Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1548 resultaten - Pagina 1 van 104

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] Wanneer Ik jou een voet zou afhakken of een hand, dan zou je voortleven zoals je dit bij veeloude soldaten kunt zien, bij wie tijdens gevechten handen, voeten, oren en neuzen werden afgehakt, en die toch nog, zij het verminkt, verder leven; maar de geringste verwonding van het hart, waarin zich de kleine centrale levenszenuw bevindt, heeft ogenblikkelijk de lichamelijke dood tot gevolg.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zoals deze voorziening in het menselijk lichaam is getroffen, zoals ook in de warmbloedige dieren, zo bestaat deze voorziening ook in de grote scheppingsruimte: Alle talloos vele hulsglobes vormen in hun totaliteit een immens, voor jullie begrippen eindeloos groot mens. In deze mens is de hulsglobe waarin wij ons bevinden het hart, en juist deze aarde is de buitengewoon kleine levenszenuw voor deze hele grote mens; deze levenszenuw bevindt zich niet in het centrum van het hart, maar meer links daarvan.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Deze levenszenuw waarover wij nu spreken, bevindt zich ergens aan de linkerkant van het hart en is een uiterst onaanzienlijke, buitengewoon kleine cel, te vergelijken met een héél kleine ganglioncel onder de bal van de kleine teen aan de linker voet en een overeenkomstige onder de kleine teen van de rechtervoet. Deze gevoelscellen, waar alleen maar de opperhuid overheen ligt, zijn de centrale gevoelszenuwgeleiders van de voeten, -en wie heeft daar oog voor, en wie weet, dat ze dat zijn?!
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar jullie kunnen die alleen maar verwerven, wanneer jullie op de door Mij aangegeven manier bekommerd en bezorgd om hen zijn. Daarvoor hoeven jullie niet te wachten op oude burchten en boerderijen, maar jullie kunnen dat altijd doen voor zoveel overleden zielen als jullie je maar kunnen voorstellen; want jullie geloof, jullie ware liefde en erbarming en de waarheid vanuit Mij reiken nog eindeloos veel verder dan de grote sferen van de aan jullie beschreven grote kosmische mens. Want jullie zijn niet alleen Mijn schepselen, maar jullie zijn voor Mij, jullie Vader , eindeloos veel meer, en de Grote Scheppingsmens is niet eens een voelbaar levenspuntje van bestaan in de kleinste levenszenuw van jullie kleine teen, - dat allemaal natuurlijk alleen geestelijk ofwel vanuit het standpunt van de diepste waarheid beschouwd.
Hoofdstuk 38: Over het bidden voor de overledenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Op deze voorliggende vraag moet gezegd worden, dat met de uitdrukking -woestijn -niet zozeer de kleine woestenij van Bethabara aan de overzijde van de Jordaan gelegen, bedoeld werd, maar veel eerder de geestelijke woestijn in de harten van de mensen. De woestijn van Bethabara, waar Johannes inderdaad leefde, predikte en doopte, was voor dit doel slechts daarom gekozen, opdat de mensen konden zien hoe het er in hun eigen hart uit zag, namelijk net zo woest, leeg, zonder edele vruchten, maar vol dorens en distels, allerlei onkruid en vol adders en ander verwerpelijk kruipend gedierte. En in die menselijke woestijn treedt Johannes op als een ontwaakt geweten, wat hij zuiver geestelijk gezien ook is, en predikt boetedoening ter vergeving van de zonden en bereidt zo voor de Heer de weg naar de harten van de tot een woestijn geworden mensen.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Toen deze leerlingen opgenomen waren en Mij aan Mijn woorden en door de enthousiaste verhalen van degenen, die bij Mij waren, herkend hadden, startte Ik met het formele onderwijs aan de mensen, en Ik begon hen tot boetedoening te manen omdat het Rijk van God dichtbij gekomen was. Ik ging in hun synagogen en gaf daar lessen. Velen geloofden, maar nog meer ergerden zich en wilden Mij grijpen en van een berg in zee gooien. Ik ontliep hen echter, tesamen met allen die bij Mij waren, en bezocht een paar kleine plaatsjes aan de Galilese zee. Ik verkondigde daar het Rijk van God en genas veel zieken; en de armen en het gewone volk geloofden in Mij en namen Mij liefderijk op. Een aantal van hen sloot zich bij Mij aan en volgde Mij overal, zoals de lammeren hun herder.
