie engelen niet lichamelijk zou kunnen zien en voelen. Maar Ik heb je tijdelijk zodanig ingesteld dat je ziel met haar geest door middel van je lichaam al het geestelijke nu zodanig kan zien en waarnemen alsof het natuurlijk en daardoor lichamelijk is; maar het is en blijft toch helemaal geestelijk en er is niets lichamelijks bij. .
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het grote verschil tussen ieder mens en iedere geest ligt daarin, dat een geest, zoals nu deze drie engelen hier, van meet af aan een wijs gebruik heeft gemaakt van zijn vrijheid binnen Mijn ordening en nooit daartegen heeft gezondigd. Een groot deel van de voor jouw, begrippen talloos vele geesten heeft de vrijheid van haar wil echter misbruikt en is daarom ondergedompeld in het gericht; en uit zulke geesten, die tesamen eigenlijk deze hele aarde en alle talloze andere werelden, zoals zon, maan en sterren, vormen, ontstaan volgens de wet waaraan de gehele natuur gehoorzamen moet, zowel de natuurlijke mensen van deze aarde als ook de mensen van alle andere werelden, en wel op de je wel bekende manier van de geboorte met de daaraan voorafgaande verwekking. Zo moeten ze door opvoeding en onderricht mensen worden, en na het afleggen van hun lichaam tot zuivere en vrije geesten worden opgevoed.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Als dus het lichaam van de mens voornamelijk aan een uit het gericht geheven geest gegeven wordt, opdat hij daarin in een geheel eigen wereld een vrijheidstest zal ondergaan, is het wel duidelijk, dat de vólmaakte geesten het vleselijke lichaam helemaal niet nodig hebben, omdat het vlees slechts een middel, maar nooit een doel is en kan zijn, omdat uiteindelijk alles toch weer geestelijk en nooit meer stoffelijk moet worden.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Het meer hardnekkige deel van de geest, het meer zinnelijke, trotse en hoogmoedige van de man zonderde God in Zijn wijsheid en macht af in een op de man gelijkende vrouwelijke vorm, die, omdat ze uit de man afkomstig is, heel levensecht op hem gelijkt. Daarom en door de geslachtsdaad kan zij een levende vrucht in zich verwekken volgens de almachtige wil van God. Omdat haar, als zijnde het meer hardnekkige geestelijke deel van de man, een groter lijden is opgelegd, kan zij haar geest net zo vervolmaken als de man dat met zijn minder harde geest kan, -zodat man en vrouw tenslotte één worden, zoals in de Schrift staat.
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Want de term, dat man en vrouw dan één lichaam hebben, betekent toch niets anders dan: Hoewel het wezen van de vrouw het hardere deel van de man is, wordt het door de naar verhouding sterkere beproeving volledig gelijk aan het zachtere deel van de geest van de man, en dat betekent het als er staat, dat man en vrouw één lichaam hebben. - O Heer, wat zegt U hiervan? Heb ik het geheel minstens bij benadering goed begrepen of niet?'
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Wel werd de man zo nu en dan door zijn geest zachtjes door het opwekken van liefde voor het leven gemaand om de Schrift te lezen en aandacht te hebben voor Gods grote werken! Dat deden er ook velen, nadat ze zich eerst meer of minder uit de netten van de vrouwen bevrijd hadden. Maar dat hielp niet zo veel; want ze begrepen de Schrift niet meer, en omdat ze zelf vrouwelijk materialistisch waren geworden, namen ze de materialistische betekenis der letters voor waar aan en maakten zo het woord van God tot een gedrocht en de tempel van God tot een ware moordkuil!
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Als hij zou blijven wat hij is, en zijn kunst voor het welzijn der mensen zou uitoefenen en ze ook over menig onderwerp, waarin de mensen blind zijn en waar ze weinig of helemaal geen inzicht in hebben, zou onderrichten, dan zou hij onvervangbaar zijn, en het land waar hij woonde zou te benijden zijn. Maar nu streeft hij naar de troon, de kroon en de scepter van David, en dat maakt hem verachtelijk in de ogen van alle echte en zuivere Joden die nog bezield zijn met de oude geest, waardoor ze alle verschijnselen in het mensenleven in de juiste verhoudingen kunnen zien en niet zo gemakkelijk als halfheidense tollenaren en zondaren bedrogen kunnen worden!
