Het terugbrengen van het verlorene.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 163 / 246 »»
[1] IK zeg tegen Floran: "Vriend! Dit zegt niet jouw lichaam, maar de geest die je van boven hebt gekregen! In Stahar is ook wel een geest, maar die sluimert nog en daarom spreekt zijn lichaam duidelijker dan zijn geest. leder maakt zich het meest zorgen over wat hem het naast is. Als uit iemand een ontwaakte geest spreekt, staat zijn geest hem ook het naast en zal zijn zorg ook vóór alles zijn gericht op dat, wat zijn geest betreft. Maar degene die meer aan het vlees hangt en lichamelijk denkt en wil, die vindt het vlees het belangrijkst en zorgt daarom vóór alles voor zijn lichaam en stelt de zorg voor de geest op de achtergrond.
[2] Zo verhouden zich zaken en mensen in deze wereld. Maar als onze Stahar een meer ontwaakte geest zal hebben, zal hij ook vóór alles gaan zorgen voor wat des geestes is.
[3] Kijk, de ware zorg van de geest is erop gericht dat jullie hart van liefde vervuld wordt voor God en de naaste!
[4] Het is gemakkelijk, goede en eerlijke mensen lief te hebben en met hen te verkeren, maar naar de zondaars gaan en hen op de juiste weg te brengen, is een werk dat veel zelfverloochening eist.
[5] Want als je met een hoer of overspelige over straat gaat, zullen de mensen met de vinger naar je wijzen en je datgene aandoen waardoor je geen wereldse eer zult behalen. Als je echter de hoer en de overspelige op de goede weg hebt gebracht, zal je daarvoor bij God een grote beloning wachten en het kleinste deeltje daarvan is meer waard dan een hele wereld vol schitterende eerbewijzen.
[6] Wie Mij het verlorene terugbrengt, zal meer loon ontvangen dan degene die op een omheinde weide honderd lammeren voor Mij goed heeft gehoed. Want het is heel gemakkelijk een eerlijk mens eerlijk en deugdzaam te laten blijven, maar iemand die door iedereen veracht wordt zijn eer terug te geven en van een verstokte zondaar een voorvechter van de deugd te maken, kost heel wat meer moeite! En dat vind Ik slechts de moeite waard, -het eerste zie Ik alleen maar als werk van luie knechten!
[7] Ik ben de Allerhoogste, als je dat wilt geloven, en slechts het verachte en in de ogen der wereld verlorene zoek Ik en neem Ik op. Want de gezonden hebben de geneesheer echt niet nodig!
[8] Als jullie dus helemaal Mijn ware leerlingen en helpers willen zijn, moeten jullie ook in alles zo zijn als Ik nu Zelf ben.
[9] Als jullie een blinde over straat zien gaan en merken, dat de weg waarop hij gaat vooral voor een blinde zeer gevaarlijk is, zullen jullie de blinde wandelaar dan niet meteen bij de arm grijpen en tegen hem zeggen: 'Luister, vriend, de weg waarop je nu loopt is zeer gevaarlijk, laat je leiden zodat je niet in een afgrond stort!' En als hij jullie gelooft en zich aan je toevertrouwt, zou je je dan schamen om de blinde te leiden? Toch zeker niemand van jullie!
[10] Maar een zondaar is geestelijk vaak nog veel blinder dan de lichamelijk blinde, wie kan zich er dan voor schamen een geestelijke blinde te helpen?!
[11] Laat daarom in de toekomst geen zondaar in jullie ogen zo zondig zijn dat je je ervoor schaamt hem te leiden!
[12] Deze les moeten jullie vóór alles onthouden en er in je hart diep over nadenken, dan zullen jullie de lichte levenswegen beginnen te ontdekken en daardoor al het andere goed gaan waarnemen!
[13] Maar nu naderen er op zee schepen deze oever, die de aangekondigde gasten brengen. Zij zullen jullie veel duidelijk maken."
«« 163 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.