Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

226 resultaten - Pagina 12 van 16

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16
[10] Er kwamen echter ook een paar Farizeeën met het volk mee, omdat ze als tempelpolitie uit Jeruzalem alles moesten registreren wat Ik hier verder nog zou doen. De genezing van de bezetene die doof stom en blind was, had hen behoorlijk van hun stuk gebracht, en ze overlegden aan een stuk door, wat ze er aan moesten doen om Mij verdacht te maken als landloper, schooier, bedrieger of zelfs als tovenaar, die met de duivel een verbond gesloten had. Daarom zeiden ze ook tegen het volk: 'Morgen zal wel blijken, van welke geest hij bezield is! We zullen wel eens zien hoe hij de vele kreupelen, lammen en melaatsen zal genezen!' Het volk zegt: 'Nu hij zo in één keer de ergste genezen heeft, zal Hij ook zeker de anderen des te makkelijker genezen! Maar jullie kunnen daarover maar beter je mond houden; want jullie hebben nog nooit een mens genezen, niet door jullie dure gebeden en nog minder door je amuletten die je de zieken aanprijst en voor veel geld verkoopt!'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] In Hem woont de geest van God; want dat heeft Hij ons al door deze enkele daad voldoende bewezen; jullie hebben helemaal geen geest in jullie, behalve die van de hoogmoed, de heb en de heerszucht!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De ouden antwoorden: 'Stel je toch eens voor! Nog maar net een halfuur geleden komen hier drie burgers, Joden, Uit deze plaats; zij deelden ons mee dat de hele markt Jesaïra zonder enige uitzondering overgegaan is naar de Grieken en dat wij hier nu niets meer te zoeken hebben! Wat zeg je daarvan?! - Reken maar, dat dat allemaal het werk is van deze verwenste tovenaar, want hij is niets anders dan een helse apostel die bezeten is door de geest van Beëlzebub! Ja, wat zeg je daar wel van?!'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] De Farizeeën antwoorden: 'Wij zwijgen, omdat wij door de geest van God verlicht, altijd weten en begrijpen wat de mensen behoren te weten en wat wij bijgevolg moeten zeggen. Niet, omdat wij het niet zouden weten, maar -omdat wij het niet mogen, willen wij jullie ook geen rechtsgeldig bewijs geven naar aanleiding van jullie vraag. Het betaamt jullie alleen maar om alles te geloven wat wij jullie leren, en niet om dat zelf uit te zoeken; want God heeft ons aangesteld om alle dingen tot op de kern te onderzoeken, de geheime zaken voor ons te houden en het volk alleen maar datgene te vertellen wat het nodig heeft. Begrijpen jullie ons nu?!'
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Toen nu alles rustig was in huis, opende Ik Mijn mond en sprak voornamelijk tegen de Farizeeën, omdat Ik hun slechte gedachten maar al te goed en duidelijk zag: 'Dat het zo ver met u is gekomen, dat ligt aan niemand -behalve aan uzelf. U bent hier in Jesaïra bij dit volk toch al meer dan dertig jaar en u heeft niet kunnen ontdekken welke geest er in hen leeft! Het is nu te laat om de eenmaal gewekte geest van dit volk weer tot slapen te dwingen! Uw ergernis is daarom totaal nutteloos. want u zelf bent daaraan schuldig en verder niemand.
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik kwam hierheen als een echte Jood en als zodanig waarachtig in het volle bezit van de geest van God en al zijn kracht!
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Als Ik echter door de geest van God de duivels uitdrijf, en daarvan is het hele volk overtuigd, dan is toch het Rijk van God tot u gekomen (Matth.12:28), waarover u, als Joden, zich nog meer zoudt moeten verheugen dan de Grieken, die heidenen zijn, omdat dit teken de gunst van de Joden die zij reeds lang verloren hadden, weer herstelt! Want slechts zo kan de echte Jood aan de hele wereld tonen, dat hij de enige mens op de uitgestrekte aarde is die een zichtbaar verbond met God heeft, en door de almachtige kracht van de geest van God dingen kan doen die op die manier geen ander mens mogelijk zijn.