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Een ander zegt nu: 'Als we deze zaak alleen beschouwen uit het standpunt van deze wereld, dan heb je geen ongelijk; maar als er na de dood nog een leven is voor de ziel van de mens, waaraan ik nog nooit heb getwijfeld, dan hebben al deze wereldse overwegingen en betrekkelijkheden helemaal geen waarde, en dan is deze Jezus een zon voor de nacht van de menselijke geest en toont hij ons de goede weg, waarop wij al tijdens ons lichamelijke bestaan in het grote hiernamaals kunnen zien en uit het vaderhuis het heerlijke voedsel voor het eeuwige leven kunnen halen!
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] 'Zie dit is Mijn knecht, die Ik heb uitgekozen en die Ik het meest liefheb, waaraan Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn geest op Hem leggen, en Hij zal aan de heidenen het oordeel verkondigen! Hij zal niet schreeuwen of twisten, en zijn geroep zal niet op de straten te horen zijn. Het gekneusde riet zal Hij niet breken en de smeulende pit niet doven, totdat Hij voor de overwinning het oordeel uitvoert en de heidenen hun hoop zullen stellen op Zijn naam!' (Jes. 42,1-4)
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Maar deze zeiden: ' Als jullie de vijanden zijn van degenen, die door Gods geest bewogen worden, -wie zijn dan jullie vrienden? Wij zeggen jullie openlijk: Dat zijn de duivels! Bekeer je daarom, anders krijg je te maken met de macht van de Allerhoogste!'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Blijf jij echter in het vervolg vervuld van zulke gevoelens en gewaarwordingen en sluit je hart nooit voor de armere broeder, ook al was hij eens je vijand, dan zal jou mettertijd een grote genade uit de hemel ten deel vallen! Als je allerlei zondaren ziet, veroordeel en verdoem ze dan niet; want -begrijp Mij goed -zij zijn het meestal niet die zondigen, maar de geest die ze daartoe aanzet. Je kunt niet weten door welke geest ze gedreven worden. Er zijn er genoeg, die in hun vroomheid heel gemakkelijk hoogmoedig zouden kunnen worden en die dan al gauw vanaf de vermeende hoogte van hun deugd met veel verachting en afschuw neer zouden willen zien op de zondaren, waardoor ze dan zelf onbewust nog grotere zondaars zouden worden dan degenen, die ze verafschuwen; dan komt er een geest en verleidt zulke mensen tot de een of andere zonde, en de al trots geworden voorvechter van de deugd ondervindt zo aan den lijve, dat hij nog lang geen God, maar slechts een heel gewoon zwak mens is !
Hoofdstuk 174: Gedragsregels voor rechters en wetgevers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zei: 'Jullie zijn nog behoorlijk zwak en blind, dat je zoiets niet direkt ziet! Kijk, dat gebeurde opdat jullie zouden bemerken, dat wat de profeet Jesaja over Mij geprofeteerd heeft nu in vervulling ging, toen hij (Matth.12:17) het volgende zei: 'Zie, dit is Mijn knecht, Die Ik heb uitgekozen, en Mijn geliefde, Waaraan Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel aan de heidenen verkondigen (Matth.12:18). (Onder oordeel wordt hier waarheid.licht en leven verstaan; want de waarheid zorgt voor een rechtvaardig oordeel.) Hij zal geen ruzie maken en schreeuwen, en men zal Zijn roepen niet in de straten horen. (Matth.12:19) Het gekneusde riet zal Hij niet breken en de smeulende lampenpit zal Hij niet doven, totdat Hij het oordeel uitvoert. (Matth. 12:20) En de heidenen zullen op Zijn naam hopen.' (Matth. 12:21)
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het volk begon toen luid te jubelen en riep: 'Heil aan de verheven zoon van David! Hij kwam tot ons om ons van iedere plaag te bevrijden! We weten weliswaar niet vanwaar Hij tot ons is gekomen; maar het is zeker dat Gods geest met Hem is, zoals deze met zijn aartsvader David w.as! Want als Gods geest niet met Hem was, dan zou Hij de bezetene met hebben kunnen genezen!'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16