Het oudste en echtste huis van God.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 39 / 242 »»
[1] Elders zou men deze ochtendmaaltijd niet zeer kostelijk genoemd hebben, maar in het land, dat spreekwoordelijk overvloeide van melk en honing was het wel een kostelijke maaltijd, vooral omdat de honing van het beloofde land zeker de beste ter wereld was en nu nog is, terwijl dat ook gold voor de melk, die nergens ter wereld overtroffen werd.
[2] Na de maaltijd werd heerlijk fruit gepresenteerd, en velen genoten daarvan en loofden God, Die de vruchten zo heerlijk deed smaken, en Die aan de bijen de vaardigheid had gegeven, om uit de bloemen des velds de zo voortreffelijke zoete honing te puren en deze in hun kunstig gebouwde cellen op te slaan!
[3] Een wijze man uit het gezelschap van de Samaritanen zei: 'Gods wijsheid, almacht en goedheid kan nooit genoeg geroemd worden! De regen valt op de aarde, duizendmaal duizend vormen en soorten planten, bomen en struiken zuigen dezelfde regen op en staan in dezelfde aarde, en toch heeft iedere soort een andere smaak, een andere geur en een andere vorm! Iedere vorm is mooi en aantrekkelijk om te zien, en zonder nut groeit er niets, en zonder doel groeit zelfs niet de schraalste mosplant op een steen!
[4] En kijk dan eens naar al de dieren op de aardbodem,o in het water en in de lucht! Wat zijn het er veel en wat een verscheidenheid, van de mug tot aan de olifant, van de bladmijt tot de ontembare Leviathan, die bergen op zijn rug zou kunnen dragen en die zou kunnen spelen met de ceders van de Libanon! O Heer, wat een macht, wat een kracht en wat een eindeloos diepe wijsheid moet er in God zijn, Die daar de zon de maan en de ontelbaar vele sterren in hun baan houdt en bestuurt, de zee in haar diepten vasthoudt, de bergen op aarde gebouwd heeft en de aarde zelf gegrondvest heeft door Zijn almachtige woord!'
[5] Ik zeg: 'Ja ja, dat is goed gesproken, want zo is het: God is zeer goed, zeer wijs, zeer rechtvaardig en heeft niemands raad en leer nodig als Hij iets doen wil; maar Ik zeg u: Ook de mens van deze aarde is geroepen om volmaakt te worden zoals de Vader in de hemel volmaakt is!
[6] Dat was weliswaar tot op heden niet mogelijk, omdat de dood op deze aarde de macht had; maar van nu af aan is het voor iedereen, die er ernst mee maakt om volgens Mijn leer te leven, mogelijk!
[7] Ik denk wel dat, als God dit voor zo iets eenvoudigs, namelijk voor het lichte volgen van Mijn leer, wil geven, dat dan de mens toch wel geen moeite of werk uit de weg zal gaan om dit hoogste te verkrijgen!'
[8] De opperpriester zegt: 'Ja Heer, voor het hoogste moet de mens ook het hoogste inzetten! Wie genieten wil van het uitzicht op een hoge berg, die moet eerst de moeite en de bezwaren van het klimmen willen doorstaan. Wie oogsten wil, moet daarvoor eerst ploegen en zaaien, en iemand, die weet dat hij iets kan winnen, moet eerst iets op het spel zetten; degene, die niets waagt uit angst om te verliezen, die zal onmogelijk ooit iets winnen! Daarom, als ons Uw wegen bekend gemaakt worden, o Heer, zal het voor ons ook helemaal niet moeilijk zijn om datgene te bereiken, wat U ons eerder verkondigd hebt, namelijk -net zo volmaakt te worden als de Vader in de hemel volmaakt is!'
