In Sichar. De hemelse inrichting van het huis.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 34 / 242 »»
[1] Mijn leerling Johannes vroeg Mij toen: 'Heer! Als U het er mee eens bent, dan zou ik vannacht nog alles op willen schrijven wat hier gebeurd is!'
[2] Ik zeg: 'Niet alles, Mijn broeder, maar alleen datgene, waarvan Ik zeg dat je het opschrijven moet! Want als je alles zou opschrijven wat daar gebeurde, en wat hier in de komende twee dagen nog gebeuren zal, dan zou je veel vellen vol moeten schrijven; wie zou dat vele dan wel lezen en begrijpen? Als je echter de hoofdpunten juist en in de goede zin van het woord, zoals het je gegeven is, optekent, dan zullen de rechtschapen wijzen die in Mij geloven, zonder meer goed begrijpen wat hier gebeurde en waarom het gebeurde, en je bespaart je veelonnodige moeite. Dus, Mijn beminde broeder, maak het jezelf niet te moeilijk en dan zul je ondanks dat toch altijd de voornaamste schrijver van Mijn leer en Mijn daden blijven.'
[3] Johannes kust Mij op de borst en omdat het al behoorlijk donker is gaan we tezamen met de vrouwen de dokter de stad in en aldaar in het huis van Jozef.
[4] Komend in het werkelijk grote huis, vindt de vrouw in haar huis toebereidselen getroffen voor Mijn huisvesting, waar ze nog nooit van gedroomd had. Want er staan veel goedgevulde tafels en om die tafels ruim voldoende stoelen; en op iedere tafel staan helder lichtende lampen, gemaakt van edele metalen; de vloer is geheel en al bedekt met de prachtigste tapijten, de wanden zijn symmetrisch met bloementapijten behangen, en in prachtige kristallen bekers zien de gasten een kostelijke wijn fonkelen!
[5] De vrouw raakt helemaal uit haar gewone doen en zegt pas na een poosje, terwijl ze zich blijft verbazen: 'Maar Heer, wat heeft U gedaan?! Heeft U dat door Uw leerlingen laten doen en heeft U ze daarvoor soms heimelijk hierheen gestuurd? Waar hebben ze dat dan allemaal vandaan gehaald? Ik weet echt wel wat ik heb, beslist geen goud en zilver, en het staat hier vol met dit metaal! Een kristallen beker, zoals deze hier, heb ik nog nooit gezien, en er staan er hier honderden, die per stuk zeker dertig zilverlingen waard zijn. Deze wijn, dat eten en die vruchten, het mooie brood en zoveel heel dure tapijten, waarvan er één al wel honderd zware zilvermunten kost! O Heer, zeg mij arme alstublieft of U dat allemaal meegebracht hebt, of dat het ergens in de stad geleend werd?'
[6] Ik zeg: 'Kijk, beste vrouw! Buiten aan de bron heb je toch gezegd, dat dit huis van Mij was. Ik heb die schenking van je aangenomen, en omdat het huis nu van Mij is, zou het toch niet netjes van Mij geweest zijn, als Ik jou als schenkster, in een kaal vertrek ontvangen zou hebben! Wel zoals de ene hand de andere wast, zo is het ook hier; de ene dienst is de andere waard! Jij schonk het zonder meer, zoals het was, van ganser harte aan Mij; Ik geef het je weer terug, zoals het nu is ingericht. Ik denk, dat je met deze ruil wel helemaal tevreden zult kunnen zijn?! Want zie je, Ik heb ook wel een beetje verstand van sieraden en verfijnde smaak!
[7] En Ik zeg je: Dat alles heb Ik, net als al het andere, ook van Mijn Vader geleerd! Want de oneindig vele woningen in het huis van Mijn Vader zijn ook heel smaakvol ingericht en vol met de prachtigste sieraden, wat je je wel kunt voorstellen als je naar de bloemen op het veld kijkt, waarvan de eenvoudigste prachtiger versierd is dan Salomo in al zijn koninklijke pracht!
[8] Als de Vader nu zelfs de bloemen, die maar kort bestaan, zo versiert en tooit, hoeveel te meer zal Hij dan wel Zijn woonhuis dat in de hemel is, sieren en tooien?! En wat de Vader doet, dat doe Ik ook; want Ik en de Vader zijn in oorsprong Een! Wie Mij aanvaardt, die neemt ook de Vader aan; want de Vader is in Mij, zoals Ik in de Vader! Wie voor Mij iets doet, die doet het ook voor de Vader; en je kunt Mij daarom niets geven, wat je niet weldra honderdvoudig weer terugkrijgt! Nu weet je alles wat je weten moest.
[9] Laten we nu gaan zitten en het avondeten gebruiken, want er zijn veel hongerigen en dorstigen onder ons. Als wij ons lichaam gesterkt hebben, dan praten we nog verder over dit onderwerp.'
[10] Allen gaan nu aan tafel zitten, danken en voeden zich dan met spijs en drank.
«« 34 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.