De uitwerking van hemelse en aardse wijn.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 63 / 242 »»
[1] Iedereen eet en drinkt nu, en zelfs Jaïruth begint diep in gedachten te eten en daarbij ook flink wat te drinken. Wanneer hij door de hemelse liefdewijn helemaal vervuld wordt van de liefde, zegt hij tegen Mij: 'Heer, Ik kreeg net een heerlijke gedachte! Ik zou graag, als dat mogelijk is, wijnstokken willen hebben van zo'n soort, dat ik uit de druiven daarvan een wijn als deze zou kunnen persen! Want als ik zo'n wijn in mijn kelders heb, dan vul ik de hele wereld met niets anders dan de opperste liefde! Ik heb het nu aan den lijve ondervonden. Ik ben weliswaar ook maar een mens die een zekere voorliefde heeft voor alles wat goed, juist en mooi is, maar ik kan niet zeggen, dat ik ooit ook maar iets van een speciale liefde voor de mensen in mij gevoeld heb.
[2] Tot nu toe deed ik alles wat ik deed volgens een zekere norm, die Ik mij aan de hand van mijn wetskennis zelf voorschreef. Het kon me weinig schelen of een wet goed of slecht was, daarover heb ik eigenlijk nooit gepiekerd. Mijn lijfspreuk was: wet is wet, hetzij van God of Caesar! Als de wet straf kan opleveren, dan eist het eigenbelang, dat je het zó aanpakt, dat je je niet aan straf bloot stelt! Heeft een wet echter geen sanctie, dan is het ook geen wet, maar alleen een goede raad die je op kunt volgen; zonder straf is er geen plicht.
[3] Als je een goede raad niet opvolgt, kun je weliswaar ook schade oplopen, die er bijna net zo treurig uit kan zien als bij een wettelijke straf, maar het niet opvolgen van een goede raad is toch geen zonde in die zin, dat er, behalve degene die de goede raad niet opvolgde, nog meer mensen bij betrokken konden worden. Als een raad echter slecht is, bega ik duidelijk een grote zonde als ik hem opvolg.
[4] Met de wet ligt dat anders. Of die nu goed of absoluut slecht is, ik moet gehoorzamen omdat het een wet is. Gehoorzaam ik niet, bijvoorbeeld omdat ik het slecht vind, dan zondig ik tegen God of tegen het staatshoofd, en allebei zullen ze mij straffen! Daaruit blijkt duidelijk, dat ik het mogelijke goede uit de wet nooit uit liefde doe, maar alleen vanwege de mij steeds met innerlijke afkeer vervullende dwang van de wet. Maar nu ik deze heerlijke hemelse wijn gedronken heb, zie ik overal liefde en zou ik de hele aarde willen omarmen en zoenen!
[5] Bovendien zie ik ook dezelfde uitwerking bij allen, die deze echte hemelse wijn gedronken hebben. Daarom zou ik zelf een grote wijngaard vol met zulke wijnstokken willen verbouwen en dan alle mensen van de wijn daarvan laten drinken, en dan zouden ze net als ik beslist heel snel van liefde vervuld worden! Als ik dus zulke wijnstokken zou kunnen krijgen, dan zou ik de gelukkigste mens op Gods lieve en mooie aarde zijn!'
[6] Ik zeg: 'Druiven, die je net zo'n sap zullen geven, kan Ik je wel bezorgen, maar daarmee krijg je bij de mensen toch niet de gewenste uitwerking. Want deze wijn versterkt de liefde wel, als deze zich reeds in de mens bevindt; heeft een mens echter geen liefde maar alleen het boze in zijn hart, dan wordt dat boze net zo in hem versterkt als de liefde nu in jou versterkt werd, en hij verandert in een volkomen duivel en zal met evenveel enthousiasme het boze gaan stimuleren als jij nu het goede wilt gaan bevorderen.
[7] Daarom moet men bij dit sap heel goed opletten wie men ervan Iaat genieten! Maar Ik wil je toch wel een wijnberg met zulke wijnstokken schenken, als je er maar op Iet wien je dit sap te drinken geeft! De versterkte liefde kan wel veel goeds verrichten; maar het is beter wanneer de liefde door Gods woord versterkt wordt omdat ze dan blijft, terwijl ze bij het genieten van deze drank maar tijdelijk is, en dan weer vervluchtigt zoals dit sap zelf. Let daar ook goed op, anders veroorzaakje iets slechts inplaats van iets goeds!'
[8] Daarop zegt de koopman Jaïruth: 'Heer, als dat zo is, dan zou het niet goed zijn zo'n wijn te verbouwen! Want je kunt toch niet weten, of een mens, die je dit sap te drinken geeft, liefde of boosheid in zijn hart heeft. En als je dan de goede intentie hebt om zijn liefde te versterken, maar in plaats daarvan zijn boosheid versterkt, dan zou je daardoor behoorlijk in verlegenheid gebracht worden en bovendien gevaar lopen! Nee, nee, dan zou ik het verbouwen van die wijn toch maar nalaten!'
[9] Ik zeg: 'Het maakt me niets uit; je krijgt wat je hebben wilt! Maar Ik zeg je: In meer of mindere mate heeft iedere wijnsoort, die op aarde verbouwd wordt, deze zelfde eigenschap. Laat maar eens verschillende mensen van je eigen verbouwde wijnen ongeveer net zoveel drinken, als jij nu van Mijn zuivere hemelse wijn gedronken hebt, en dan zul je zien, dat een deel vervuld wordt met liefde, en een ander deel zo agressief wordt, dat je ze met touwen moet laten binden! Als de aardse wijn al zo'n uitwerking heeft, dan heeft de hemelse wijn dat in nog veel sterkere mate!'
«« 63 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.