[9] Ik zeg: 'Zeg dat wel, en daar voeg Ik nog aan toe: Mijn juk is zacht en Mijn last is licht! Maar de mensen hebben tot op heden zware lasten te dragen gehad en konden daarmee niets bereiken; het is maar de vraag, welke vorm hun geloof zal aannemen, als zij het aangeleerde, zwaar drukkende, oude geloof moeten omruilen tegen een ongewoon licht nieuw geloof. Zullen zij tenslotte niet zeggen: 'Grote moeite en zwaar werk brachten ons niets op, wat zal dan deze, daarbij op kinderspel lijkende moeite, ons kunnen opbrengen?'
[10] Ik zeg u: U zult de oude mens als een oud kledingstuk uit moeten trekken en in plaats daarvan een geheel nieuw aan moeten trekken! Dat zal in het begin tamelijk ongemakkelijk zitten; maar wie zich door zo'n kleinigheid niet terug laat jagen in het gemakkelijk zittende oude, en zich daarentegen enig onbehagen laat welgevallen, die zal die volmaaktheid bereiken, waarvan Ik voorheen heb gesproken.
[11] Maak je nu echter allemaal gereed, want Ik vertrek dadelijk voor het tochtje de berg op. Wie met Mij mee wil gaan, moet zich nu gereed maken; en Matthéus, ga je schrijfgereedschap halen! Kom gauw terug, want je ziet dat Ik al klaar sta om weg te gaan!'
[12] Matthéus zegt: 'Heer, U weet hoe graag ik nu klaar sta om U te volgen! Als ik echter nu naar huis ga, en wel daarheen, waar ik mijn door de Romeinen betaalde werk doe als tollenaar en schrijver bij de hoofdtolboom voor de stad, dan is daar net als altijd, zeker veel werk voor mij, en de Romeinse wachten zullen mij niet laten gaan voordat ik het werk gedaan heb. Daarom zou ik liever zien, dat ik voor vandaag hier genoeg schrijfmateriaal zou krijgen, en dat ik dan vanavond het mijne haal, waarmee ik daarna, zoals ik reeds eerder zei, twee volle dagen genoeg voorraad heb; want ik krijg van de Romeinen slechts voor drie dagen materiaal vooruit, en dat verbruik ik haast altijd.'
[13] Ik zeg: 'Mijn vriend doe nu maar altijd wat Ik je zeg, en het zal je steeds goed gaan! Ga nu maar, zoals Ik zei en je zult vandaag geen werk vinden en er zal niemand aan de tolboom staan te wachten! Neem nog wel je andere schrijvers mee, zodat in dit geval Mijn toespraak door meer personen opgeschreven zal worden!' -Matthéus zegt: 'Ja, als het zo gelegen is, dan wil ik wel gaan!'
[14] Daarna vertrekt Matthéus, de tollenaar, en vindt thuis alles zoals Ik hem voorspeld heb. Heel snel komt hij met nog drie schrijvers terug, en we gaan, met allen die in huis zijn, op weg naar de berg Garizim. En als wij na een uur gaans bij de berg aankomen, vraagt de opperpriester aan Mij of Ik naar boven wil gaan en het oude godshuis wil openen.
[15] Maar Ik wijs hem op de omgeving en de vele mensen, die ons gevolgd zijn en zeg tegen Hem: 'Kijk, vriend, het is het oudste en het echtste huis van God; maar het is erg verwaarloosd, daarom wil Ik het nu herstellen, net zo als Ik het huis van Irhaël hersteld heb! Daarvoor hebben we het oude huis zelf niet nodig, en hebben we voldoende aan deze plaats aan de voet van de berg. Tevens zijn hier een aantal banken en tafels, die goede diensten kunnen verlenen aan de schrijvers. Open nu je oren, ogen en harten en bereid je voor, want nu geschiedt dat voor jullie ogen, wat de profeet Jesaja voorspeld heeft!'
[16] Matthéus zegt: 'Heer, wij zijn gereed om U aan te horen!'
[17] Nu begint de bekende bergrede, die in Matthéus 5, 6 en 7 heel goed weergegeven staat. - Deze prediking duurde echter ongeveer drie uren, want Ik sprak dit keer langzaam ten behoeve van de schrijvers.
«« 39 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.