Hoofdstuk 12: Naar Kapérnaum. Begin van het prediken. In Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Kaiphas presteerde het zelfs om in het binnenste van de tempel nog bepaalde plaatsen te verhuren aan de duivenverkopers en een paar kleine wisselaars. Deze kleine wisselaars hadden kleine munten, zoals groschen en staters, en zij wisselden voor hun klanten deze kleinere munten tegen zilverlingen, Romeinse goudstukken of Romeins veegeld, waarbij zij een zekere winst voor zichzelf hielden. Veegeld was geld dat de Romeinen speciaal voor het kopen van vee gebruikten. Afhankelijk van het dier , dat op de munt afgebeeld stond, kon men daarmee voor een soortgelijk dier betalen. Als men dit veegeld bij de grote en kleine wisselaars wisselde voor ander geld, dan werd een hogere winstmarge berekend.
Hoofdstuk 12: Naar Kapérnaum. Begin van het prediken. In Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Nu werd de Jood ontstemd en ging weg naar zijn andere genoten, waaraan hij alles vertelde wat hij van Mij gehoord had. Zij schudden hun hoofden en zeiden: 'Vreemd! Hoe kan deze mens dat weten?' - Ik verliet echter die plaats en ging met de Mijnen in een kleine herberg buiten de stad en bleef daar enige dagen.
Hoofdstuk 15: De tekenen die doden. Herberg buiten Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Dat Ik Mij na de tempelreiniging met al degenen, die Mij gevolgd waren, buiten de stad in een kleine herberg ophield, dat is al in het vorige hoofdstuk verteld, maar het is begrijpelijk als men zou vragen:
Hoofdstuk 17: De slaapwandelaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Ook Johannes doopte nog in Enon bij Salim; want daar was veel water, en zij kwamen daarheen en lieten zich dopen. Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen. Joh. 3:23-24) Op Mijn tocht door het Joodse land kwam Ik ook in de omgeving waar Johannes in de kleine woestijn bij Enon in de buurt van Salim doopte. Hier had hij water, terwijl de Jordaan in de omgeving van Bethabara zeer weinig water bevatte en dat water was ook nog troebel, onrein en vol stinkende wormen. Daarom was Johannes van standplaats veranderd, hield te Enon zijn indringende boetepredikingen en doopte daar ook zelfde mensen die zijn leer aannamen en oprecht berouw getoond hadden.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Terwijl Ik dit tegen het echtpaar zeg, openen Petrus en Johannes ook al de deur en tussen hen in komt Matthéus binnen, die diep buigt en zegt: 'Heer, ik sta helemaal klaar om U alleen te dienen! Ik heb hier wel een baan als schrijver en kan daarvan leven en mijn kleine familie onderhouden; maar als U, o Heer, mij nodig heeft, dan laat ik ogenblikkelijk mijn werk liggen; en U, o Heer, zult mijn kleine familie niet laten verkommeren!'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Er is genoeg voor tien dagen, daarna zullen we wel ander materiaal krijgen. Blijf maar hier en ontbijt met ons; na zes uur zullen we de berg op gaan. Daar zal Ik deze menigte het heil verkondigen; jij schrijft al het gesprokene voor Mij woordelijk in drie hoofdstukken op en je maakt daarbij een indeling in kleine verzen, zoals bij David gebruikelijk was. Zoek er nog een paar andere schrijvers bij, die het van je kunnen overschrijven, zodat er in dit plaatsje ook een geschreven getuigenis blijft!'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Over al het andere wilde ik, hoe onzinnig het ook klonk, niets zeggen, maar wat moet je nu denken van die aanbevolen zelfverminking, als één van de eigen ledematen ergernis geeft; en dan ook nog het kennelijk aanbevolen nietsdoen, waarbij iemand al zijn aandacht moet geven aan een voortdurend op zoek zijn naar het Godsrijk, zonder voor iets anders te hoeven zorgen, omdat al het andere van boven gegeven zal worden!? - Laten we dat nu eens met een kleine proef van een paar maanden uittesten; gedurende die tijd moeten de mensen alles laten liggen en niet werken, dan blijkt wel of de gebraden duiven hen in de mond zullen vliegen!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] In de liefde tot de arme broeders en zusters zullen jullie Mijn echte aanbidders zijn, en Ik zal in zulke bedehuizen vaak bij jullie zijn, zonder dat je het di rekt zult merken; maar in de tempels, die, zoals dat tot op heden het geval was, speciaal voor de lippendienst gebouwd zijn, zal Ik van nu aan net zo min wonen, als het verstand van de mens in zijn kleine teen.
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Petrus zegt: 'Vriend, het zal je niet lukken om wat zwart is weer wit te praten! Het gaat er hier niet om, wat je over mijn meester denkt, dat is een aardig verhaal om mij te laten vergeten hoe grof je, daarvoor tegen mij hebt staan liegen! Het kan me met schelen of je van de opperpriester vindt dat hij een ijveraar is, hij moet, als openbaar ambtsbekleder van deze kleine stad toch weten of er hier kort geleden zo n magiër is opgetreden, zoals jij mij die hebt beschreven! Want dat is voor mij het voornaamste, omdat ik daaraan wil afmeten, wat ik van mijn Meester moet denken!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...