Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

226 resultaten - Pagina 7 van 16

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16
[6] De doodstraf heeft echter de slechtste uitwerking! Want wat heb je eraan om iemands lichaam te doden, als je zijn ziel en geest niet gevangen kunt houden, waarin zich toch de werkelijke kracht voor het handelen en het doen bevindt!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wie gelooft, dat hij van zijn vijand af zou zijn door het doden van diens lichaam, is met een tienvoudige blindheid geslagen! Want juist daardoor maakt hij uit één zichtbare, zwakke vijand, duizend onzichtbare vijanden, die hem daarna dag en nacht vervolgen en hem schade berokkenen aan lichaam, ziel en geest!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Daarom is het nu juist ook zo dringend nodig om op deze wereld liefde en ware vriendschap te geven en welke vijand dan ook liever goed dan kwaad te doen en diegene te zegenen, die mij vervloekt; want ik kan niet weten wanneer de Heer hem van deze wereld zal wegroepen! Als hij in deze wereld slechts in bepaalde kleine dingen een vijand van mij was, dan zal hij het mij later als geest honderdvoudig in grote dingen terugbetalen.
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] David was toch vanaf zijn jeugd een mens en een man naar het hart van Jehova, maar hij had zich slechts één mens, namelijk Uriah, tegen de wil des Heren tot vijand gemaakt, en hoe erg heeft toen, met toestemming van de Heer, Uriah's geest wraakgenomen op David! En dat is en blijft steeds het onontkoombare gevolg van een vijandige handeling een mens aangedaan, tegen de wil van God!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Als ik ze had zou ik je duizend levens geven als je mij één gelukkig mens aan kunt wijzen, wiens vijand al eerder naar de andere wereld is gegaan! Ik heb er nog nooit één gezien! Daarentegen ken ik wel gevallen, waarbij de wraak van een vijandige geest een familie tot in het tiende geslacht achtervolgde, en ook, dat grof beledigde mensen na hun dood als geesten een land of streek vele jaren lang zodanig verwoest hebben, dat geen mens daarin leven kon! Vriend, hoe ongeloofwaardig je deze echt welgemeende les mag voorkomen, het is een keihard feit! En stel dat het niet waar zou zijn, hoe zou ik het dan ooit hebben kunnen wagen dit nu in het bijzijn van de Heer en Zijn engelen tegen je te zeggen?! Als je echter toch nog enige twijfel hebt, vraag het dan aan de Heer, de eeuwige schepper van alle dingen, en Hij zal getuigen of ook maar één van mijn woorden onwaar was!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nu kwam Thomas naar Judas Iskariot toe en verweet hem, dat hij bij Mij aan durfde komen met zijn domme ideeën over geld, terwijl Mijn geest toch die van Jehova Zelf was, en Ik daden deed, die alleen maar aan God mogelijk waren!
Hoofdstuk 95: Het karakter van Judas. (15.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik bedreigde hen echter en sprak: 'Hoe is je naam, boze geest, die deze beiden kwelt alsof ze tesamen één man waren?'
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik moest haast lachen toen die drie tempeliers de aftocht bliezen en daardoor hun hele aanzien in dit land zo goed als verloren hebben! Hun gezichten werden steeds langer en langer, en hun voeten begonnen, tijdens die steeds krachtiger wordende toespraak van de Romein uit Kapérnaum, behoorlijk onrustig te worden, en troffen meteen de juiste voorbereidingen om er vandoor te gaan. Toen ik die heel zonderlinge onrust in de voeten van de drie tempeliers ontdekte, zei mijn geest tegen mij: 'Nu zullen ze dadelijk onzichtbaar worden!' - en het was waar, ze werden onzichtbaar!
Hoofdstuk 107: Over het wereldse blijspel en de kinderen Gods. (5.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Maar wie leeft volgens de traditionele leer en gelooft in de Zoon, die wordt toch al in de geest wedergeboren en de geest zal hem in alle diepten der eeuwige waarheid leiden.
