Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

26 resultaten - Pagina 1 van 2

1 - 2
[2] "'Maak u niet kwaad over de bozen, wees niet jaloers op de boosdoeners; want zij worden als het gras weldra afgemaaid en zij zullen als het groene kruid verwelken. Hoop op de Heer en doe het goede; blijf in het land en leef eerlijk! Verheug u in de Heer; Hij zal u geven wat uw hart begeert: Beveel uw wegen in Gods ontferming aan en hoop op Hem! Hij zal alles goed maken en zal uw gerechtigheid voor de dag brengen als een licht, en uw recht als de middagzon.
Hoofdstuk 35: Roban's wijze raad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Dat is heel goed, zeg Ik je. Wie Mij niet net als jij heel jaloers liefueeft en Mij in zijn hart niet bijna zonder mededinging alleen wil bezitten, die bezit nog geen echte liefde tot Mij! Als hij die niet heeft, dan bezit hij ook niet de volheid des levens; want in de mens ben Ik het werkelijke leven door de liefde tot Mij in zijn ziel, en deze liefde is Mijn geest in iedere mens.
Hoofdstuk 41: Het wezen van de ware liefde. Aan de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De oudste ZUSTER, die een beetje jaloers werd, zei: "Jarah is altijd al een verliefd type geweest en raakte snel verliefd op alles wat ze tegenkwam. Is het dan een wonder dat zij zo tot over haar oren verliefd raakt op een knappe man zoals u?! Dat is echt niet zo'n grote prestatie! Dat zou ik ook wel kunnen, maar wat zou ik daar aan hebben nu die smoorverliefde Jarah u helemaal in beslag genomen heeft?"
Hoofdstuk 113: Prijzen en liefhebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] RAPHAËL merkt de verbazing van zijn tafelgenoten wel en zegt tegen Suetal: "Kijk, dat komt door die acht vissen die ik gegeten heb, waarop jij wat jaloers was. Men moet eerst wat krachten opdoen, wil men zo'n werk goed volbrengen! -Of denk jij dat niet?" .
Hoofdstuk 73: Raphaël schrijft alles over het geslachtsleven op. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Daarop wordt Petrus een beetje verlegen en diep in z'n binnenste op Johannes steeds wat jaloers. Dat is ook de reden waarom Petrus zich na Mijn opstanding, toen Ik hem zei dat hij Mij volgen moest en Mijn lammeren moest weiden, ergerde, omdat Johannes Mij zonder dat Ik dat vroeg ook volgde, waarom Ik Petrus toen, zoals bekend, terecht wees en waarbij Ik Johannes ook volledige onsterfelijkheid beloofde, - waardoor de sage onder het volk ontstond dat deze leerling nooit, zelfs niet lichamelijk, zou sterven.
Hoofdstuk 88: Verschillende meningen over het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daarom worden zij echter geleidelijk aan steeds tragere en op poliepen lijkende, genotzuchtige wezens. Zelden zijn zij in staat tot een heldere gedachte en zij zijn vreesachtig, laf, zeer materieel, humeurig, wispelturig, zelfzuchtig, jaloers en afgunstig. Zij kunnen moeilijk of helemaal nooit iets geestelijks begrijpen, want hun fantasie zwerft steeds binnen de aantrekkingskracht van het stinkende vlees rond en wil zich nooit verheffen tot iets hogers en geestelijkers. En ook al zijn daar zo nu en dan ook mensen onder die tenminste op momenten dat zij geen begeerte naar het vlees hebben een vluchtige blik naar boven richten, dan komen er toch méteen, als zwarte wolken aan de hemel, zinnelijke gedachten en deze bedekken het hogere zodanig, dat de ziel het volkomen vergeet en zich meteen weer in de stinkende poel van de lichamelijke lust stort!
Hoofdstuk 230: De gevolgen van de onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (ROCLUS:) 'Maar deze plaatsbekleders van God in Jeruzalem zijn ten eerste dom als nachtuilen overdag, daarbij vraatzuchtig als wolven en heerszuchtig en jaloers als een rode haan, en tevens ook nog ruw, onbeschaafd en onverdraaglijk als wilde zwijnen! Wie kan er nu met zulke buren vreedzaam samenleven?! Wie voelt zich niet verplicht, als de zaken er zo voor staan, zijn terechte woede tegen hen te uiten?! Tegen zulk menselijk uitschot moet men toch nu en dan optreden door de zuivere waarheid ten aanschouwe van iedereen aan het licht te brengen en hen welgemeend te laten zien met wat voor schandelijke schurken ze te maken hebben! Wij ontnemen de mensheid daardoor zeker niets anders dan hun oude blindheid!
