Waarom de Heer Zich als mens maar aan enkelen openbaart. Lamechs vergeefse pogingen om het op de grond liggende volk te laten opstaan. De droefenis van de vereenzaamde Lamech.

Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)

«« 58 / 366 »»
[1] Nadat Lamech de Heer volledig had herkend in de wijze Man, wilde hij luid tot heel het volk gaan roepen om de allerheiligste aanwezigheid van de Heer van hemel en aarde te verkondigen.
[2] Maar de Heer zei tegen hem: 'Lamech, doe niet wat je nu graag wilt doen, maar bedenk in jezelf: als het goed en noodzakelijk zou zijn dat te doen, dan zou Ik het Zelf zeker niet nagelaten hebben!
[3] Maar het zou het toch al zeer opgewonden volk het leven kosten, wat niet te vermijden zou zijn in de huidige orde der dingen.
[4] Laten we daarom zulk onnuttig werk voor gunstiger tijden bewaren; mettertijd echter wanneer Ik weer zal weggaan mag je Mij wel aan het volk bekendmaken en daarbij verwijzen naar Mijn huidige aanwezigheid.
[5] Nu blijf Ik slechts als een wijze Man nog een poosje in jullie midden, opdat niemand door Mij een dodelijk gericht zal hebben in zijn vrije gemoed.
[6] Maar wat je nu kunt doen is naar buiten gaan en het volk opdracht geven om op te staan, opdat het niet nog langer op de grond blijft liggen en in zijn nog volslagen blindheid het verschijnsel van het stralende hart zodanig aanbidt alsof het een symbolische voorstelling van de allerhoogste, alwijze God is.
[7] Verklaar het volk dit beeld volgens de aan jou geopenbaarde waarheid, dan zal het je begrijpen en in volkomen nuchtere toestand Mij, God de Heer, in zijn hart een passende lofprijzing brengen.
[8] Zie, dat is een juist werk; ga het doen en kom dan weer binnen en het zal na gedane arbeid goed rusten zijn! Amen.'
[9] En Lamech ging doen wat de Heer hem had aangeraden. Maar toen hij op zijn eigen manier het volk opdroeg om van de grond op te staan, zie, toen wilde niemand zich verroeren en ieder bleef als aan de grond genageld liggen, net als voorheen, toen nog niemand het gelast had te staan.
[10] Bij dit verschijnsel werd Lamech bang en hij dacht bij zichzelf: 'Wat zal ik dan nu doen, opdat ik niet onverrichter zake voor de Heer in de tempel terugkeer tot mijn grote schande? - Ik zal ieder een voor een helpen opstaan voor de Heer en hem dan zeggen wat k hem te zeggen heb!'
[11] Zo gedacht, zo gedaan! Maar helaas zonder succes; want even zovelen als hij oprichtte, even zovelen vielen meteen weer neer in hun vorige houding, namelijk op de grond, ais in een diepe slaap.
[12] Dit tweede verschijnsel bracht Lamech in nog grotere verlegenheid; maar hij dacht: 'Ik zal nog naar de mijnen gaan; deze zullen toch aan mijn woorden gehoor geven, als zij tenminste nog in leven zijn!'
[13] Hij deed dat, maar ook daar was zijn moeite tevergeefs. Nu bleef er voor hem geen ander middel meer over dan onverrichter zake regelrecht naar de Heer en naar Henoch in de tempel te gaan; maar wat zette Lamech grote ogen op toen hij daar Henoch noch de Heer aantrof!.
[14] Dat was toch iets te veel voor onze Lamech. Aanvankelijk was hij bijna wanhopig; maar na een hele poos zei hij tegen zichzelf: 'Dit zal wel de wil van de Heer zijn, het zij dan ook zoals Hij het wil!
[15] Dat ik niets kon bereiken, kan ik niet helpen, want wat ik deed, heb ik immers zo goed gedaan als ik maar kon. Dat ik echter geen wonderen kan verrichten, weet de Heer vast en zeker.
[16] Maar ik wil toch wat doen, namelijk hen beiden nog gaan zoeken tussen het slapende volk! Vind ik hen daar, dan zal ik God voortaan altijd loven en prijzen; en vind ik hen niet meer, dan zal ik alles opofferen aan de Heer en mij dan eveneens ter ruste begeven!'
[17] En zo ging hij dan beiden zoeken, - maar eveneens tevergeefs, want zij waren niet onder het volk.
[18] Pas toen werd Lamech echt zo bang dat hij begon te huilen. Bedroefd ging hij naar de tempel, ging naast het altaar liggen en probeerde in slaap te vallen; maar daartoe was hij niet in staat vanwege zijn grote angst en droefheid.
[19] En zo verstreken er zeven lange uren; en niemand werd wakker en ook de Heer noch Henoch wilden tevoorschijn komen.
«« 58 / 366 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.