De aankomst van Mahal en de karavaan bij de liefdestempel. De grote ontvangst in het paleis van de koning.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 274 / 366 »»
[1] Nu liep de weg van het gebergte, die wel de slechtste en minst betreden weg was, precies door de tuin van de schoonheidsgodinnen en vlak langs de open tempel, en onze reizigers uit het gebergte moesten dus wel door deze verdachte tuin en dichtbij de tempel komen.
[2] Maar de tempel was nog nooit meer bezocht dan juist in deze tijd, nu overal bekend was geworden wat er hier allemaal was gebeurd; en zo vond dan ook ons gezelschap bij wie niets levendiger was dan hun nieuwsgierigheid een massa bezoekers bij de tempel en zij wilden die zelf in ogenschouw nemen.
[3] Maar de leider van de karavaan zei tegen Mahal: 'Eerbiedwaardige grijsaard en doorluchtige vader van onze grote koningin Agla! Zie, er is een grote volksoploop! Het zou ons een uur kosten om ook maar in de buurt van de tempel te komen; om nu echter in de tempel zelf te komen, is zonder enige twijfel volkomen onmogelijk!
[4] Stel je voorlopig tevreden met deze aanblik van geringe afstand! Maar wil je dit allemaal nader bekijken, dan zul je in gezelschap van de koning heel gemakkelijk in staat zijn alles te bezichtigen, want wanneer de koning komt, dan wijkt plotseling al het volk en maakt vol eerbied plaats voor hem!'
[5] Mahal voegde zich naar deze verklaring en trok met de karavaan verder.
[6] Toen hij in de stad was aangekomen kwam er geen einde aan zijn verbazing. Bij ieder paleis bleef hij staan en bewonderde alles in hoge mate.
[7] Zijn kinderen waren eveneens vervuld van verbazing. De zoon, Kisarell genaamd, vroeg meermaals of dat wel door mensen was gemaakt.
[8] Zo trokken de schitterende verkoophallen de ogen van beide dochters onweerstaanbaar aan, en zowel de een als de andere vroeg bij ieder nieuw magazijn of die mooie dingen te koop waren en van wie ze waren.
[9] De leider werd bijna hees van al die toelichtingen en was blij toen hij na vier uur het grote plein voor het paleis had bereikt.
[10] Toen de karavaan voor het paleis arriveerde, kwamen de koning, de koningin, Fungar-Hellan en Drohuit hen onmiddellijk met een schitterende hofstoet tegemoet en ontvingen het hele gezelschap allervriendelijkst en namen hen mee het paleis in.
[11] Mahal wist van louter vreugde niet hoe hij het had toen hij zijn geliefde en veel beweende dochter in zulke gelukkige omstandigheden terugvond.
[12] En Fungar-Hellan richtte zich meteen tot Pim, die hem direct op het eerste gezicht in vervoering bracht, en stelde haar verschillende vragen waarop de mooie Pim hem heel naïeve antwoorden gaf, waarmee de generaal zeer ingenomen was.
[13] Evenzo ondervond ook Drohuit aan Gella groot genoegen.
[14] Agla omarmde overgelukkig haar vader en haar broeder Kisarell en kon nauwelijks spreken van geluk.
[15] En Gurat bestelde meteen een grote maaltijd en liet koninklijke kleren voor de pas aangekomen verwanten brengen.
[16] Zo werd de familie in Hanoch ontvangen.
«« 274 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.