Hoofdstuk 35: Roclus laat zien dat het hart de zetel is van de ware godheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ben jij soms zelf die wonderbaarlijke Nazarener? Ook goed, en eigenlijk nog beter; want dan leren wij die man of jongeling tenslotte immers zelf kennen, van wie wij al zoveel buitengewone dingen hebben vernomen! Alleen zie je me er iets te jong uit voor de Nazarener, die volgens de beschrijving minstens dertig jaar moet zijn! Maar het maakt helemaal niet uit, je hoeft de beroemde Nazarener ook helemaal niet te zijn; want jij bezit immers ook een zeer levendige en werkzame geest, je hebt veel van de wereld gezien en allerlei ervaringen op kunnen doen. Waarom zou jij daardoor niet ook vermogens kunnen ontwikkelen, waarvan ik de grootsheid in het geheel niet kan vermoeden? O, denk niet dat ik ook maar enigszins jaloers op je ben! Ook wil ik niet ontkennen dat er buiten onze schijnwonderen ook ware wonderen kunnen bestaan; want aan schijnwonderen moeten altijd ware wonderen vooraf zijn gegaan, omdat de mensen anders niet zo gemakkelijk ooit schijnwonderen hadden kunnen uitvinden. Maar wat betreft één ding ben ik het absoluut niet met je eens, namelijk dat wij met opzet door onze schijnwonderen ooit iets hebben willen bereiken waarvan men algemeen erkent dat het in feite slecht is.
Hoofdstuk 53: Roclus rechtvaardigt het stichten van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En omdat de mensen, die naar God en waarheid smachten, in groten getale naar hem toestromen, worden de oude orakels en hoogst egoïstisch en materialistisch ingestelde priesterkasten boos en jaloers en beginnen de profeet te vervolgen, omdat ze vrezen dat hun valse geloof verraden wordt en hun aanzien en rijkelijke inkomsten geweldig af zullen nemen. Een tijdlang kunnen ze niets tegen hem doen, omdat hij hen met de goddelijke kracht die hem eigen is, in het stof terugduwt.
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[19] Daarop zeiden de leerlingen, die wat jaloers waren, niets meer, dronken hun bekers uit en lieten die ook meteen weer bijvullen.
Hoofdstuk 186: De Romeinen en de jonge vrouw eren de heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Zie, zelfs om deze kleinigheid was hij jaloers op je omdat de Heer jouw offer net zo aangenomen had als het zijne, en wist met zijn schandelijke vleierij de toch al zwakke wil van Jehova zo te sturen dat Hij jouw offer afwees en jij bovendien nog een flinke terechtwijzing over je heen kreeg.
Hoofdstuk 19: Kaïns moord op Abel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Maar je bent jaloers op Mij geweest vanwege de liefde, die Cyrenius voor Mij koestert, en kijk: dat was nu een grote zonde!
Hoofdstuk 206: Tullia's tranen. Alwijze woorden van het Kind je over velerlei soorten van tranen, en over Tullia 's jaloezie - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Vaak was ik jaloers op zijn geluk, dat eigenlijk eerder een ongeluk was! Toch betekende zijn blinde Tullia voor hem meer dan de hele wereld!
Hoofdstuk 101: Jozef stelt Tullia voor aan Cyrenius. Wondere ontdekking; Tullia is een nichtje en jeugdliefde van Cyrenius. Cyrenius' ontroering - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Nu beraadde de hogepriester zich een poosje; hij overlegde bij zichzelf: wat moet ik doen? Annas is verschrikkelijk jaloers vanwege die verloting van Maria, en. ..het advies van een jaloers man moet je nooit opvolgen!
Hoofdstuk 11: De hogepriester denkt over Maria 's toestand na. Aanhouding en verhoor van Jozef en Maria. Jozefs klacht en zijn strijd met God. Doodsoordeel over Jozef en Maria. Rechtsherstel door een Godsoordeel. Maria wordt Jozefs vrouw - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] Jaloers, dat zijn ze! Van heimelijke verbittering weten ze niet wat te doen, alleen omdat ik jouw huis bezocht heb en hen in de steek liet.
Hoofdstuk 241: Misdadig besluit van de jaloerse gasten. De grote brand te Ostracine - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
1 - 2