Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

453 resultaten - Pagina 1 van 31

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[13] Het is duidelijk, dat hier geen sprake is van een eerste geboorte als vlees uit het vlees, maar alleen van een tweede geboorte uit de geest van de liefde tot God, en uit de waarheid van het levende geloof in de levende naam van God, die Jezus-Jehova-Zebaoth heet. Een goede omschrijving van deze tweede geboorte is -de wedergeboorte des geestes door de doop uit de hemel.
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als zo'n overgang eenmaal uit de vrije wil van de mens tot stand is gekomen, en als alle liefde van de mens zich in God bevindt, dan bevindt door zo'n heilige liefde ook de gehele mens zich in God, en wordt daar tot een nieuw wezen gevormd, van kracht voorzien en gesterkt, en zo na het bereiken van de juiste rijpheid door God opnieuw geboren. Na zulk een tweede geboorte, die niet afhankelijk is van de begeerte van het vlees, noch van de verwekkingswil van de man, is dan de mens een echt Godskind; en dit wordt veroorzaakt door de vrije macht van Gods liefde in de mens, die 'genade' genoemd wordt.
Hoofdstuk 2: De oude en nieuwe getuige, Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (En het woord werd vlees en woonde onder ons, en wij zagen Zijn Heerlijkheid, een heerlijkheid als van de eniggeboren zoon van de Vader, vol genade en waarheid. Joh. 1:14) Als de mens zo door de wedergeboorte een echt kind van God wordt, welke geboorte als het ware door God of de liefde tot God plaats vindt, dan komt hij tot de heerlijkheid van de bron van alle licht in God, ofwel tot het eigenlijke goddelijke bestaan. Dit bestaan is de werkelijke eniggeboren zoon van de Vader, zoals het licht inwendig verborgen rust in de warmte van de liefde, zolang de liefde het niet opwekt en uit zich naar buiten Iaat stralen. Dit heilige licht, dat zo naar buiten straalt, is in wezen de werkelijke heerlijkheid van de zoon van de Vader en het doel van iedere wedergeborene; daar wordt de wedergeborene gelijk aan die heerlijkheid, welke eeuwig vol genade (Gods licht) en vol waarheid is, en dit is de echte werkelijkheid of, anders gezegd, het vlees geworden woord.
Hoofdstuk 3: De menswording van het eeuwige woord. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Philippus was ongehuwd en omdat hij tamelijk veel van de Schrift wist gaf hij onderwijs aan de arme vissers. Hij kende Jozef van Nazareth persoonlijk, en kende Mij ook en wist daarom veel van wat er bij Mijn geboorte en in Mijn jeugd was voorgevallen. Hij was ook een van de weinigen, die in Mijn persoon heimelijk de Messias verwachtten; maar omdat Ik vanaf Mijn twaalfde jaar niets wonderbaars meer deed, maar net eender leefde en werkte als ieder ander heel normaal mens, verdween bij veel mensen de eerste wonderbare indruk die Mijn geboorte achterliet, geheel en al. Zelfs de meest enthousiasten van toen, zeiden nu, dat Mijn geboorte slechts door een opmerkelijk samenvallen van alle mogelijke omstandigheden en verschijnselen zo wonderlijk beroemd was geworden, maar dat Mijn geboorte daar beslist niets mee te maken had gehad. Ook zou Ik het geniale uit Mijn jeugd zo totaal verloren hebben, dat er, nu Ik man was geworden, niets meer van te ontdekken viel! -Maar Philippus en nog enkelen hadden een zekere hoop behouden, want ze kenden de voorspelling van Siméon en Anna, die bij Mijn besnijdenis in de tempel uitgesproken werd, en daar verwachtten ze veel van.
Hoofdstuk 9: Jordaan. Ook Philippus en Nathanaël volgen. De bruiloft te Kana in Galiléa. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De duif is een dier, dat in de lucht thuis hoort, en dit dier werd in het Oosten vaak als postduif gebruikt, vooral in liefdeszaken. Bij de oude Egyptenaren was de duif in het hiëroglyphenschrift reeds het teken voor tedere en sierlijke conversatie en ook in de tempel gebruikte men deze als het teken voor de uitwisseling van zulke gedachten. Het was ook een gebruikelijk en zoals hierboven aangegeven zinnebeeldig offerdier, dat meestal door jonge echtelieden bij de geboorte van het eerste kind geofferd werd als een teken, dat het nu afgelopen was met al die uiterlijke boodschapjes, complimentjes en ceremoniële versierinkjes, en dat ze nu de ware, innerlijke, leven gevende liefde beleefden.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Noch hier in Samaria of in welk ander oord dan ook, en toch ken Ik je al sinds je geboorte, zelfs nog van vroeger al en Ik heb je altijd al als Mijn leven liefgehad! Hoe bevalt je dat, ben je tevreden met Mijn liefde? Weet je wel, dat toen je op je twaalfde jaar in Samaria in een regenput viel, Ik het was die je er uit trok; maar je kon de hand niet zien, die je uit de put trok! Weet je dat nog?'
