De almacht van de Heer en de beperkingen ervan

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)

«« 109 / 244 »»
[1] De waard zei: 'O Heer, dat ik en de priester U om de bewatering van deze streek hebben gevraagd, was toch niet ongerechtvaardigd, niet goed of onwaarachtig?'
[2] Ik zei: 'Neen, helemaal niet; maar als jullie Mij in het vervolg om puur aardse dingen zouden vragen, zou dat volgens Mijn orde niet zo gerechtvaardigd, goed en waar zijn, omdat al te grote aardse voordelen steeds nadelen voor de ziel zijn.
[3] Ik ben echter niet in deze wereld gekomen ten behoeve van het lichaam, maar alleen ten behoeve van de ziel van de mens; daarom moeten jullie Mij vooral alleen datgene vragen wat jullie ziel tot echt, eeuwig voordeel strekt. Want wat voor nut zou het voor een mens hebben als hij alle dode schatten van deze wereld zou winnen, maar daardoor aan zijn ziel zeker de grootste schade zou lijden? Hoe zou hij die kunnen redden uit de dood en het gericht van de wereldse materie?
[4] Jullie zeggen bij jezelf nu wel: 'Heer, bij U zijn alle dingen heel goed mogelijk, en ook de materie van deze aarde is Uw werk!' Daar hebben jullie wel gelijk in -maar toch zeg Ik jullie dat bij de mens voor Mij niet alles mogelijk is en mogelijk mag zijn; want als Mij bij de mens alles mogelijk zou zijn, had Ik nooit Zelf als volmaakt mens naar jullie in deze wereld toe hoeven komen om jullie met Mijn hoogst eigen mond te onderrichten.
[5] Want Ik heb de mens een vrije wil gegeven en zijn verstand het ware en goede getoond en daarnaast het slechte en boosaardige, opdat hij zichzelf onderzoekt, richting geeft en ontwikkelt; want daardoor is hij pas een mens en geen dier, dat door Mijn macht wordt vastgehouden en gericht, dat overeenkomstig Mijn dwingende wetmatigheden moet handelen zoals die in hem zijn gelegd en dat derhalve geen vrijheid, zelfbepaling en geen aan hem toevertrouwde zelfstandigheid in zich heeft.
[6] Afgezien van zijn lichaam heeft de mens echter van Mij uit geen dwingende wet, maar een geheel vrije wet in zijn wil en een volkomen onbeperkt verstand, waarmee hij alles kan onderzoeken, beproeven, begrijpen en onthouden en dan datgene tot richtlijn voor zijn handelen kan nemen wat hij als waar en goed heeft onderkend.
[7] Onderzoeken ook jullie dus alles, behoud datgene wat jullie waar en goed bevonden hebben, en handel en leef daarnaar; dan zullen jullie je daardoor tot ware, Mij altijd en eeuwig geliefde kinderen ontwikkelen en net als Ik vrij en zelfstandig worden!
[8] Als jullie je zodoende Mijn wil, die jullie nu kennen, volledig eigen gemaakt hebben en daardoor ook sterk zijn geworden in het levende geloof in Mij, zal ook de hele schepping jullie onderdanig zijn, net zoals aan Mijzelf, en zullen jullie nooit meer een overtreding kunnen begaan en kunnen zondigen tegen Mijn eeuwige orde, die de grondslag van al het ontstaan, zijn en bestaan is. Daaruit zal dan ook het ware en uiterst zalige eeuwige leven van jullie ziel bestaan, en waar Ik zal zijn, zullen ook jullie als Mijn geliefde kinderen bij Mij zijn en werken zoals Ik.
[9] Opdat de mens die hoogste zaligheid kan bereiken, moet hij volgens zijn volkomen vrije wil en onbegrensde verstand en inzicht zichzelf richting geven en zichzelf bepalen en ontwikkelen overeenkomstig Mijn wil, die Ik hem bekend heb gemaakt -en Ik kan en mag met Mijn almacht zijn vrije wil niet aan banden leggen en hem tot handelen dwingen zoals een ander schepsel dat nog gericht is, wat jullie nu allemaal grondig en naar waarheid zullen inzien.
[10] Voor Mij is bij de mens dus niet alles mogelijk, zoals jullie je abuisievelijk hadden voorgesteld, omdat Ik met Mijn almacht niet in de volledige wilsvrijheid van de mens kan ingrijpen, als de mens overeenkomstig Mijn eeuwige en onveranderlijke orde voor eeuwig mens moet worden en blijven.
[11] Als jullie dat nu goed hebben begrepen, zal het jullie ook snel helemaal duidelijk en begrijpelijk worden waar jullie Mij vooral om dienen te vragen, en als jullie Mij vol vertrouwen om iets goeds hebben gevraagd, zal het jullie ook in de juiste mate gegeven worden. Vraag dus steeds om dingen die bevordrlijk zijn voor het ware welzijn van jullie ziel, en maar heel zelden en weinig om dingen ten behoeve van jullie lichaam!
[12] Daarmee wil Ik echter helemaal niet gezegd hebben dat jullie in lichamelijke nood Mij niet om hulp zouden mogen bidden.Ja, Ik zeg jullie bovendien nog dat jullie, als jullie je naasten uit liefde voor Mij en in Mijn naam lichamelijke weldaden bewijzen, daarvoor tot heil van jullie ziel zeer rijkelijk met geestelijke goederen beloond zullen worden, en dat jullie, als jullie door de werken der liefde in het levende geloof in Mij zullen blijven, van Mij de kracht zullen ontvangen om door het opleggen van jullie handen de zieken te genezen en degenen die door boze geesten bezeten worden, waar er met name in deze tijd erg veel van zijn, van zulke kwellingen te bevrijden.
[13] Maar die dingen zullen jullie alleen kunnen bewerkstelligen in het volste en werkelijk vaste geloof in Mij. Kortom, met Mij zullen jullie tot alles in staat zijn, maar zonder Mij tot niets! Blijf daarom voortdurend in Mij door de liefde en door het geloof, dan zal Ik evenzo in jullie blijven met Mijn liefde, waarheid, macht en kracht!'
«« 109 / 244 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.