Hoofdstuk 113: Het wezen van het Joh. en het Mat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Daar is Judas helemaal verbouwereerd van en hij heeft geen weerwoord; want Petrus had hem nu wezenlijk geraakt. Hij ging naar buiten en dacht er eens diep over na, kwam na enige tijd weer terug en vroeg ons allen om vergeving! Ook beloofde hij, dat hij zich van nu. af aan helemaal zou veranderen en hij wilde nu heel serieus een leerling van Mij zijn; alleen hoopte hij dat we hem niet ruw af zouden wijzen! Daarop zegt Nathánaël, die zelden of nooit iets zei: 'In jou woont de geest van Kaïn, begrijp je wel? En deze geest verbetert zich op deze aarde niet; want de wereld is de geest van Kaïn, en daarvan kun je geen verbetering verwachten!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg jullie in alle ernst: geile mensen, ontuchtigen en hoeren zullen niet in het rijk van God binnengaan, tenzij ze zich geheel en al bekeren van hun zeer slechte levenswandel! Want denk er om, alle andere zonden begaat de mens buiten het lichaam en hij kan zich er daarom makkelijker van losmaken - want wat uiterlijk plaats vindt, heeft niet zo'n verderfelijke invloed op de mens, als wat in hem gebeurt! -; de hoererij gebeurt echter in de mens, bederft de ziel en de geest en is daarom ook het gevaarlijkste van al het kwade! Vermijdt het daarom meer dan wat ook en ontvlucht het als de pest; want de prikkel van de wellust gebruikt de duivel als een listig middel om zijn doel te bereiken! Wee degene, die zich zo door de satan heeft laten grijpen! leder zal uiteindelijk de grootste moeite hebben om zich uit de klauwen van de satan los te maken! Onuitsprekelijk lijden en verdriet zal zijn deel zijn! Wees allen hier erg op bedacht; want anders zul je nog het moment en de dag beleven, waarop je het erg berouwen zult! Laten we nu echter gaan slapen!'
Hoofdstuk 86: Kana in Galilea. De verlokking van satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Wat het geld in de tempelkas betreft, daarover wil Ik je wel heel openhartig zeggen: Dat is iets afschuwelijks, wat de verwording met zich meegebracht heeft, niet zozeer voor een paar armen van geest, die denken dat ze daardoor de hemel kunnen verdienen, maar des te meer voor hen, die het geld uit de kas halen en het 's nachts verbrassen bij de meisjes van plezier! Zolang er geen geld bestond, waren er ook geen publieke vrouwen zoals nu. Door de komst van het geld en allerlei pasmunt zijn er in Jeruzalem, zoals bijna in alle andere steden, een groot aantal meisjes van plezier gekomen, en de mannen zondigen dag en nacht met hen! En als die uit het eigen land niet meer goed genoeg zijn voor degenen met veel geld, dan laten ze uit de berglanden maagden komen, kopen ze in Griekenland, en bedrijven daarna in Judéa met hen de schandelijkste hoererij! En neem van Mij maar aan dat dat alles, en nog duizend keer erger, het gevolg is van het door jou zo hoog geprezen geld!
Hoofdstuk 94: Over de vloek en de gevaren van het geld. (10/11/13.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Judas zegt: ' Ja,ja,ja, jij ook altijd met je oude geest van Kaïn! Waar is Kaïn, en waar zijn wij?! Het geslacht van Kaïn ging ten onder; alleen Noach bleef, en in zijn nakomelingen zit geen druppel van Kaïns bloed, maar het zuivere bloed van de kinderen Gods stroomt in onze aderen. En als het bloed zuiver is, dan is ook de geest zuiver; want de geest van de mens komt altijd uit zijn bloed voort en daarom is de geest ook altijd net zo rein als het bloed!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Nathánaël zegt: 'Dat is weer die oude onzin van je, dat heb Ik al zo vaak gehoord, daar geef ik geen cent voor! Ga maar naar de Sadduceeën; die hebben wel belangstelling voor die onzin! Bij ons is echter het bloed! een luie materie, en de geest is en blijft voor eeuwig geest! Wat heb je aan het bloed van een kind van God als daarin, zoals bij jou, een onreine, geest woont?! Versta je dat?'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Deze komische vraag was aanleiding tot veel gelach, zelfs bij de Farizeeën. Maar toch reageerde er een van de schriftgeleerden; hij zei tegen de jolige spreker boven In het zolderluik: Mijn beste, waag niet te veel! Want de armen van de hogepriester omspannen de gehele aarde, en wie daaronder terecht komt, wordt vermorzeld! De hogepriester hóeft helemaal geen doden op te wekken en jichtlijders gezond te maken; want dat heeft alleen maar met het vlees te maken en niet met de geest van de mensen, en dat is een zaak voor doktoren en niet voor priesters. Begrijp je dat?
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16