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Er zal echter wel een tijd komen, waarin deze geheime dingen aan de wereld geopenbaard zullen worden, maar vóór die tijd zullen er nog heel veel bomen hun onrijpe fruit van hun takken moeten laten vallen! Want zie de bomen hebben veel beloofd, maar daarvan zal nauwelijks een derde deel rijp worden! Maar het twee derde deel, dat afvalt, zal eerst vertrapt moeten worden en verrotten en verdorren, opdat een regen het dan kan oplossen en een krachtige wind het weer in de stam kan drijven voor de tweede geboorte!'
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Behalve dat heeft iedere mens toch al een onzichtbare beschermgeest meegekregen, die de mens vanaf de geboorte tot aan het graf begeleiden moet! Zo'n beschermgeest beïnvloedt altijd het geweten van de mens, maar zal de aan hem toevertrouwde mens steeds meer aan zijn lot overlaten, als deze, geleid door zijn eigenliefde, al het geloof en al de liefde tot de naaste vrijwillig laat varen.
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik vroeg ze echter met liefdevolle ernst, of ze wel geloofden, dat de timmermanszoon uit Nazareth zo iets zou kunnen doen. Want deze mensen kenden Mij zogezegd al vanaf Mijn geboorte.
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] AI vanaf zijn"geboorte zijn er bij hem zeldzame dingen gebeurd, en nu, nu hij eigenlijk als een echte dokter, die zijns gelijke op aarde met heeft, een reis heeft ondernomen, is zijn manier van genezen, waarbij hij slechts één enkel woord spreekt, zodanig, dat alleen Jehova dat zou kunnen evenaren!
Hoofdstuk 106: Leven, daden en leer van Jezus van Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Hij is geen moedeloze, maar hij is steeds opgeruimd, en zijn woorden zijn als honing en melk; en toch gebeurt bij al zijn eenvoud alles op de wonderbaarlijkste manier, wat hij ook maar wil! Ik ben er geheel van overtuigd dat hij in staat is om enkel door zijn wil heel makkelijk een nieuwe aarde te scheppen! Ik ken hem al sinds vlak na zijn geboorte en kan je vertellen, dat hij al als jongetje van een paar jaar hetzelfde deed wat hij nu als man voor ons doet!
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Cornelius zegt:' Ik ben het helemaal met je eens; maar het blijft zoals ik gezegd heb, want hij is een gezworen vijand van openbaar en uiterlijk eerbetoon. Uit Zijn vroegste jeugd weet ik me nog te herinneren, dat Hij alleen waarde hecht aan stil en innerlijk eerbetoon, dat zich uit door de liefde van het hart. Maar alle uiterlijke verering vindt Hij zelfs bijzonder irriterend, en als Hij, zoals Hij beloofd heeft, hierheen komt, dan zou je Hem met een openbare vergoddelijking alleen maar uit deze plaats verjagen! Doe alles wat je wilt dus maar in je hart; en vermijd vooral alle openbare plichtplegingen! Want ik ken Hem al sinds Zijn geboorte daar in Bethlehem, en heb sinds die tijd veel van Hem gehoord en veel ook zelf gezien!'
