Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

76 resultaten - Pagina 1 van 6

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6
[2] Het ademhalen van het aardelichaam is gemakkelijk waar te nemen aan de zeekust, waar de zee regelmatig opkomt en dan weer terugvalt. Als dan zo'n uiterlijk verschijnsel aanwezig is, dan kan iedereen daar met zekerheid uit concluderen dat dit alleen maar tot een innerlijke oorzaak terug te voeren is, echter nooit tot een oorzaak van buitenaf.
Hoofdstuk 8: Long en ademhaling van de aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Maar Ik zei tegen hen: 'Beste dochtertjes! Er staan net drie maangeesten achter jullie; vraag het hen! Zij zullen jullie precies vertellen wat de maan is, en op welke manier zij regelmatig haar licht wisselt en af en toe helemaal verliest!'
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Ik zei het volgende: 'Jullie hebben nu een nieuwe manier en methode leren kennen, waardoor de mens van de materie over kan gaan naar het steeds zuiverder en reiner geestelijke, en hoe hij op deze weg heer over zichzelf en daardoor uiteindelijk ook over de gehele uiterlijke wereldse natuur kan worden. Volg daarom regelmatig deze weg in Mijn naam, en je zult een grote beheersing over je hartstochten en daardoor over de hele natuur en in de andere wereld over alle schepsels krijgen.
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] ((*) "Hulsglobe" (Hülsenglobe) is de naam voor de groepering van tientallen millioenen maal tientallen millioenen zonnen, die zich als centrale zonnen van de eerste, tweede, derde en vierde klasse tesamen met de talloos vele planetaire zonnen, zoals die van onze aarde er een is, allen in grote uitgestrekte banen om één gemeenschappelijk, onmetelijk groot middelpunt bewegen, dat bestaat uit een bijna eindeloos grote hoofdmiddenzon. -Ontelbaar veel van zulke hulsglobes, die in voor mensen ondenkbare grote afstanden van elkaar verwijderd zijn en de eeuwige oneindige ruimte vullen, heten als geheel "De grote wereldmens". -Deze aantekening is bedoeld om de ochtendlijke mededeling van de twee engelen aan Jezus, de Heer van de oneindigheid, beter te verstaan. Jacob Lorber.) Ieder zocht nu zijn rustplaats op en sliep tot diep in de ochtend. Ik rustte ook en sliep een paar uur. De beide engelen waren 's nachts echter bezig met het besturen van de werelden en bij zonsopgang waren zij al weer bij ons, kwamen naar Mij toe, dankten en zeiden: "Heer, tot in alle uithoeken van de grote wereldmens is alles in orde. De hoofdmiddenzonnen staan onwrikbaar op hun plaatsen en hun omwentelingen zijn regelmatig, de banen van de secundaire middenzonnen wijken niet af, de banen van de derde klasse middenzonnen om de tweede zijn ook helemaal in orde, zo ook de middenzonnen van de vierde klasse met hun ongeveer tienmaal honderdduizend planetaire zonnen, - zoals U, o Heer, vanaf het oerbegin dat bepaald heeft! Omdat de talloos vele planetaire zonnen met hun kleine meestal donkere planeten en manen toch afhankelijk zijn van het stelsel der grote leidzonnen, is in deze onder ons toezicht geplaatste hulsglobe alles in volmaakte orde, en wij mogen daarom hier weer een schitterende dag doorbrengen bij U, heilige Vader, en bij Uw ons zo dierbare kinderen!"
Hoofdstuk 57: Een hulsglobe. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De JONGEN zegt: "Beste oom, maakt u zich daarover maar niet ongerust! Hij, Die mij uit de dood heeft opgewekt, zou zeker mijn maag niet zo'n grote eetlust gegeven hebben, als het schadelijk voor de maag zou zijn nu wat meer voedsel tot zich te nemen dan anders bij een regelmatig verzadigde toestand, want het is voor een mens geen grapje om anderhalf jaar dood en zonder voedsel te zijn geweest! Als u dat eens zelf zou ondervinden en mijn nieuw geschapen maag zou hebben, dan zou u mijn eetlust gemakkelijk begrijpen. Maar niet ieder mens kan dit meemaken, en daarom heeft het geen zin om daarover met mij te redetwisten. Behalve Degene, die mij opgewekt heeft, weet ik nu het best hoe het met mij gaat, en maakt u zich maar niet bezorgd of een paar vissen, een stuk brood en een beker wijn mij ook maar in het minst zullen schaden!"
Hoofdstuk 73: Niet alle kennis is goed voor ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De lucht, die voor het inademen van mensen en dieren geschikt is, reikt niet tot aan de sterren, maar op het hoogste punt slechts tot zo ver boven de aarde als viermaal de hoogte van deze berg, gerekend vanaf de zee. Op die hoogte is de aardse lucht scherp begrensd, als water en lucht, en heeft daar evenals het water een heel glanzende, gladde oppervlakte, die zoals de zee regelmatig golft.
Hoofdstuk 148: De natuur en haar geestelijke betekenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[23] IK zeg: "Kijk, vriend, Ik zal je iets zeggen en dan kun je je daarmee zelf een oordeel vormen! Als je 's morgens vroeg ziet dat het in het oosten lichter wordt en dat de hemel steeds roder wordt, dan zeg je: 'De zon zal weldra opgaan!' Hoewel het in het oosten ook lichter wordt als de maan in het oosten opgaat, volgt er op dat matte licht geen morgenrood, en als de maan dan opkomt en de aarde mat beschijnt met haar halve licht, opent geen bloempje de tere kelk om de koude, matte en geen leven gevende stralen op te zuigen!
