De overste en het toepassen van de leer.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)

«« 68 / 242 »»
[1] Op dit ogenblik arriveerde de Romeins militaire deputatie en hun aanvoerder overhandigde Mij een verzoekschrift van de hoofdaanvoerder en kommandant van deze versterkte plaats, waarin deze Mij vraagt, in ieders belang het voorgevallene te vergeten, en er bij het gezelschap op aan te dringen aan niemand te vertellen wat er gebeurd was. Dat zou hem schade berokkenen, terwijl niemand er baat bij zou hebben! Het zou daarentegen voor iedereen nuttiger zijn, als men hem, de Romeinse bevelhebber, te vriend hield en niet tot vijand maakte! Jaïruth zou ook zijn mond moeten houden en kreeg hierbij de verzekering, dat hij voortaan , in zijn huis met rust gelaten zou worden. Verder verzocht hij Mij om hem in zijn residentie te bezoeken, want hij had met Mij heel geheime en belangrijke zaken te bespreken!
[2] Daarop antwoord Ik de overbrenger van de brief: 'Zeg tegen je gebieder, dat het gebeuren zal zoals hij gevraagd heeft. Ik zal evenwel niet in zijn residentie komen; als hij met Mij over geheime belangrijke zaken wil spreken, dan moet hij Mij aan de ingangspoort van deze plaats opwachten, en dan zal Ik hem datgene vertellen, waarover hij met Mij spreken wilde.'
[3] Na die woorden verwijdert de afgezant zich met zijn begeleiding en meldt zijn gebieder alles wat hij van Mij gehoord heeft, en deze gaat direkt met zijn allerbekwaamste onderbevelhebbers naar de poort van hef plaatsje en wacht Mij daar op.
[4] Jaïruth vraagt Mij echter of de uitnodiging wel te vertrouwen is, want hij kent de grote sluwheid van deze opperbevelhebber, die tevens overste is. Die man heeft op deze manier al veel mensen naar de andere wereld geholpen!
[5] Maar Ik zeg: 'Beste vriend, Ik ken hem ook, hoe hij was en hoe hij nu is. De jongemannen hebben hem een heilig ontzag ingeboezemd, hij denkt dat het beschermgeesten zijn en Mij ziet hij aan voor een zoon van zijn god Jupiter en hij wil nu van Mij horen, wat daarvan waar is. Ik weet echter wel, wat Ik hem zal zeggen!'
[6] Hierdoor is Jaïruth gerustgesteld en we komen aan de poort, waar de overste met zijn officieren al op ons staat te wachten. Hij komt dadelijk naar voren, groet Mij vriendelijk en wil Mij meteen datgene zeggen, wat hij op het hart heeft.
[7] Ik ben hem echter voor en zeg tegen hem: 'Vriend! Mijn dienaren zijn geen beschermgeesten en Ik ben zeker geen zoon van jouw Zeus! En nu weet u alles wat u van Mij weten en aan Mij vragen wilde.'
[8] De overste verbaast zich er geweldig over, dat Ik hem dadelijk klaar en duidelijk kon vertellen, wat hij alleen maar gedacht had, en waarover hij met niemand had gesproken.
[9] Nog niet helemaal van zijn verbazing bekomen, wil hij Mij nog een keer wat vragen en zegt: ' Als u dat niet bent, zeg me dan eens wie en wat u en uw dienaars dan eigenlijk wel zijn! Want u bent in ieder geval méér dan zomaar gewone doorsnee burgers, en ik zou het op prijs stellen als ik u de eer kan bewijzen, die u toekomt.'
[10] Ik antwoord: 'leder mens, die iets eerlijk en oprecht vraagt, behoort ook een gelijksoortig antwoord te krijgen. U heeft Mij nu eerlijk en oprecht wat gevraagd en krijgt daarom ook een passend antwoord; luister dus: Ik ben in de eerste plaats Degene, Die als persoon voor u staat, namelijk een mens! Er zijn er weliswaar veel op aarde die er net zo uitzien als Ik, maar daarom zijn het nog geen mensen, ze hebben slechts de mogelijkheid om mens te worden. Hoe volmaakter een echt mens is, des te meer macht en kracht ligt er in zijn inzicht en in de uitwerking van zijn wil!'
[11] De overste zegt: 'Kan ieder mens net zo volmaakt worden als u?'
[12] Ik zeg: 'O ja, als hij datgene doet wat Ik leer, om volmaakt te worden!'
[13] De overste zegt: 'Laat uw leer eens horen, dan wil ik hem toepassen en er naar leven!'
[14] Ik zeg: 'De leer zou Ik u wel kunnen geven, maar daar zou u weinig aan hebben, omdat u volgens die leer niet zou leven. Want zolang u dat bent, wat u hier in opdracht van Rome bent, heeft u geen profijt van Mijn leer, -u zou dan alles in de steek moeten laten en Mij volgen, omdat het u anders niet mogelijk zou zijn om Mijn leer in uw leven toe te passen!'
[15] De overste zegt: ' Ja, dat zou zeker erg moeilijk gaan! Maar niettegenstaande dat, zou ik toch een paar belangrijke hoofdbeginselen van uw leer willen horen! Want ik weet al veel van verschillende dingen af en heb daar wel begrip voor; waarom zou ik dan ook niet van uw leer wat kennis opdoen? Misschien kan ik die dan toch nog ergens in praktijk brengen!?'
[16] Ik zeg: 'Mijn vriend, als het nu zo is dat Mijn leer vereist, dat iemand Mij moet volgen, omdat hij anders niet Mijn volmaakte Rijk binnen kan gaan, hoe wilt u die leer dan bij u toepassen?!'
[17] De overste zegt: 'Dat klinkt weliswaar erg vreemd, maar het kan toch wel steek houden! Laat me daarom even erover nadenken!'
[18] De overste denkt een poosje na en zegt dan: 'Bedoelt u nu het persoonlijke volgen of eigenlijk alleen het toepassen van de moraal?'
[19] Ik zeg: 'Het persoonlijke volgen is, indien mogelijk, tesamen met het zedelijke volgen, het meest aan te bevelen. Als het persoonlijke volgen echter door een werkkring, die ook noodzakelijk is, niet mogelijk is, dan voldoet ook een nauwgezet zedelijk volgen. Maar het geweten moet Mij als grondslag hebben van de liefde tot Mij en alle mensen, want dan berust het op de zuivere waarheid. Het zedelijk volgen zonder meer, zou anders geestelijk dood zijn. -Begrijpt u dat?'
[20] De overste zegt: 'Dat is onbegrijpelijk! Als het echter zo gelegen is, wat moet ik dan met al mijn mooie goden? Mijn overgrootouders hebben aan hen geloofd; is het dan juist, als ik dit geloof van mijn voorvaderen trouw blijf, of moet ik in de God van de Joden gaan geloven?'
«« 68 / 242 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.