De dokter en de Samaritaanse wetgeleerden.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 33 / 242 »»
[1] Maar haar dokter, die gelijk met haar ook uit de stad was gekomen, liep ons snel vooruit om met zijn dienaren voor Mij een goed onderkomen en een zo rijk mogelijk avondmaal in gereedheid te brengen. Toen hij echter het huis binnenkwam, kon hij zijn ogen haast niet geloven, want hij zag dat zijn mensen al bijna klaar waren met alles wat hij wilde laten doen. Hij vroeg hen heel verheugd, wie dan wel daarvoor opdracht had gegeven. Zij zeiden: 'Een goddelijk uitziende jongeman kwam en zei met zeer zachte stem: 'Doe dat, want de Heer, die weldra in dit huis zal komen, heeft dat allemaal nodig!' Toen we dat op die wonderbaarlijke manier hoorden zeggen, lieten we alles liggen en staan, en deden en doen nu nog wat deze buitengewone jongeman gebood. ,
[2] De dokter verwonderde zich en vroeg: 'Waar is deze buitengewone jongeman dan?' De dienaren antwoordden: 'We weten het niet, want nadat hij ons dat opdroeg om te doen, verliet hij snel dit huis, en we weten niet waar hij heengegaan is'. De dokter zei toen: 'Doe dan goed je best, want er valt dit huis een groot geluk ten deel en jullie allen zullen daarin delen!'
[3] Daarna ging de dokter weer snel de stad uit, om Mij te vertellen dat alles nu al klaar was.
[4] Onderweg ontmoette hij echter een paar zeer rechtzinnige Mozaïsche schriftgeleerden, die hem tegenhielden en zeiden: 'Vriend, het past je niet om op de sabbat zo hard te lopen; weet je dan niet, door welke dingen men zoal de dag van Jehova kan ontheiligen?'
[5] De dokter zegt: 'Jullie Mozaïsche letterknechten! Hard lopen op een sabbat, die, daar de zon al ondergegaan is, nog slechts een na sabbat is, vinden jullie zondig; maar als je op de sabbat je vrouwen maagden verkracht en met hen de grofste ontucht, hoererij en echtbreuk pleegt, hoe vinden jullie dat dan? Heeft Mozes geboden om dat op een feestdag te doen?' De Samaritanen zeggen: 'Als het nu geen sabbat was, dan zouden we je voor zo'n uitspraak stenigen, maar voor deze keer laten we je gaan!' De dokter zegt: 'Nou, nou, jullie durven nogal, juist op een moment waarop de lang beloofde Messias vlak voor de poort van Sichar wacht en ik Hem snel tegemoet ga om Hem te zeggen, dat in Zijn huis alles al voor Zijn ontvangst klaar staat! Hebben jullie dan nog niet gehoord, wat vandaag voor de poort van onze stad gebeurd is?'
[6] De Samaritanen zeggen: 'We hebben wel gehoord, dat bulten bIj de bron een verzameling Joden gelegerd is, en dat een Jood, waarschijnlijk hun aanvoerder, zegt dat Hij Christus is. Jij bent dokter en toch begrijp je niet dat de Joden een streek bedacht hebben en nu ons, die ze voor sukkels aanzien, er in willen laten lopen?! Dat zou me een mooie Messias voor ons zijn! Denk je dan dat we hem niet kennen?! Komen wij ook niet uit Galiléa en zijn wij niet jouw geloofsgenoten volgens de ondubbelzinnige wetten van Mozes?! Omdat wij echter uit Galiléa komen, kennen wij deze Nazareeër, die de zoon van een timmerman is. Omdat hij geen zin heeft om nog te werken, Iaat hij zich nu als een schandelijk werktuig van de Farizeeën gebruiken, doet een paar aangeleerde toverkunsten en geeft zich op hun kosten voor Messias uit! En ezels en ossen van jouw slag lopen er in en geloven zijn verlokkende woorden! Ze zouden ze allemaal op moeten pakken, met stokken behoorlijk afranselen en vervolgens als vuil en drek over de grens moeten gooien!'
[7] De dokter zegt: 'O jullie blinden! In mijn woonhuis wachten Gods engelen op Hem en brachten voor Hem spijs, drank en bedden uit de hemel, en jullie durven zoiets te zeggen! De Heer zal jullie daarvoor straffen!'
[8] Vanaf dit moment worden tien van hen ogenblikkelijk stom en kunnen geen woord meer uitbrengen, en ze blijven stom gedurende de twee dagen van Mijn verblijf in Sichar. De dokter Iaat hen staan en begeeft zich snel weer op weg naar Mij.
[9] Toen hij bij Mij kwam, zei hij: 'Heer! Uw huis is helemaal in orde! Er gebeuren daar wonderbaarlijke dingen; maar op de weg hierheen, o Heer, kwam ik tussen een stel booswichten, die het nodig vonden om tegenover mij een kwaad getuigenis over U te geven. Maar hun geschreeuw hield niet lang stand! Uw engel sloeg hen op de mond en op twee na werden ze volledig stom, die twee schrokken echter geweldig en maakten dat ze wegkwamen. O Heer, dat is allemaal binnen een half uur gebeurd!' Ik zeg: 'Rustig maar, dat moest gebeuren, opdat degenen, die reeds in Mijn naam geloven, zich niet van ons afkeren! Laten we nu echter gaan en vergeet jij, Mijn beste vrouw uit Samaria, je kruik niet!' Meteen put de vrouw vers water en neemt het mee naar huis. - Zo brachten wij een halve dag door aan de Jacobsbron voor Sichar en oogstten in deze stad een tamelijk rijke oogst.
«« 33 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.