Hoofdstuk 175: Valse en ware profeten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Toen beschreef Philopold als de beste professor in de aardrijkskunde voor Murel de gehele aarde, en gebruikte ook de verschijnselen en ervaringen die Murel bij zijn verre reizen had meegemaakt als bewijs. Hij toonde hem ook de oorzaken, die maken dat dag en nacht op aarde elkaar steeds regelmatig moeten afwisselen, en daarnaast gaf hij hem ook uitleg over de maan, haar aard, afstand en doel, en ook over de andere bij deze zon behorende planeten.
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Kijk maar eens wat zo'n echt verwend kind, dat men er niet vanaf het begin af aan geleidelijk aan heeft gewend om te werken, voor een ontzettend bedroefd gezicht zal zetten, als het zo ongeveer na het twaalfde jaar serieus en definitief moet gaan werken, ook al is dat werk op zijn krachten afgestemd! Het begint te huilen, wordt diep bedroefd, mismoedig, geërgerd en kwaad op hen die het tot regelmatig werk beginnen aan te sporen,
Hoofdstuk 127: De vrees voor de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Kijk, hier rechts bestaan de voorhoofdshersenen uit allemaal regelmatig gevormde piramiden, en ook de achterhoofdshersenen bestaan uit soortgelijke piramiden, -alleen zijn deze driemaal zo klein, maar dat is voor het opnemen van enkel luchttrillingsgetallen toch ruim voldoende voor de ziel.
Hoofdstuk 232: De bouw van de menselijke hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] RAPHAËL zegt: 'Vriend, je hoeft maar de zuiverste tarwe te nemen en deze op de zuiverst mogelijke akker te strooien, als hij opkomt zul je er altijd nog een behoorlijke hoeveelheid onkruid tussen aantreffen! Nu jij en je collega s echter mets dan onkruidzaad in de aarde strooien, hoe willen jullie dan tarwe oogsten?
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als een echt wijze boer merkt dat er onkruid tussen de zuivere tarwe opkomt, laat hij het groeien tot aan de oogst. Bij het maaien laat hij het onkruid pas van de tarwe scheiden en daardoor blijft zijn tarwe gezond; het onkruid wordt gedroogd en verbrand op de akker en dient als mest voor de grond. Zie, dat noem Ikzelf wijs en waarachtig gehandeld!
Hoofdstuk 77: Over juiste en onjuiste ijver - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] De bodem moet welluchtig zijn, wil de edele vrucht daarop goed gedijen, -maar, weet je, al te los mag hij ook niet zijn, want in een te losse bodem kunnen de wortels geen vaste grond vinden. Komt dan de hitte en komen daarna zoals gewoonlijk grote stormen, dan verdrogen de wortels tesamen met de vruchtstengel heel gemakkelijk. En als er dan weer storm komt, worden zulke vruchtstengels moeiteloos ontworteld, verdorren dan op het veld en geven geen vrucht! Daarom is er voor het kweken van kinderen van God altijd meer een zware dan een losse bodem nodig; en omdat dat zo is, moet men het zich laten welgevallen als ergens naast de tarwe ook onkruid uit de zware bodem opkomt! Want het wordt niet als oogst binnengehaald, maar het blijft achter voor het bemesten van de bodem, opdat het volgende gezaaide een nog rijker oogst zal opbrengen dan tot nog toe het geval was. -Heb je Mij begrepen?"
Hoofdstuk 204: Het onkruid blijft als mest achter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Het schaamtegevoel van kinderen is een gewaarwording van de ziel, een gevoel dat op een gegeven moment bij haar opkomt. Dit gevoel manifesteert woordeloos de ontevredenheid van de ziel die toch iets geestelijks is, over het feit dat zij zich bekleed ziet met een plomp en onhandelbaar lichaam waar zij zonder pijn niet vanaf kan komen. Hoe teerder en gevoeliger het lichaam van een ziel is, des te sterker zal ook haar schaamtegevoel zijn. Als nu een goede opvoeder van de kleinen de kunst verstaat dit onuitroeibare gevoel om te vormen tot ware deemoed, dan wordt dit gevoel voor het kind een beschermgeest en plaatst hij het kind op de weg waarop het, als het daarop verder gaat, gemakkelijk al vroeg tot geestelijke volmaaktheid kan komen. Maar als de leiding van dit aangeboren gevoel ook maar enigszins van de juiste richting afwijkt, kan dat meteen aanleiding zijn tot hoogmoed en trots.
Hoofdstuk 83: Opvoeding tot deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Dat deze stoet, volgens jouw terminologie, van het oosten naar het westen ging, duidt op een belangrijk aards sterfgeval, overeenkomstig het feit dat alles op aarde in het oosten, waar de zon opkomt, met zonsopgang ontwaakt en bij zonsondergang weer in slaap ondergaat. Maar tegelijk stemt de aardse avond in omgekeerde zin overeen met de puur geestelijke morgen en de aardse morgen met de geestelijke avond, want op de aardse morgen beginnen de meeste mensen zich zo veel mogelijk bezig te houden met de wereldse zorgen en die zijn vaak genoeg een echte en zwarte geestelijke avond zonder schemering, dus reeds letterlijk een geestelijke nacht. Alleen 's avonds, moe van de wereldse zorgen, gaan dan velen er toe over om na te denken over het verdwijnen van het tijdelijke, en zich tot God te wenden, en dat komt dan op z'n minst overeen met een geestelijke ochtendschemering.
Hoofdstuk 139: Verklaring van de verschijnselen bij Lazarus' dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6