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Als de echte Jood echter ooit die kracht van de geest van God in zich heeft, dan moet zijn hele huis en land die kracht ook hebben! Maar hoe kon of zou iemand dan zo'n machtig huis betreden en zijn inboedel stelen? Het enige zou zijn, maar dat is onmogelijk, dat hij de machtige eerst zou binden en dan pas zijn huisraad stelen (Matth.12:29), zoals de Romeinen het ook echt bij ons gedaan hebben omdat zij ons dronken en slapend in ons huis aantroffen, waarop zij ons gebonden, beroofd en tot hun slaven gemaakt hebben, hetgeen de Joden volkomen verdiend hadden omdat zij God geheel hebben verlaten.
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Want wie niet voor Mij is, die is tegen Mij, en wie niet met Mij verzamelt, die verstrooit (Matth.12:30) en is blijkbaar tegen de geest van God die u vrij wil maken!
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Daarom voeg Ik aan alles wat u is overkomen nog dit toe: Alle zonde en smaad wordt de mens vergeven, maar het smaden van de heilige geest nooit! (Matth.12:31) Want u heeft heel goed geweten dat Ik de bezetene heb genezen door de kracht van God, maar u heeft terwille van het schandelijke aardse gewin en uw aanzien, de geest van God in Mij, die u redden wilde, toch belasterd, en daarvoor heeft u dan ook van de heidenen het verdiende loon gekregen!'
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] De Farizeeën zeggen: 'Wij hebben niet de geest van God, maar u alleen belasterd, en u bent van vlees en bloed en toch zeker niet de geest van God? Want u bent net als wij alleen maar een zoon van een mens!'
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Ik antwoord hen: ' Ja zeker, schijnbaar ben Ik dat, maar in werkelijkheid ben Ik misschien wat meer. Maar als Ik dus net als u een mensen zoon ben, dan is dat niet in het minst een verontschuldiging voor uw laster! Want Ik als mensenzoon doe deze daden beslist niet, - net zo min als u! Maar in deze nu voor u staande mensenzoon is de geest van God de werkende kracht, en Die is het die u belasterd hebt; want niet Ik, maar Gods geest heeft ten aanschouwe van u dit alles gedaan, en u hebt Hem belasterd.
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Ja, wie Mij als mens tegenspreekt, die wordt het vergeven; maar wie de heilige geest tegenspreekt, die wordt het niet vergeven, noch hier, noch in het hiernamaals! (Matth. 12:32)
Hoofdstuk 185: Het smaden van de Heilige geest wordt nooit vergeven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Toen keken de Farizeeën elkaar aan en zeiden: 'Wat betekent dat, wat zal hij doen? Hoe komt hij in het midden van de aarde? Waar is dat? Dat is toch eigenlijk overal en nergens! Wie weet dan hoe groot de aarde is en waar haar midden is? Die mens is gek, of een boze geest wil hem in zijn macht krijgen! Men zegt toch, dat ieder mens, voordat hij gek wordt een aantal wonderen kan doen. Hoe komt hij erbij om zich met Jona, die in Ninevé gepredikt heeft, te vergelijken?!'
Hoofdstuk 186: Eén met de duivel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Maar ze meenden niet oprecht dat zij hun vele boze geesten kwijt wilden raken waarmee ze zich reeds volledig verenigd hadden, maar zeiden dit alleen maar om Mij ergens op te kunnen pakken. Want als een slechte geest in de mens alles aan zich schatplichtig en dienstbaar heeft gemaakt, dan uit hij zich niet zo dat je het merkt, maar hij doet dan erg verstandig en werelds, zodat iedereen moet geloven dat zo'n mens niet bezeten is, terwijl hij in werkelijkheid veel erger bezeten is dan een ander, die door de een of andere slechte geest erg gekweld wordt omdat deze mens zich niet laat overmeesteren.
Hoofdstuk 186: Eén met de duivel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16