De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 102 / 242 »»
[1] Toen alle aanwezigen het avondmaal genuttigd hadden, en Judas vast in slaap op een strobed in het voorhuis lag, brachten dezelfde Joden uit Kapérnaum, die de vorige dag de priesters, schriftgeleerden en Farizeeën op de proef stelden, een aantal bezetenen en andere zieken, die last hadden van allerlei kwalen, en vroegen Mij zeer dringend, of Ik ze allemaal genezen wilde!
[2] Ik vroeg ze echter met liefdevolle ernst, of ze wel geloofden, dat de timmermanszoon uit Nazareth zo iets zou kunnen doen. Want deze mensen kenden Mij zogezegd al vanaf Mijn geboorte.
[3] Maar daarop antwoordden ze: 'Dat u een zoon van de timmerman bent, heeft er niets mee te maken! Als de timmermanszoon door God uitverkoren wordt om een profeet van het volk Israël te worden, dan is hij een profeet, ook al zou hij duizendmaal een timmermanszoon zijn; want ieder mens is dat, wat hij van God uit is, en nooit wat zijn ouders waren! En daarom geloven wij allen vast en zeker, dat u in de eerste plaats een echte door God gewijde profeet bent, en in de tweede plaats dat u ons daarom allen kunt helpen, zoals u ook de zoon van de stadhouder en de knecht van de hoofdman hebt geholpen!'
[4] En Ik antwoordde hen: 'Nu dan, omdat jullie zo in Mij geloven en zo'n mening over Mij hebt, daarom gebeure met jullie allen, watje geloofd hebt!'
[5] Op dit woord verlieten alle geesten de bezetenen, en degenen, die allerlei ziektes en kwalen hadden, werden ook op datzelfde ogenblik gezond. (Matth. 8,16)
[6] Het behoeft wel niet nader beschreven te worden, hoe verbaasd en dankbaar men daarna was!
[7] Er werden daarna ook heel toepasselijke, maar tevens bijtend scherpe opmerkingen gemaakt over het hele Joodse priesterdom, maar Ik berispte de sprekers daarover en wees hen erop, dat het niet zo slim was, om slapend addergebroed wakker te maken: 'Want zolang het zich in haar winterslaap bevindt, is het voor niemand schadelijk en gevaarlijk; wordt het echter gewekt, dan is het gevaarlijker dan op andere momenten waarop het niet slaapt!
[8] De vol arglist en streken zittende tempelknechten sliepen ook, net als een addergebroed in de winter, maar met jullie gewaagde vraag heb je hen gewelddadig uit hun slaap gehaald. Let er daarom goed op, dat ze voor jullie nu niet gevaarlijk worden! Want deze overspelige soort geniet wellustig als ze ergens schade aan kan richten!'
[9] Allen zien nu wel de waarheid van Mijn woorden in en hebben er spijt van dat ze door hun onbezonnenheid dit kwaad aangericht hebben! Ik troost ze echter en druk hen op het hart om in Kapérnaum niets te vertellen van het hier verrichte teken, behalve dan aan enkele waarheidlievende vrienden, die dan ook weten te zwijgen! En dat beloofden ze Mij.
[10] Eén van hen was, hoewel niet tot de priesterstand behorend, toch zeer goed in de Schrift onderlegd.
[11] Hij ging nu voor de groep staan en zei heel ernstig: 'Luister, beste vrienden en broeders! Voor mij steekt er veel meer achter wat hier heeft plaatsgevonden, dan alleen maar jullie conclusie: 'Zie deze man is een echte profeet'. Ik geloof dat wat hier nu heeft plaatsgevonden, de vervulling is van wat de profeet Jesaja voorspeld heeft toen hij zei: 'Hij heeft onze zwakheden op zich genomen, en onze ziekten heeft Hij gedragen!' (Jes. 53,4) Dringt het niet tot jullie door? Begrijp je echt niet waar dat op slaat?'
[12] Het volk kijkt hem echter met grote ogen aan, want het begrijpt hem niet. Hij herhaalt zijn vraag nog een keer, en omdat het volk nog steeds datgene, wat hij uit Jesaja aangehaald heeft, niet begrijpt, zegt hij: 'Voor de blinde kun je moeilijk preken over de kleuren van de regenboog!'
[13] Ik zeg tegen hem: 'Wees kalm, het is beter dat dit volk dat voorlopig niet begrijpt! Want als dit volk dat nu zou begrijpen, dan zou het naar de priesters rennen en daar op een geweldige manier met hen gaan redetwisten, en dat zou niet goed zijn voor jullie en ook niet voor Mij, uit het oogpunt van Mijn leer gezien! Maar wanneer het juiste moment aanbreekt zullen ze het begrijpen, en zullen ze verstaan wat de profeet gezegd heeft!'
[14] De spreker neemt genoegen met dit antwoord, en het volk, waarvan Ik op deze avond de bezetenen en zieken genezen heb, gaat weer naar huis met hun geheel genezenen.
[15] Thuis in Kapérnaum baart het toch nog groot opzien onder vrienden en bekenden, en als het de volgende ochtend nog maar nauwelijks licht is, is er om het huis van Petrus al een onoverzienbare volksmenigte verzameld, die Mij wil zien, Degene, Die de vorige avond zo'n onbegrijpelijk groot wonder gedaan heeft! Omdat er steeds meer volk om het huis komt vraagt Petrus Mij, wat daaraan gedaan kan worden.
[16] Ik zeg: 'Maak het grote schip maar klaar, dan varen we helemaal naar de andere kant van het meer, anders beleven we hier een spektakel! (Matth. 8,18) Het volk heeft weliswaar de beste bedoelingen, maar. het priesterdom zal ook achter het volk aangeslopen komen, en met hen willen wij voorlopig niets te doen hebben!'
[17] Petrus maakte meteen het grootste schip klaar, al gauw gingen wij aan boord en roeiden het met de wind mee snel het meer op.
[18] Voordat Ik echter met de leerlingen het schip betrad, kwam een schriftgeleerde uit Kapérnaum op Mij af en zei: 'Meester sta mij. toe, dat ook ik u volg op uw tocht!' (Matth. 8,19) Ik doorzag echter direkt zijn geheime reden, die echt niet zo lofwaardig was. Het was hem daarbij niet om Mijn leer en al Mijn daden te doen, maar meer om de verzorging van zijn buik en zo mogelijk, als daarmee iets te verdienen zou zijn, heimelijke spionage. Daarom schudde Ik Mijn hoofd en zei tegen hem: 'De vossen hebben holen, en de vogels onder de hemel hebben nesten, maar de Zoon des mensen heeft niets, zelfs geen steen in deze wereld als bezit, zodat Hij daarop Zijn hoofd neer kan leggen!' (Matth. 8,20)
[19] En de schriftgeleerde begreep Mij, wendde zich af en ging naar huis. Want Ik gaf hem daarmee te verstaan, dat ook hij een sluwe vos was en daarom ook een hol (betaalde baan) had, en dat vogels van zijn pluimage, onder de hemel, d.w.z. ver beneden de zuiver goddelijke waarheid en liefde, hun nesten, d.w.z. hun voedings en rustplaats hebben waar ze hun prooi verteren; maar dat bij de Mensenzoon niets te vinden is van al de wereldse bedriegerijen, zelfs niet een zogeheten politieke kunstgreep (steen), waarop je zo nu en dan je geestelijke 'hoofd' kunt laten uitrusten! De schriftgeleerde begreep precies wat Ik bedoelde en ging, zoals gezegd, zonder nog een woord te zeggen, vlug naar Kapérnaum terug.
«« 102 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.