Hoofdstuk 90: De genezing van de vorstenzoon. (5/6.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Judas zegt: ' Ja, ja, dat is juist! Maar als men allerlei dieven tegen zou willen houden, door de mensen niets te laten bezitten wat de dieven beviel, dan moest er bij de mensen toch ontzettend veel veranderen! Ten eerste zou iedereen even arm aan aardse goederen moeten zijn, ten tweede moest iedereen op iedereen lijken net als mannetjes en vrouwtjes mussen, en ten derde zou er niet één verstandiger mogen zijn dan de ander! Maar zolang dit allemaal niet het geval is, heeft al het praten, leringen geven en tekenen doen geen nut! Velen zullen zich daardoor wel bekeren, maar nog tien keer zoveel zullen ondanks de leer of de tekenen blijven zoals ze zijn, en even gemakkelijk of zelfs nog gemakkelijker kunnen ze ook wel tien keer erger worden dan ze eerst waren. Want ieder mens heeft enige eigenliefde en hij wil een redelijke verzorging hebben; daarom denkt ieder mens toch heel natuurlijk eerst aan zichzelf en dan pas aan de anderen! En dat kun je hem toch onmogelijk kwalijk nemen! Huis en grond kan niet iedereen hebben, want dan moest God bij iedere geboorte een stuk grond met een huis laten geboren worden en dat ook op laten groeien. Omdat dat echter niet zo is en de eerder geborenen zich reeds lang ieder plekje op aarde toegeëigend hebben, zodat daardoor de meeste pasgeborenen nog geen voetbreed stukje aarde kunnen bezitten, blijft hen uiteindelijk niets anders over dan zich zelf door allerlei kennis onontbeerlijk te maken voor de luie bezitters en dus op de een of andere manier in dienst te gaan bij de rijke bezitters der aarde, of zich op de diefstal toe te leggen, om niet de zware bedelstaf te hulp te moeten roepen. -Als dan de besten van degenen, die geen grond en geen huis bezitten, voor hun diensten alleen maar geld krijgen en het geld indien mogelijk bij elkaar sparen, zodat ze voor hun oude dag iets hebben, dan zie ik daar niets slechts in, en ik vind dat het geld een nieuwe schepping van grond en vastigheid is voor al degenen, die op deze armzalige aarde niet door opvoeding en geboorte ooit tot het vurig verlangde bezit zijn gekomen. En ik moet eerlijk bekennen, dat God Zelf, Die niet tegelijk voor iedere pasgeborene ook een nieuw stuk land scheppen kan of wil, de heersers het goede idee ingegeven heeft om geld te scheppen, waardoor ook kinderen van bezitslozen de nodige verzorging kunnen krijgen, die vaak beter is dan die, welke uit grond en bezit bestaat. En God kan toch niet willen, dat de kinderen van bezitslozen te gronde zullen gaan!? Want ze kunnen er toch duidelijk niets aan doen, dat ze op de wereld geboren zijn met dezelfde levensnoden als de kinderen van de bezitters!
Hoofdstuk 94: Over de vloek en de gevaren van het geld. (10/11/13.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] 'In tegendeel', zei een schriftgeleerde, een goede bekende van Jozef, Jozef heeft mij meer dan eens zijn nood geklaagd over zijn zoon Jezus, en daarbij gezegd: 'Ik weet niet wat ik met deze jongen aan moet! Zijn geboorte moet zeer uitzonderlijk geweest zijn. Uit de verschijnselen, die daarmee schijnbaar zeer nauw verband hielden, had men kunnen opmaken dat het goddelijke wezen Zelf Zich door dit kind op aarde moest manifesteren. Ook verscheidene, beslist buitengewone verschijnselen alsmede zijn vaak heel wijze gezegdes uit zijn vroegste kindsheid spraken daar maar al te duidelijk voor. Dit alles heeft mij met de grootste verwachtingen vervuld en dat des te meer, omdat ik in rechte lijn van David afstam. Maar juist nu het tijd wordt dat de jongen wat moet gaan leren, is er met hem niets te beginnen. Als ik hem naar een onderwijzer laat gaan, dan kan deze niets van hem gedaan krijgen; de jongen weet en begrijpt alles beter, en als de onderwijzer hem streng wil aanpakken, dan is het helemaal uit!
Hoofdstuk 121: Gesprek over Jozef, Maria en Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] In Kapérnaum leefden twee bedelaars, die vanaf hun geboorte stekeblind waren en zodoende nog nooit het daglicht en het nachtelijke sterrenlicht gezien hadden. Ook deze beiden hoorden over Mij en wat Ik gedaan had. Toen Ik van Kapérnaum terug naar Nazareth ging, en de overste met zijn vrouwen al zijn kinderen en veel van Zijn vrienden Mij begeleidden, kwamen wij heel rustig wandelend langs een plaats. waar een aantal wegen elkaar kruisten. Op deze plaats zaten de beide blinden gewoonlijk te bedelen. Toen die twee van de voorbijgangers hoorden, dat er een grote groep mensen aankwam en dat daar zelfs de hoogste machthebbers van Galiléa bij waren, en dat temidden van die machthebbers zich de heiland Jezus uit Nazareth bevond, van wie net als van zijn vader gezegd werd dat hij in rechte lijn afstamde van David, gingen ze vlug staan en volgden Mij daarna zo goed hun dat mogelijk was, waarbij ze hard riepen: ' Jezus, ach, zoon van David, ontferm U over ons! (Matth. 9:27) Die titel gaven ze me maar, omdat ze dachten dat Ik daar wat om gaf, en daardoor gevleid, eerder iets voor hen zou doen. .
Hoofdstuk 130: Nazareth. De twee blinde bedelaars. (11.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...